Het Wereld Natuur Fonds (WNF) constateert in een alarmerend onderzoeksrapport dat het slecht gaat met diersoorten op het boerenland en in heidegebieden. In het recentelijk verschenen Living Planet Report Nederland benoemt de organisatie dat sinds 1990 veel populaties zijn gehalveerd.
Intensivering van de landbouw en de hoge stikstofuitstoot van de veehouderij zouden de grootste oorzaken zijn. Daarnaast hebben ook bestrijdingsmiddelen en verdroging een negatief effect op de biodiversiteit.
Zorgwekkend
Het Wereld Natuur Fonds pleit daarom voor een snelle en structurele vermindering van de stikstofuitstoot. Door snelgroeiende grassen die van stikstof houden, vergrast de heide in een rap tempo. Unieke planten worden overwoekerd en open plekken groeien dicht, waar de voedselplanten van veel vlinders en andere insecten erg onder lijden. Op insectenetende dieren heeft het tekort aan insecten vervolgens weer een negatief effect: vogelsoorten als de korhoen en tapuit worden ernstig bedreigd, de duinpieper is al verdwenen en ook de boomleeuwerik heeft het moeilijk.
Noodzaak
Om de paarse heiden een kans te geven om te herstellen, is een samenwerking met boeren cruciaal volgens Kirsten Schuijt. De directeur van het WNF vindt dat alle partijen zich samen over een oplossing moeten buigen, in plaats van de boeren tegenover de natuur te zetten. Zij acht het noodzakelijk dat de politiek spoedig met een beleid voor de lange termijn komt.
Al heeft het inzetten van extra begrazing door schapen en runderen geen effect gehad op de vermindering van de populaties, schrijven onderzoekers dat de heide, met gericht beheer, paars kan blijven. Hoewel hier voorheen veel meer kruiden, insecten en vogels voorkwamen, gaat het met soorten die geen specifiek leefgebied nodig hebben wel beter: deze populaties stabiliseren.
Bron: Wereld Natuur Fonds