Je stapt in een Italiaans dorp nietsvermoedend een bewierookt kerkje binnen en zomaar komt dat lome zondagochtendgevoel uit de kerkbank van je jeugd weer boven. Geen wonder: geen zintuig is zo sterk verbonden met onze stemming als ons reukvermogen.
Puur geluk overvalt Pluslezeres Annemarie Robben als zij een brocanterie binnenstapt waar de meubels net in de boenwas zijn gezet. De geur slingert haar rechtstreeks terug naar een geborgen dag in haar jeugd. “Ik was ziek geweest, maar al weer wat opgeknapt. Iedereen was naar school, maar ik mocht nog een dagje thuisblijven. Heerlijk! Buiten scheen de zon en binnen rook het naar... boenwas!”
De geur van vers gemaaid gras
Het gebeurt als de geur van stoofpeertjes het huis vult. Als je langs een vers gemaaid grasveld wandelt. Als de buren op de camping koken op petroleum. Als iemand een vuurtje stookt. Of als je, zoals Pluslezeres Nellie van der Weijden, voor het eerst weer de zee ruikt op vakantie. In een fractie van een seconde wordt ze overspoeld door emoties en herinneringen. Levendig ziet ze weer voor zich hoe ze als kind door de duinen van Katwijk fietste. De belofte van de ijskraam in de verte. Het verwachtingsvolle gevoel van al die vrije dagen uitgestrekt voor haar, vol krabbetjes, schelpen en vakantievrienden.
Terug naar de jeugd
Onderzoekers noemen het Proustbelevingen. De momenten waarop we nietsvermoedend verrast worden door kleine zintuiglijke indrukken die intense herinneringen oproepen. Vernoemd naar de ervaring die de Franse auteur Marcel Proust beschrijft in zijn romancyclus À la recherche du temps perdu, als hij een Madeleine-cakeje in de thee doopt en zomaar teruggebracht wordt naar zijn jeugd in al zijn kleuren, geuren en gevoelens. Psycholoog en zintuigenexpert Cretien van Campen schreef er het boek Gekleurd verleden over. Zelf kende hij de ervaring maar al te goed. Bijvoorbeeld toen zijn kinderen de leeftijd bereikten waarop ze Brinta-pap gingen eten. “Het roeren van de gemalen tarwe door een bord hete melk was al voldoende om in gedachten terug te keren naar de koude winters van de jaren zestig.”
Zintuigelijke indrukken
Of die keer dat hij bij terugkomst van een reis verrast werd door een onbekende en toch vertrouwde geur in de badkamer van zijn huis. “Pas na verloop van tijd herkende ik de geur als die van de badkamer in het statige huis aan het water dat mijn grootouders veertig jaar geleden bewoonden. Op het moment van herkenning bevond ik me weer als 4- of 5-jarige in dat huis. Ik zag de muren, de tuin en het water, de gezichten van mijn toen nog jonge ouders en grootouders. Allerlei zintuiglijke indrukken kwamen tot leven, verdreven de geur naar de achtergrond en vormden even een decor uit mijn jeugd.”
Geurbibliotheek
Hoe kan het dat geuren zo’n overrompelende uitwerking op ons hebben? “Je reukzintuig is rechtstreeks verbonden met het emotionele centrum in je hersenen”, legt geurexpert Tanja Deurloo uit. “Het denken komt er niet aan te pas. Al heel jong, voor je over taal beschikt, raken geuren gekoppeld aan gevoelens. Hoe je je gekoesterd weet op de knusse zondagmiddagen waarop het huis ruikt naar appeltaart, bijvoorbeeld. Geen enkel zintuig is zo direct met dat gevoelssysteem verknoopt.”
Alleen af gaan op gevoel
We zitten in de serre achter haar Annindriya Perfume Lounge, een parfumerie in Amsterdam waar geuren van bijzondere merken te koop zijn, maar ook op maat gemaakt worden. De twee dames die op zoek zijn naar een nieuw parfum, wordt geadviseerd niet te analyseren, niet te zoeken naar woorden – alleen af te gaan op hun gevoel: is het lekker of niet lekker?
De geur van zon op je huid
“Welk gevoel een bepaalde geur oproept, is afhankelijk van de ervaringen die je in je leven hebt opgedaan”, gaat Deurloo verder. “Met welke belevenissen je ‘geurbibliotheek’ gevuld is. De eerste geur die erin komt te staan, is de geur van je moeder. Een geur van geborgenheid, warmte, gekoesterd zijn, als het meezit. En dan bouw je geurreferenties op aan de hand van wat je meemaakt. Hoe ruiken de krijtjes op school, hoe ruikt je vader, hoe ruikt je huis en dat van je vrienden? Vond je het fijn op school, dan roepen die krijtjes een positief gevoel op. Had je een rottijd, dan kan de geur van schoolkrijt in één klap dat negatieve gevoel boven brengen.”
Geur bepaalt voor een groot deel hoe we ons voelen
Zelf is Tanja Deurloo opgegroeid achter de pepermuntjes en dropjes en het Kölnisch Wasser 4711. Haar ouders hadden een drogisterij in een Brabants dorp en haar moeder had een schoonheidssalon. Als kind proefde, rook en voelde ze al aan alles. Ze ging scheikunde studeren en in 2006 richtte ze Annindriya op, om bedrijven en particulieren te adviseren op het gebied van geur. “Geur bepaalt voor een groot deel hoe we ons voelen. Daar zijn we ons hier niet zo van bewust. In andere culturen wordt de neus veel meer gebruikt. Er zijn bijvoorbeeld Afrikaanse stammen waar ze zelfs een woord hebben voor de geur van de zon op je huid. Het enige specifieke geurwoord dat wij hebben, is ‘muf’.
Old Spice en wintergroen
In elke cultuur roepen geuren weer andere emoties op. “Als je in Nederland opgegroeid bent, heb je allerlei associaties met hoe schoonmaakmiddelen ruiken, hoe Zwitsal ruikt, hoe je vader ruikt naar Old Spice of Fresh Up. Dat is een bepaalde referentie-set. Maar als je een Arabier bent, zijn er andere rituelen, andere gebruiken bij geboorte, huwelijken. En associeer je heel andere geuren met gelukzaligheid, geborgenheid, mannelijkheid of vrouwelijkheid.”
Verschillen
Ook Engels-Amerikaans onderzoek liet die verschillen zien. Van een groep Engelse ondervraagden kreeg de muntachtige geur van ‘wintergroen’ in de jaren zestig een van de laagste cijfers. Maar een groep Amerikaanse ondervraagden vond wintergroen juist de allerlekkerste geur, in een onderzoek in de jaren zeventig. Niet verwonderlijk: in Engeland wordt wintergroen geassocieerd met medicijnen, en dan in het bijzonder met pijnstillers die gebruikt werden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Terwijl wintergroen in Amerika juist geassocieerd wordt met een exclusief snoepje, met alleen maar positieve gevoelens.
Rustgevende associaties
Toch zijn experts als Deurloo prima in staat om met meer algemene geuren de stemming van mensen te beïnvloeden, vanwege opwekkende of rustgevende associaties die veel mensen erbij hebben. Pepermuntgeur maakt mensen alerter en minder asociaal in het verkeer, bleek uit onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen. Citrusgeuren zorgen dat mensen de trein en de metro netter achterlaten en zich er veiliger voelen. En uit het onderzoek dat Deurloo met sociaal-psychologen in ziekenhuizen deed, bleek dat mensen die in de wachtkamer een sinaasappelige, zonnig-frisse geur met citrus en mandarijn ruiken, minder gestrest zijn dan mensen die geen geur krijgen voorgezet. “Een kruidig-lavendelige geur deed het ook goed. Maar je moet de context altijd meewegen. De beleving van een geur is in een steriel wit aangeklede wachtkamer heel anders dan in een warm ingerichte wachtkamer met oranje stoeltjes.”
Gevoel van geborgenheid
Uit onderzoek van de Landelijke Expertisegroep Veiligheidspercepties bleek dat de geur van vanille op de Spoedeisende Hulp zorgt voor minder angst en irritatie, en een prettiger omgang tussen patiënten en personeel. “Vanille is een goed voorbeeld van een geur waar vrijwel iedereen zich comfortabel bij voelt”, licht Deurloo toe. “De geur refereert aan de vla, de koekjes en de snoepjes uit je kindertijd. En in moedermelk zit een bepaalde verbinding die lijkt op vanille. Dus die geur stimuleert een gevoel van geborgenheid. Maar ook hier geldt: als jij ooit heel misselijk bent geworden van vanillevla, zal vanille jou echt geen positief gevoel bezorgen.”
En wat als je niet kan ruiken?
Dan mis je heel wat! In Nederland hebben naar schatting 150.000 tot 300.000 mensen een reukstoornis. Veel te snel wordt gedacht dat daar “toch niets aan te doen is”, vindt kno-arts Dick Kooper van het Reinier de Graaf-ziekenhuis in Delft. Hij riep daarom enkele jaren geleden een reuk-spreekuur in het leven. “Bij 20 procent van de mensen die zeggen niets meer te ruiken, blijkt er toch nog reukvermogen te zijn. En dan zijn er vaak nog mogelijkheden. Het reukslijmvlies behandelen, bijvoorbeeld. Of een klein poliepje voor het reukzintuig weghalen. Dat kan een huisarts niet altijd zien en dat gaat mij aan het hart, want mensen worden onzeker en soms lusteloos als ze niet goed ruiken. Als wij mensen vragen hoeveel invloed hun reukstoornis heeft op het dagelijks leven – waarbij 0 staat voor ‘dat doet me absoluut niks’ tot 10 ‘dat maakt me depressief’ – dan scoort 70 procent van de mensen boven de 6. Het is mijn patiënten heel wat waard om weer typisch Hollandse geuren van spruitjes, stroopwafels of erwtensoep te kunnen ruiken.”
- Plus Magazine