Er zijn veel schitterende treinreizen door spectaculaire landschappen te maken in de wereld. Maar deze drie trajecten behoren ongetwijfeld tot de mooiste. Hans Bouman stapte op.
Zwitserland: Glacier Express, zeven uur verbazing
Terwijl de laatste bebouwing van het deftige Sankt Moritz uit het zicht verdwijnt, zak ik achterover in mijn fauteuil en zet de koptelefoon op die ik bij het instappen bij mijn zitplaats aantrof. In de diverse panoramatreinen die Zwitserland rijk is, wordt namelijk via de intercom regelmatig informatie gegeven over de gevolgde route. Ook in de Glacier Express, waar ik vanmorgen ben ingestapt.Zwitserland moet het ideale treinenland zijn. Waar zijn de treintrajecten zo spectaculair? Waar hebben natuur en mens op harmonieuze wijze de handen ineen geslagen? Waar vallen nut en schoonheid zo vanzelfsprekend samen als daar midden in de Alpen? De Glacier Express wordt de ‘langzaamste sneltrein ter wereld’ genoemd, en voor dat lage tempo is veel te zeggen. Zo heb je namelijk uitgebreid de gelegenheid door de grote panorama ramen van de trein te kijken naar het landschap dat voorbij rolt: oer-bergbossen, stille alpenweiden, ruisende bergbeekjes en traditierijke bergdalen.
Technische hoogstandjes
Uitgesproken indrukwekkend wordt het landschap als we door de Rheinschlucht rijden, niet zonder reden de Grand Canyon van Zwitserland genoemd. Ik heb foto’s van dit traject gezien, waarop je een nietig treintje langs machtige bergwanden ziet rijden. Nu zit ik in dat nietige treintje en kijk mijn ogen uit, onder de indruk van zowel de natuur als de mensenhand. Want die Zwitserse ingenieurs en de nijvere spoorarbeiders die hun plannen uitvoerden, hebben toch maar mooi hun stempel op het landschap gedrukt. “En dan te bedenken dat de Zwitsers er op treinengebied laat bij waren, in vergelijking met hun buurlanden”, zegt een medepassagier, die zich voorstelt als Daniel, “a real English train buff” (= treinfan). Daniel wil me graag meer vertellen over de Zwitserse spoorwegen. “Zoals iedereen weet, vormt Engeland de bakermat van het spoor”, doceert hij. “Zwitserland sukkelde ver achter ons aan, maar toen ze eenmaal de smaak te pakken kregen, ontwierpen de Zwitsers het ene technische hoogstandje na het andere: ze groeven kilo¬meterslange tunnels door de bergen en overbrugden met imposante spoorviaducten tientallen meters diepe ravijnen.” Terwijl ik mijn aandacht naar het panorama buiten verleg, hoor ik Daniel vertellen over de vier verschillende spoorbreedtes die in Zwitserland worden gebruikt, om al die scherpe bochten te kunnen nemen.
Uitdagend
Verschillende stukken van het traject dat de Glacier Express aflegt, zijn van tandrad voorzien. Dat merk ik vanaf het plaatsje Disentis. Daar wordt een tandradlocomotief voor de trein geplaatst, noodzakelijk om ons over het ‘dak’ van de route te kunnen brengen: de 2033 meter hoge Oberalppas. Het klassieke ‘kedeng-kedeng’-geluid verandert in een monotoon geratel. Regelmatig passeren we lawinegalerijen, die moeten voorkomen dat sneeuw het spoor blokkeert. Nadat we de Oberalppas zijn overgegaan, begint de trein aan de lange, bochtige afdaling. Bij Andermatt is het landschap uitgesproken woest en krijg je een indruk hoe uitdagend het reizen door de Alpen ooit was. ‘Zeven uur verbazing’, zo wordt een reis met de Glacier Express genoemd. Aan het eind van die zeven uur rijdt de trein Zermatt binnen, gelegen in de schaduw van de Matterhorn, de op twee na hoogste Alpentop, en qua vorm misschien wel de meest karakteristieke van het hele gebergte. Mooier rood dan dat van de avondzon op de Matterhorn zul je niet snel vinden.
Canada: Rocky Mountaineer
Een landschap waar je ‘Yoho!’ tegen zegt.
Spoorlopers! Vlug, je camera!” “Huh?” “Een moeder en twee jonkies, vlak langs het spoor. Dit is je kans!” In Nederlandse treinen brengen spoorlopers zelden enthousiasme teweeg. Logisch, ze zorgen voor vertraging en brengen zichzelf in gevaar. Op de radio hoor je er waarschuwende spotjes over. Maar hier in Canada veert de hele trein op. Daar moet wel bij worden opgemerkt dat de spoorlopers drie zwarte beren zijn en dat de trein totaal geen haast heeft. Integendeel, die rijdt in een slakkengangetje om alle passagiers zo goed mogelijk de gelegenheid te geven het natuurspektakel te aanschouwen. Want een beer spotten, vlak langs het spoor: dat is een gelukje.
Cree-indianen
Ik zit in de beroemdste trein van Canada, de Rocky Mountaineer, die me door een van de spectaculairste berglandschappen ter wereld voert. Machtige, deels besneeuwde bergen, geheimzinnige naaldwouden en indrukwekkende wolkenluchten die regelmatig worden gespiegeld door uitgestrekte meren. Ultieme schoonheid in tweevoud – je weet bijna niet waar je moet kijken.
“Yoho!”, roepen sommige Canadese passagiers, gretig een term van de Cree-indianen lenend. “Awesome!”, daveren hun Amerikaanse zuiderburen. Gaaf! Prima vertaling, trouwens.
Panoramaruiten
De reis is vanmorgen begonnen in Banff en heeft ons onmiddellijk de woeste natuur in gevoerd. Een van de mooie dingen van de Rocky Mountaineer is dat hij op plekken komt die met de auto absoluut onbereikbaar zijn. De gigantische panoramaruiten van de GoldLeaf-rijtuigen bieden een maximaal uitzicht op al dat spektakel. Vervolgens gleden we door de Spiral Tunnels, een razend knap staaltje ingenieurswerk dat de trein via een reeks van tunnels in korte tijd een groot hoogteverschil helpt overbruggen – in dit geval naar beneden. En nu: nu zien we de William Van Horn-bergketen opduiken. De camera’s klikken, de passagiers knikken: ja, hiervoor zijn we naar de Rockies gekomen. De Rocky Mountaineer biedt niet alleen visueel spektakel, maar ook een eindeloze stroom mooie verhalen. Over de mysterieuze Ogopogo bijvoorbeeld, een neefje van het monster van Loch Ness. Fascinerend, en belangrijk voor een goed begrip van het hoe en wat van Canada, is het verhaal van de spoorwegen zelf. Het ontstaan van Canada en dat van de spoorwegen is in feite hetzelfde verhaal. In de negentiende eeuw was het land – met dank aan de Rockies – absoluut geen eenheid. Alle transport van betekenis tussen oost en west verliep via Kaap Hoorn! Pas toen er een spoorlijn van kust tot kust werd aangelegd, werd Canada een land.
Steile afgronden
De Rocky Mountaineer is niet de enige manier om per trein door de Canadese bergen te rijden, maar wel de beste. Ik heb het aan den lijve ondervonden. Een aantal jaren geleden maakte ik de vierdaagse treinreis van Toronto naar Vancouver: een prachtige manier om je bewust te worden van de weidsheid van het Canadese landschap. Maar: laat die trein het mooiste traject nu bij nacht afleggen…
Om te garanderen dat je alle schoonheid ook daadwerkelijk kunt aanschouwen, rijdt de Rocky Mountaineer alleen bij dag. Halverwege, in Kamloops, overnacht je in een hotel. Ook dan passeer je de mooiste bergen en de steilste afgronden en lopen er beren langs het spoor. Maar alleen in je dromen.
Schotland: Scotrail, langs lochs en glens naar het einde van de wereld
Wat heeft Edinburgh het toch geweldig getroffen met zijn ligging. Want laten we eerlijk wezen: een imposant middeleeuws kasteelcomplex boven op een uitgedoofde vulkaan in het midden van de stad: waar vind je dat? Edinburgh Castle maakt deel uit van het middeleeuwse Old Town. Het aan de voet van de vulkaan gelegen New Town stamt uit de achttiende eeuw en bestaat voor een groot deel uit stijlvolle neoclassicistische gebouwen. Een van de beroemdste voorbeelden daarvan is Waverley Station, het ideale uitgangspunt voor een mooie treinreis door Schotland. De mijne voert via Glasgow naar Mallaig.
617 bruggen
De reis gaat via de zogeheten West Highland Line, die eind negentiende eeuw de tot dan toe vrijwel ontoegankelijke Hooglanden bereikbaar maakte. Vanwege het buitengewoon ruige terrein waren er naast twaalf tunnels maar liefst 617 bruggen en viaducten nodig om de grote hoogteverschillen op te vangen. Vanaf havenplaats Oban neem ik het veer naar Tobermory, vanwaar ik het eiland Mull per bus en te voet verder verken. Ik passeer de baai van Brion Pholl en kom uiteindelijk uit bij het voetveer naar Iona, ook wel Holy Island genoemd.
Het monster bestaat!
De trein waarmee ik via Crian¬larich nu in noordwestelijke richting rijd, is een diesel. Maar tussen Fort William en Mallaig rijdt ’s zomers ook The Jacobite: een museumspoorlijn die vier schitterende authentieke stoomlocs in bedrijf heeft met een hoog Zweinstein Express-gehalte, de trein uit Harry Potter. Nu die naam toch is gevallen: The Jacobite rijdt, net als ik straks, over het monumentale Glenfinnan-viaduct dat in de Harry Potterfilms terecht altijd met een paar panoramische shots werd geëerd. Naarmate de trein verder kruipt – snel rijden is er in dit terrein niet bij – worden de bergen kaler, de glens (valleien) leger. Minder en minder boerderijen laten zich zien. De mens heeft dit gebied nooit echt zijn wil kunnen opleggen. Mallaig is het eindpunt van de Western Line, maar via een korte bustrip en een langere treinreis kun je naar de hoofdstad van de Highlands: Inverness. Aan de oever van het nabijgelegen Loch Ness maak ik een praatje met enthousiaste Nessie-watcher Steve, die me op zijn iPad een collectie onscherpe foto’s toont. “Als je dit ziet, wéét je toch dat het monster bestaat!”
Het einde van de wereld
De volgende dag leg ik het noordelijkste treintraject van Groot-Brittannië af, naar Thurso. Bevangen door het ultieme einde-van-de-wereld-gevoel wandel ik langs de haven, waar twee vissers in oliejassen, tot hun knieën in het zeewier, een boot binnentrekken. Verderop ligt John ’o Groats, de uiterste noordoosthoek van Groot-Brittannië, vernoemd naar de Nederlander Jan de Groot, die er een veerdienst naar Orkney onderhield. Voor sommige mensen is zelfs het einde van de wereld niet ver genoeg. ▪
Voor praktische informatie over deze treinreizen: kijk op https://www.plusonline.nl/op-vakantie/zelfstandig-rondreizen-per-trein
- Plus Magazine