In 1980 moest ik (uitgesteld) opkomen als dienstplichtige en volgde de opleiding als officier. Hiermee was ik achttien maanden ‘onder de wapenen’, waardoor mijn loopbaan ook pas achttien maanden later kon beginnen. Lotgenoten die later als ambtenaar een functie kregen, bijvoorbeeld als onderwijzer, krijgen nu als pensionado ook over hun dienstplichttijd een pensioenuitkering van ABP. Ik ben niet in overheidsdienst gegaan en krijg die extra uitkering over die achttien maanden niet. Hoe kan het dat er met twee maten gemeten wordt? Lijkt mij zeer oneerlijk!
Erik Bogaards, redacteur Geld & Recht:
U snijdt een interessant punt aan en navraag bij ABP biedt helaas geen soelaas: “Vóór 1996 was ABP geen privaat pensioenfonds, maar onderdeel van de overheid. Rechten en plichten van deelnemers en werk-gevers lagen vast in de ABP-wet.
En die wet stelde dat dienstjaren van militair dienstplichtigen alleen meetellen als het dienstverband bij de overheid werd voortgezet. Die wet was van kracht tot 1996. Daarna werd ABP een private stichting. We snappen het gevoel dat er met twee maten gemeten wordt, maar er valt dus niets aan te doen.”
