Versleten knie of heup: 'Slijtage door artrose is de belangrijkste oorzaak'

Wandelen, dansen, sporten: ook als je niet meer piep bent wil je daar gewoon mee doorgaan. Alleen werken knieën en heupen niet altijd mee. Gaat het echt mis? Dan is een prothese een optie. Chirurgen Mark Zee en Heinse Bouma vertellen hoe die − en de medische zorg eromheen − steeds beter worden.
Jaarlijks plaatsen kniechirurgen 28.000 gehele knieprotheses en bijna 8000 halve knieprotheses, blijkt uit de laatste cijfers (2023) van de Landelijke Registratie Orthopedische Interventies (LROI). En dat aantal is groeiende, in 2010 ging het nog om 18.000 gehele knieprotheses. Dat heeft een duidelijke oorzaak. “Mensen vragen meer van hun knieën en op het moment dat ze klachten hebben, willen ze graag geholpen worden om daarvan af te komen”, vertelt Mark Zee, kniechirurg bij Bergman Clinics. “Dat zien we ook terug aan de steeds grotere groep 50- en 60-jarigen die een versleten knie heeft. Een lastige groep, want ze zijn vaak nog heel actief en verwachten dat ze dat ook kunnen blijven met hun knieprothese. Doordat ze nog zo actief zijn, slijt hun prothese ook eerder.” Maar de grootste groep patiënten bestaat nog steeds uit 65-plussers, zo rond de 65 is ook de ideale leeftijd voor een knieprothese. “Je kunt er prima mee wandelen, fietsen en tennissen. Bij normaal gebruik doen mensen van 65 jaar gemiddeld twintig of zelfs 25 jaar met hun prothese.”
De meeste protheses gaan twintig jaar of langer mee
Versleten knie door artrose
Een overgrote meerderheid, zo’n 95 procent, van de mensen die een kunstknie krijgt, heeft een versleten knie door artrose. “Artrose is een geleidelijk proces waarbij het gewrichtskraakbeen steeds dunner wordt. Pas aan het eindstadium van de artrose is een knieprothese een goede oplossing. Als je te vroeg in het slijtageproces een knieprothese plaatst, is de kans groot dat iemand niet tevreden is met de prothese. Daarom is het belangrijk dat de knie helemaal ‘op’ is.” Dat wordt bepaald aan de hand van de ernst van de klachten en via een röntgenfoto. “Er moet een combinatie zijn van invaliderende pijnklachten en een knie waarbij er geen kraakbeen meer te zien is op de röntgenfoto: de ruimte tussen de botten is nog maar heel klein. Dat noemen we bot-op-botslijtage. Is van beide sprake, dan is er een goede reden voor een knieprothese”, legt Zee uit. Dan is er nog de keuze tussen een hele en halve prothese. “Die keuze is afhankelijk van het slijtagepatroon in je knie. Ongeveer een derde van de mensen met artrose heeft alleen slijtage aan de binnenkant. Een halve prothese is dan een goede oplossing. Maar er zijn ook mensen die hun hele knie slijten, zowel de binnen- als de buitenkant. Dan is een gehele knieprothese het advies.”
Soorten protheses
Er zijn twee manieren om de prothese vast te maken aan het bot, gecementeerd en ongecementeerd. “De gecementeerde versie is met een laagje botcement, een soort tweecomponentenlijm. Daarmee is er een verbinding tussen het metaal van de prothese en het bot. Dat cementlaagje geeft alleen een iets grotere kans op complicaties, doordat je het ook weer weg moet halen. Wij gebruiken nu nog bij de gehele knieprothese de gecementeerde versie, de halve knieprotheses plaatsen we al ongecementeerd.”
Zee verwacht dat de ongecementeerde gehele knieprotheses een vlucht gaan nemen. “Er is een nieuwe manier waarbij de prothese aan de achterzijde een soort coating krijgt waardoor het bot kan ingroeien op dat metaal. Dat wordt bij de heupen al gedaan, maar bij de knieën zijn er heel andere krachtoverdrachten. Daardoor gingen eerdere versies van deze protheses minder lang mee. Nu we die coating hebben verbeterd, gaan ook die ongecementeerde knieprotheses langer mee.”
Terug naar de oorspronkelijke stand
Naast het vernieuwende technische aspect van de prothese, plaatsen de orthopedisch chirurgen bij Bergman Clinics de afgelopen jaren de protheses meer patiëntspecifiek. “Vroeger moesten we de prothese bij elke patiënt recht in de knie plaatsen voor een recht been. Maar niemand heeft kaarsrechte benen – iedereen heeft een klein beetje O of X. En de protheses zijn beter geworden, waardoor we bij iedere patiënt terug kunnen naar de oorspronkelijke stand en functie van de knie.” Bovendien is de zorg voor de patiënt beter vergeleken met tien jaar geleden, aldus Zee. “Mensen lagen toen nog vijf dagen in het ziekenhuis, twintig jaar geleden nog twee weken en nu is het vaak maar één nacht. Dat is een veel belangrijkere vooruitgang dan die operatietechnieken.”
Bij Bergman Clinics kun je tot je 80ste geopereerd worden. “Dat komt doordat wij geen intensive care en geen specialisten in dienst hebben die gespecialiseerd zijn in zorg voor 80-pluspatiënten. Daarom moet je bij ons aan bepaalde voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor een operatie. In ziekenhuizen is er geen leeftijdsgrens en wordt vooral gekeken hoe fit een patiënt is. Dus als je een fitte 85-jarige bent, kun je in een ziekenhuis nog steeds geholpen worden aan een knieprothese.”
Revalidatie en herstel
Het is belangrijk de revalidatie en het herstel erna niet te onderschatten. “De eerste vier tot zes weken moet je met krukken lopen. Het is belangrijk de prothese dan vooral soepel te maken, veel buigen en strekken. Om de beenspieren sterker te maken kun je na zes weken starten met krachttraining. Gemiddeld gaan mensen twee keer per week naar de fysiotherapeut. Meestal zijn ze na drie maanden fysiotherapie voor 80 procent hersteld. Maar pas een jaar na de operatie is de hele revalidatie klaar.” Daarna kan een deel van de mensen niet meer goed op zijn knieën zitten of diep hurken. “Een kunstknie geeft zeker wat beperkingen, maar als je daarna weer zonder pijn kan wandelen of fietsen is dat voor veel mensen al een enorme vooruitgang”, aldus Zee.
Kunstheup bij 40-plussers
Het aantal heupprotheses neemt ook toe: in 2023 werden 36.000 heupen vervangen, in 2010 23.000. Ook bij de heup is slijtage door artrose de belangrijkste oorzaak. Het grote verschil met de knie: bij de heup hoef je niet te wachten tot deze ‘op’ is. “Als je verwacht dat de functie van het gewricht verbetert als je hem vervangt en als de patiënt ‘voldoende’ klachten heeft, dan heeft een operatie zin. Vooral bij pijn in de nacht of als de mobiliteit van het gewricht zo achteruit is gegaan dat het de houding aantast, zijn dat goede redenen voor een heupprothese”, legt Heinse Bouma, heupchirurg bij Bergman Clinics uit. De laatste jaren zijn chirurgen mensen onder de 50 jaar juist eerder gaan behandelen. “Vooral omdat heupprotheses de afgelopen vijftien jaar zijn verbeterd. De meeste gaan nu twintig jaar of langer mee. Ook heb je bij een heup meer mogelijkheden dan bij een knie. Je kunt makkelijker losse elementen vervangen, bijvoorbeeld alleen de kom of de steel.” De heup wordt in Nederland meestal van voren of achteren geplaatst. “Ik doe de voorste benadering. Die techniek heeft als voordelen dat het minder pijn geeft na de operatie en in de ogen van de patiënt, een sneller herstel.”
Hoe fitter je de operatie in gaat, hoe sneller het herstel
Een nieuwe heup in één dag
Daarnaast zijn ook bij de heupoperaties tegenwoordig meer dagopnames. “Dat komt doordat we medicatieaanpassingen zijn gaan doen. Zo geven we nu meer ontstekingsremmers tijdens de operatie en geven we een ander soort narcose, zodat patiënten minder last hebben van misselijkheid. En ik geef nog één keer een extra verdoving bij de zenuwen voor minder pijn. Hierdoor is bij ons in anderhalf jaar tijd het aantal dagopnames van 3,8 naar 28 procent gegaan. De technieken en protheses veranderen steeds minder, maar we blijven het comfort van de patiënt en het nabehandelprotocol steeds verbeteren.”
Na de operatie duurt het een jaar voordat de heup helemaal hersteld is en alle bewegingen weer automatisch gaan. “Je loopt in het begin met krukken, na twee weken begin je met fysiotherapie en na acht weken mag je met krachttraining beginnen. En dan is het advies ook de spieren aan de voorkant te rekken. Dat is belangrijk, want door de slijtage van de heup ben je meer voorover gaan lopen, waardoor de spieren korter zijn geworden. Daar kun je last van krijgen zodra je rechterop gaat staan. Meestal heeft iemand tien weken fysiotherapie nodig. Dat ligt er ook aan hoe fit je de operatie in gaat. Daarom adviseren we iedereen om van tevoren te trainen, gezond te eten en niet te roken. En twee weken voor de operatie te stoppen met alcohol en eiwitrijke voeding te eten. Die eiwitten heb je nodig om de wond te laten herstellen”, besluit Bouma.
Een andere versie van dit artikel verscheen eerder in Plus Magazine april 2025. Abonnee worden van het blad? Dat doe je in een handomdraai.
- Plus Magazine