Zelden zijn zoveel mooie olieverfschetsen van Peter Paul Rubens (1577-1640) bij elkaar te zien als in Museum Boijmans Van Beuningen vanaf 8 september. Daarvoor heeft het Rotterdamse museum de krachten gebundeld met het Museo Nacional del Prado in Madrid.
Beide musea bezitten een unieke verzameling olieverfschetsen van de ‘god van de schilders’, zoals Rubens door zijn tijdgenoten werd genoemd. In Rotterdam zijn de mooiste werken uit beide collecties samengebracht en aangevuld met bruiklenen van onder meer van het Louvre in Parijs, The National Gallery in Londen, het Metropolitan Museum of Art in New York en het J. Paul Getty Museum in Los Angeles.
Verzamelobject
We kennen Rubens van de megagrote schilderijen met taferelen uit de bijbel en de klassieke oudheid, waarop de zo bekende mollige rubensvrouwen afgebeeld zijn. Aan die grote belangrijke werken gingen meestal kleine schetsen van olieverf op paneel vooraf. Rubens was een van de eerste kunstenaars die zo te werk ging. Na zijn dood kwamen de schetsen uit zijn atelier tevoorschijn en werden ze een geliefd verzamelobject.
Wat maakt de expositie nu zo bijzonder? Verslaggever Peer Ulijn van het NOS Journaal legt het uit.
De expositie ‘Pure Rubens’ is te zien tot en met 13 januari 2019.
De verwelkoming van Psyche op de Olympus, ca. 1625. Liechtenstein, The Princely Collections, Vaduz-Wenen.
Peter Paul Rubens, Leeuwenjacht, ca. 1621, olieverf op paneel, 73,6 x 105,4 cm. London, The National Gallery.