Er gaan steeds meer stemmen op voor een persoonlijke pensioenrekening, of een ego-pensioen. Maar wat is dat?
De toezichthouder Autoriteit Financiele Markten (AFM) sprak zich onlangs ook al uit voor een ‘persoonlijke pensioenrekening’. Uit een onderzoek van de Telegraaf bleek al eerder dan vele Nederlanders daar wel wat voor voelen. De krant sprak zelfs van een ego-pensioen, maar met die naam slaat volgens sommige deskundigen nergens op.
De @telegraaf probeert al tijd de term 'ego-pensioen' er in te krijgen. Stop a.u.b. Slaat echt helemaal nergens op. pic.twitter.com/xZ9i2AiJAD
— Mathijs Bouman (@mathijsbouman) 14 juni 2016
Toen en nu
Nu sparen werknemers via hun werkgever en het bij hun branche horende pensioenfonds al voor de oude dag. En wie op mijnpensioenoverzicht.nl inlogt, kan daar snel zien hoe hoog dat pensioen straks is. Tenmiste, dat denken we. Want nog niet eens zo heel lang geleden was het heel simpel: straks als je met pensioen gaat, krijg je ongeveer 70 procent van je voormalige inkomen.
De realiteit is nu totaal anders. Werknemers sparen namelijk niet letterlijk voor het pensioen, ze betalen premie waarmee we straks recht hebben op een ‘aanspraak’. Om die aanspraak straks te verzilveren, moet er genoeg geld in de pensioenpot zitten. En daar gaat het mis. Onder meer omdat we langer leven en door de extreem lage rente, groeit de pensioenpot (in elk geval op papier) niet snel genoeg en kunnen de aanspraken niet volledig verzilverd worden. De pensioenen worden gekort. Het ene fonds doet dat meer dan het ander, want ze hebben zo hun eigen beleid. Maar de aanspraak die een zekerheid leek, is dat nu allerminst.
Eigen potje
Met een persoonlijke pensioenrekening zou aan deze onduidelijkheid een eind moeten komen: iedere werknemer krijgt een eigen ‘potje’. Zo kan je precies zien wat je zelf spaart, hoe dat vermogen groeit (of krimpt) en wat dat uiteindelijk per maand oplevert. Die helderheid ziet de toezichthouder als een groot voordeel. Bovendien wordt het makkelijker om je pensioenpot mee te nemen als je van baan verandert. Nu is dat soms veel gedoe en kan het zo zijn dat je naar een fonds moet met minder gunstige voorwaarden of een ander beleggingsbeleid. Je hebt daarin nu niets te kiezen.
Deze plannen zijn niet nieuw: de ouderenbonden pleitten hier jaren geleden al voor, net als enkele politieke partijen. Of en wanneer ze ook werkelijkheid worden is nog niet duidelijk. De Nederlandsche Bank raadt aan daar haast mee te maken.
Lees ook:
Wat is de pensioenleeftijd in Europa?
Hoeveel AOW krijg ik?