Een bank mag een gepensioneerde met een laag inkomen een direct ingaande lijfrente verkopen die wordt betaald uit de overwaarde uit het eigen huis. Dat is geen overkreditering.
Dat blijkt uit een uitspraak van de Commissie van Beroep van het Kifid. Deze uitspraak bekrachtigt een eerdere uitspraak van de Geschillencommissie. Een vrouw met een AOW-pensioen sluit in 2011 een hypothecaire lening af van 415.000 euro. Met een deel, 150.000 euro, koopt ze een direct ingaande lijfrente. Het andere deel is bedoeld voor de verbouwing van het huis. Het huis heeft voor de verbouwing een marktwaarde van 725.000 euro. In 2017 komt de vrouw te overlijden.
Vervolgens dient haar dochter een klacht in tegen de bank en de financieel adviseur. Zij vindt de lening aan haar moeder veel te hoog gezien haar inkomen. Bovendien is er geen rekening gehouden met de erfgenamen omdat er geen contraverzekering voor de lijfrente was geadviseerd en afgesloten. Zo'n verzekering keert uit bij vroegtijdig overlijden. De dochter claimt een schade van 413.000 euro.
Aanvulling
De Geschillencommissie en ook de Commissie van Beroep concluderen dat de vrouw goed wist wat ze had gedaan. Zo had een opeethypotheek afgesloten en het kenmerk daarvan is dat de waarde van het huis wordt gebruikt als aanvulling op het inkomen. De adviseur heeft dit uitgebreid uitgelegd. Bij een opeethypotheek is het inkomen niet van belang. Het gaat erom of er voldoende overwaarde is. Dat was hier ruimschoots het geval. Er is dus geen sprake van overkreditering. Ook in het ontbreken van een contraverzekering zien Geschillencommissie en Commissie van Beroep geen fout. De adviseur heeft een zorgplicht naar zijn cliënt, niet naar haar nabestaanden.