Droom als werkelijkheid beleven
's Nachts opstaan en naar de kledingkast lopen om je kleren aan te doen of gewoon een rondje in de slaapkamer lopen; slaapwandelaars zijn 's nachts actief. Het lijkt alsof ze wakker zijn, maar de hersenen staan nog in de slaapstand.
Slaapwandelen komt vaak voor: circa 15 procent van de kinderen zou minstens één keer geslaapwandeld hebben. Jongens slaapwandelen vaker dan meisjes en het ontstaat meestal vanaf een leeftijd van vier jaar oud. Normaal gesproken verdwijnt het vanaf de pubertijd.
Aankleden en spullen pakken
Slaapwandelen ontstaat, net als dromen, tijdens het verwerken van alle dingen die u overdag mee heeft gemaakt.
Normaal gesproken kunnen de hersenen de hoeveelheid informatie van overdag prima aan, maar soms komen er veel nieuwe dingen op u af. Als bijvoorbeeld spanningen en stress voor iemand een grote rol spelen, kan de kans op slaapwandelen toenemen.
De hersenen sturen tijdens de REM-slaap het lichaam aan om bepaalde acties te ondernemen. Het slaapwandelen begint meestal één tot drie uur na het inslapen en het kan zich die nacht nog een aantal keer herhalen. Meestal zijn dit bewegingen en activiteiten die men elke dag herhaalt, zoals bijvoorbeeld aankleden en spullen pakken.
Soort trance
Bij slaapwandelen bevind u zich in een soort trance of andersoortige realiteit. De slaapwandelaar beleeft de droom als werkelijkheid. De zintuigen draaien op volle toeren en zijn vaak scherper dan overdag.
Bij slaapwandelen loopt u door het huis zoals een blinde dat kan, zonder te struikelen. U bent sneller en sterker dan overdag, hebt minder remmingen, bent alerter en reageert puur op uw intuïtie en uw gevoel.
Het geheugen functioneert niet, wat verklaart dat iemand die slaapwandelt zich achteraf niks herinnert. Zo'n 'aanval' duurt doorgaans enkele minuten tot een half uur. Meestal brengt slaapwandelen geen gevaren met zich mee, behalve in zeldzamere vormen. Bijvoorbeeld risicoslaapwandelen, waarbij de slaapwandelaar de straat op gaat of kans heeft om te vallen.
Aan slaapwandelen kan niet veel gedaan worden. Belangrijk is het daarom om de slaapomgeving zo in te delen dat de slaapwandelaar zichzelf niet kan bezeren en geen risico's loopt. Sluit ramen en deuren naar buiten en zorg voor een opgeruimde vloer.