Eerlijk zullen we alles delen, dus bij een scheiding gaat ook de schaar in het pensioen. Wettelijk is dat tot in de puntjes geregeld, maar niet altijd zoals de scheidende partners het willen. Dit zijn de regels.
Om maar meteen het eerste misverstand uit de weg te ruimen: bij pensioenverdeling maakt het niet uit of een echtpaar is getrouwd in gemeenschap van goederen of op huwelijkse voorwaarden. In beide gevallen geldt sinds 1 mei 1995 de ‘Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’, die bepaalt dat beide partners de helft krijgen van het tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen. Je kunt pensioen delen alleen tegenhouden door het in huwelijkse voorwaarden uitdrukkelijk uit te sluiten. Er zijn maar weinig stellen die dat doen. Voor een geregistreerd partnerschap gelden precies dezelfde regels.
Klaar is Kees
Pensioen verdelen kan heel simpel, door een formulier op te sturen naar het pensioenfonds waar pensioen is opgebouwd. Dit formulier is te downloaden van Rijksoverheid.nl, maar ook pensioenfondsen stellen het beschikbaar. Stuur binnen twee jaar na de echtscheidingsdatum een formulier aan elk pensioenfonds waar pensioen is opgebouwd en klaar is Kees. Eén handtekening is genoeg, want het gaat om een wettelijke regeling, niet om een onderlinge afspraak. De partner die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd, krijgt op de pensioendatum van de ander een zelfstandig recht op een deel van het pensioen. Alleen als het bedrag dat de pensioenuitvoerder aan de andere partner zou moeten uitbetalen op het moment van scheiding lager is dan €465,94 (bedrag 2016), wordt het niet verdeeld.
Afwijken van de wet
Het is niet verplicht de wet te volgen. Scheidende partners mogen ook hun eigen afspraken maken. Als beide partners het eens zijn over een afwijkende verdeling (niet 50/50 maar 60/40 bijvoorbeeld), leggen ze hun afspraken vast in het echtscheidingsconvenant. Een kopie van dit document sturen ze samen met het formulier naar de pensioenuitvoerder. Deze zorgt dan voor uitbetaling volgens de wens van de gescheiden partners. Er zijn verschillende redenen om voor een afwijkende verdeling te kiezen:
Beiden evenveel pensioen
Als de scheidende echtelieden allebei ongeveer evenveel pensioen hebben opgebouwd tijdens het huwelijk, is het weinig zinvol om dit te delen. Je kunt dan afspreken om beide pensioenen niet te verdelen. Ook in dit geval is het belangrijk de pensioenuitvoerder een afschrift van het scheidingsconvenant te sturen, zodat hij weet dat er geen formulier meer komt. Mocht een van beide partners later toch nog een formulier indienen, dan zal de pensioenuitvoerder dit negeren.
Een van beiden krijgt het huis
Een gezamenlijk eigen huis vertegenwoordigt meestal de grootste waarde binnen de te verdelen boedel. Als een van beiden volledig eigenaar wordt, moet deze de ander uitkopen. Als de ander pensioen heeft opgebouwd, is ook een andere oplossing mogelijk: pensioenverevening uitsluiten of het pensioen ongelijk verdelen. In beide gevallen is het goed de pensioenuitvoerder gezamenlijk te informeren.
Groot verschil in pensioenen
Het komt veel voor dat de ene partner een royaal en de andere partner een heel klein pensioen heeft. In dit geval kunnen beide partners besluiten alleen het royale pensioen te delen. Dat kan op de wettelijke manier – allebei de helft – maar ze kunnen ook voor een andere verdeling kiezen. De ex-partner heeft immers zelf ook een (klein) pensioen dat niet wordt gedeeld.
Groot leeftijdsverschil
Bij tien jaar of meer verschil in leeftijd heeft de jongste nog geen pensioen nodig op het moment dat de oudste met pensioen gaat. De oudste heeft op zijn of haar beurt minder profijt van het pensioen van de jongste als dat pas ingaat wanneer hij of zij al ver in de 70 is. Als de oudste bovendien de kostwinner was, kan dit een reden zijn om van het pensioen niet de helft aan de ex te laten uitbetalen, maar slechts het deel dat hij of zij nodig heeft om te zijner tijd het eigen pensioen aan te vullen. Een andere manier is conversie: de splitsing van het pensioen in twee afzonderlijke pensioenrechten (zie hierna).
Alle banden verbreken
Hoewel beide ex-echtelieden ieder een zelfstandig recht krijgen op de uitbetaling van het pensioen, houden de pensioenen toch een zekere relatie tussen beiden in stand. De pensioenleeftijd van degene die het pensioen heeft opgebouwd, blijft doorslaggevend voor de startdatum. Als de pensioenopbouwer overlijdt, stopt ook het ouderdomspensioen. Een oplossing hiervoor is conversie: de ex-partners delen dan niet de maandelijkse pensioenbetalingen vanaf de pensioendatum van de opbouwer, maar ze delen de waarde van het pensioen, zowel van het ouderdomspensioen als een eventueel partnerpensioen. Dit wordt omgezet naar twee aparte pensioenaanspraken, die allebei op een andere datum ingaan. Een voordeel van conversie is dat beide ex-partners op geen enkele manier meer met elkaar bezig hoeven te zijn. Door de conversie vervalt het recht op partnerpensioen: dit wordt omgezet in ouderdomspensioen. Dit kan verstrekkende gevolgen hebben als een van beiden afhankelijk is van alimentatie. Bij overlijden van de alimentatiebetaler is er dan geen vangnet meer in de vorm van een bijzonder partnerpensioen. Tot de pensioengerechtigde leeftijd moet deze partner het dan zelf zien te rooien. Het is hoe dan ook raadzaam je goed te laten informeren over de voor- en nadelen van conversie.
Wat gebeurt er bij overlijden?
Ouderdomspensioen stopt bij overlijden, zowel voor gehuwden als voor gescheiden partners. Als degene die het pensioen heeft opgebouwd al overlijdt voor de pensioendatum, krijgt ook de achterblijvende ex-partner geen deel van het ouderdomspensioen. Soms ontstaat dan wel recht op partnerpensioen, in het geval van een ex-partner ‘bijzonder partnerpensioen’ genoemd. Gescheiden partners kunnen hier alleen aanspraak op maken wanneer het partnerpensioen is verzekerd op ‘opbouwbasis’. Dat betekent dat er premie is betaald om een bedrag bij elkaar te sparen. Partnerpensioen kan ook verzekerd zijn op ‘risicobasis’. In dat geval is er alleen premie betaald om het risico af te dekken dat de verzekerde tijdens het huwelijk zou overlijden. Na echtscheiding vervalt deze dekking. Als degene met wie het ouderdomspensioen wordt gedeeld overlijdt, gaat dit deel van het pensioen weer terug naar de partner die het heeft opgebouwd.
Wat gebeurt er bij hertrouwen?
Een nieuwe relatie maakt geen verschil voor de verdeling van het ouderdomspensioen. Als er partnerpensioen is opgebouwd, krijgt de nieuwe partner maar een deel daarvan; de ex-partner krijgt immers het partnerpensioen dat tot de datum van scheiding is opgebouwd.
Wat gebeurt er als je te laat bent?
Het formulier voor standaardverevening bij scheiding moet binnen twee jaar na de pensioendatum worden ingestuurd. Gebeurt dat niet, dan zet de pensioenuitvoerder geen verdeling of conversie in gang. Maar dat betekent nog niet dat er ook geen recht op verdeling zou bestaan. De partner die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd, kan er nog altijd om vragen, bijvoorbeeld door aan te kloppen bij de ex en gezamenlijk een brief te sturen naar het pensioenfonds. Werkt het pensioenfonds niet mee, dan moet de partner die het pensioen heeft opgebouwd, zelf bedragen gaan overmaken aan de ander. Ook als het pensioen al is ingegaan, is verdelen nog mogelijk. Conversie kan niet meer, bedragen overmaken van de een naar de ander wel.