Stef Bos (1961) is singer- songwriter en woordkunstenaar. Hij heeft iets met het buitenleven, en schreef voor ons deze column. Stef tourt momenteel door Zuid-Afrika, Namibië, Nederland en België met de voorstelling ‘Bloudruk’. Lees hier over de natuur en hoe hij de connectie terugvond.
Ik ben opgegroeid op de zuidelijke rand van de Utrechtse Heuvelrug. Daar waar de uiterwaarden van de Rijn en de bossen rond Amerongen nooit ver weg waren. Toch heb ik altijd een wat afstandelijke verhouding gehad met wat wij ‘De Natuur’ noemen.
Zat misschien teveel in mijn hoofd en in de boeken, en vergat de omgeving te lezen waar ik woonde. Dat veranderde allemaal toen ik met een Zuid- Afrikaanse vrouw trouwde die gewend was in de Cederbergen rond Kaapstad in de openlucht te bivakkeren en de natuur zag als het grote organisme waarvan wij deel uitmaken. Het was een beetje met vallen en opstaan maar ik moest veranderen. Want ook mijn drie kinderen bleken tot klimgeiten op de Tafelberg uit te groeien en kenden al snel meer van onze planeet en het dierenrijk dan ik. Het is nooit te laat om je Verwysingsraamwerk (Afrikaans voor ‘perspectief’) te veranderen en eerlijk gezegd was dat ook nodig, want ik liep tegen de grenzen van mijn verstand aan.
Als je íets kunt ervaren in de natuur, dan is het dat: je komt thuis in het organisme waarvan je deel uitmaakt. Ga maar eens onder een boom liggen en je ziet je hele leven in de vertakkingen van de kruin met daarachter de wolken. En onder de grond ligt nog zo’n wonderlijk vlechtwerk van wortels. Voor een Belgisch tv-programma werd ik vier dagen alleen gedumpt in een bos in de Ardennen.
Een Bos in een bos. Een louterende ervaring. Te midden van de bomen stond een piano waarop ik samen kon spelen met de vogels en de wind. Op een dag vond ik de dwarsdoorsnede van een boom en zag wederom mijn leven passeren in de jaarringen: de ene ring nog grilliger dan de ander met af en toe een litteken van een blikseminslag. Ik dacht: Bos, je rent altijd maar vooruit. Kijk nou eens naar die houten landkaart en ga terug naar waar je vandaan komt. Dan is het beter te bepalen hoe je verder wilt gaan. De natuur is een zelfhulpboek zonder woorden.
Voordat we werden bekeerd tot het christendom was de natuur onze god, de eik heilig en waren de heksen onze apothekers. Want veel medicijnen lagen voor het oprapen om ons heen. Ook de muziek speelde een rol: die kon ons in een trance brengen die een gevoel van troost, weemoed en levensvreugde gaf. Daardoor konden we onszelf ontstijgen naar het grotere geheel waarvan wij allemaal deel uitmaken. Al jaren is dat wat er bij mij gebeurt op het podium als het een mooie avond is. Ik ontstijg mezelf, laat mijn ego achter en word één met het lied en het verhaal.
Vorig jaar speelde ik een voorstelling met Rob Chrispijn, een groot tekstschrijver en: hij is een vogelaar. Weet alles van paddenstoelen. We speelden op een mooie septemberavond in de Andreuskerk in Amerongen, en kort voor de voorstelling maakten we een wandeling. Ik kreeg de mooiste biologieles ooit over vogels en hun gedragingen, en het paddenstoelennetwerk dat zich onder de grond bevindt. Het werd een wonderlijke avond. Alles wat we tijdens de wandeling hadden gezien deed mee in onze verhalen. Als je op het podium een deel wordt van een groter geheel, hangt er magie in de lucht.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Center Parcs.