Na jaren van misère komt er eindelijk eens goed nieuws van de pensioenfondsen: de dekkingsgraad stijgt. Maar het vermogen van de pensioenfondsen daalt. Hoe kan dat?
De nieuwste kwartaalcijfers geven eindelijk weer eens wat lucht. De dekkingsgraden van veel grote pensioenfondsen is gestegen. Het dekkingsgraad voor het Pensioenfonds voor de Bouw steeg bijvoorbeeld met 2,3% naar 110,1%. Dat betekent dat voor iedere euro die het fonds moet uitkeren, ze 1,10 euro in kas heeft.
Het fonds voor ambtenaren (ABP) staat er minder slecht voor en heeft nu een dekkingsgraad van 96,3%. Dat is 2,3% beter dan voorheen. Het fonds voor personeel in de zorg (PFZW) ging naar 94,2%. Nog steeds niet genoeg, want pas vanaf 105% kunnen de fondsen de uitkeringen aanpassen aan indexatie. Deze zogeheten indexering is bij sommige fondsen dus nog ver weg. Maar het gaat wel de goede kant op.
Rente
Het gaat nu beter door de iets gestegen rente. Dat heeft een positieve invloed op de berekening van de dekkingsgraad. Maar het heeft ook gevolgen voor de waarde van de beleggingen van de fondsen. Obligaties kunnen daardoor minder waard worden, en dat neemt dus een hap uit het vermogen van de fondsen. De euro is gestegen ten opzichte van de dollar. Dat maakt Amerikaanse beleggingen minder waard. Maar daartegen hebben de fondsen zich slim ingedekt waardoor die schade beperkt is gebleven. Of deze stijgende lijn wordt doorgezet door de pensioenfondsen is dus voor een groot deel afhankelijk van de rente.
Bron: Trouw
