Afhankelijk van levensverwachting
Gisteren stemde de Tweede Kamer in met een versnelde verhoging van de AOW-leeftijd. Die zal in het nieuwe plan in 2021 op 67-jarige leeftijd liggen, maar kan volgens het CBS doorstijgen naar 71 jaar.
Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken wist gisteren met steun van de oppositiepartijen CDA, D66, GroenLinks en de SGP haar plan om de AOW-leeftijd sneller te verhogen door de Tweede Kamer te loodsen. De leeftijd waarop de eerste AOW wordt ontvangen zal, als ook de Eerste Kamer akkoord gaat, in 2018 al op 66 jaar liggen en in 2021 op 67 jaar (dit zou in 2023 gebeuren). Bovendien is de AOW-leeftijd in het plan gekoppeld aan de levensverwachting. Het Centraal Bureau voor de Statistiek berekende al dat de AOW-leeftijd dan in de toekomst misschien op 71 jaar komt te liggen.
Overbruggingsregeling
De voorstemmende oppositiepartijen wilden voor hun stem wel iets terug. De staatssecretaris moet de overbruggingsregeling verruimen. De overbruggingsregeling voor mensen met geen of een klein inkomen tussen de leeftijd van 65 jaar en de eerste AOW wordt verlengd tot 2023 en komt ook beschikbaar voor werknemers die tussen 1 januari 2013 en 1 juli 2015 met prepensioen zijn gegaan.
Besparingen
Het kabinet heeft het plan om de AOW-leeftijd te verhogen in het regeerakkoord gezet en hoopt met de latere eerste AOW een besparing van 2,9 miljard euro te realiseren tot 2024 en 770 miljoen aan extra belasting- en premie inkomsten. Jetta Klijnsma wil haar plan nog voor 1 juni door de Eerste Kamer loodsen, zodat de AOW-leeftijd per 1 januari 2016 extra omhoog kan.
- Proud to be Senior