Lumbale laminectomie verlicht de druk op beschadigde zenuwen en ruggengraat.
De wervelkolom bestaat uit 33 wervels die behuizing en bescherming bieden aan het ruggenmerg. Deze wervels worden van elkaar gescheiden, en beschermd, door tussenwervelschijven.
Wanneer een schijf bekneld raakt, kan deze uitpuilen of scheuren, en op een zenuw drukken die op die plek uit het ruggenmerg komt. Dat kan matige tot ernstige pijn opleveren. Ook kan extra aangroei van bot, ook wel "sporen" genoemd, tegen een zenuw drukken. Wanneer zich in het centrale kanaal van de wervel een botspoor vormt, raakt ook het ruggenmerg bekneld.
Een operatie waarbij de lendenwervelbogen worden verwijderd (medische benaming: lumbale laminectomie) kan de druk op de beschadigde zenuw en de ruggengraat verlichten. Bij lumbale laminectomie maakt de chirurg een kleine incisie in de huid langs de lendenwervel. De spieren worden van elkaar gescheiden; daardoor komt het bot bloot te liggen. De weefsellaag ('lamina') van de wervel wordt langzaam en voorzichtig verwijderd. Hierdoor komen de beknelde zenuw en het ruggenmerg weer vrij te liggen, en daardoor neemt de druk af. De chirurg schuift de zenuw voorzichtig opzij en verwijdert het uitpuilende deel van de schijf. De druk en pijn zijn nu van de zenuw weggenomen. De spieren worden weer op hun plaats gebracht en de incisie wordt gehecht.
Deze operatie kan verschillende complicaties met zich meebrengen, die vooraf met de dokter moeten worden besproken.