Bijwerkingen van je work-out
Een fanatieke training gaat vaak gepaard met flink zweten en heeft regelmatig spierpijn tot gevolg. Dit zijn echter niet de enige bijwerkingen van sporten. Ook de volgende klachten komen veelvuldig voor.
1. Loopneus
Bijna de helft van de atleten heeft last van een zogenaamde sport-loopneus. Vooral hardlopers, fietsers en skiërs krijgen vaak te maken met overmatig snot. Hevige inspanningen kunnen de trigger zijn, maar vaak gaat het om een combinatie van factoren.
Je produceert iedere dag een liter snot. Dit slijm moet de ingeademde lucht reinigen en bevochtigen voordat het in je longen terecht komt. Daar merk je niets van, want je slikt het gewoon door. Pas als er veel meer slijm wordt geproduceerd dan gemiddeld, loopt het er aan de voorkant uit. Irritatie is altijd de oorzaak van deze overproductie. Door stofdeeltjes, pollen of koude, droge lucht bijvoorbeeld.
Een snotneus wordt vaak nog erger doordat je ogen ook meedoen. Koude lucht irriteert niet alleen de neus, maar ook de ogen. Het traanapparaat wordt daardoor automatisch actief met tranende ogen als gevolg. Een deel van het traanvocht wordt echter ook via de neus afgevoerd.
Met binnensporten kun je veel irritatie en dus een loopneus voorkomen. Een sportzonnebril beschermt in ieder geval je ogen, wat de hoeveelheid snot kan verminderen. Je kunt ook een neusspray (zoutoplossing, gebruiken voor je gaat sporten, maar dit effect is van korte duur.
2. Misselijkheid of poepen
Maag- en darmklachten komen veel voor tijdens het sporten. Naar schatting heeft zo'n 30 tot 50 procent van de sporters, vooral hardlopers, hier wel eens last van. Klachten als misselijkheid en braken, maar ook pijn in de zij, aandrang tot ontlasting, daadwerkelijke ontlasting en diarree. Verschillende factoren, zoals genetische aanleg, voeding, vochtbalans, en ook psychologische factoren zoals stress, spelen een rol.
Over het waarom is nog veel onduidelijk. Algemene oorzaken van klachten zijn het bewegen van de ingewanden tijdens het sporten, een verstoorde beweeglijkheid van het maag-darmstelsel en een zuurstoftekort. Het bloed wordt tijdens het sporten meer richting de spieren gestuurd, waardoor er minder beschikbaar is voor de ingewanden.
Als je vaak last hebt van je darmen tijdens of na het sporten is het belangrijk om je voedingspatroon rond de training aan te passen. Eet bijvoorbeeld maximaal twee uur voordat je gaat sporten, gebruik vlak voor een training alleen vloeibaar voedsel en drink voldoende water. Kort voor het sporten naar het toilet gaan wil ook nog wel eens helpen.
Ben je snel misselijk tijdens het sporten? Houd dan bij wat je eet en probeer producten die je gegeten had voor het sporten toen je misselijk werd, te vermijden. Te veel vezels spelen ook een rol. Experimenteer tijdens het sporten met verschillende drankjes. Bij de een werkt water het beste om de maag rustig te krijgen, maar ook sportdrank of zelfs limonade kunnen helpen.
3. Trillende spieren
Trillende spieren komen vooral voor bij beginnende sporters en bij gevorderde sporters die zwaar trainen. Ze ontstaan dan ook op het moment dat een spier hard moet werken. Je vraagt meer van je spier dan hij aan kan, waardoor de spier ongecontroleerd wordt opgerekt en samengetrokken. Er ontstaan hele kleine scheurtjes in de spier. Niets ernstigs, want deze scheurtjes zorgen er juist voor dat de spier sterker wordt. Je lichaam krijgt eigenlijk een teken dat de spier verstevigd moet worden.
Een mogelijke oorzaak van spiertrillingen is een veranderende samenstelling van onopgeloste zouten (elektrolyten) die elektrische signalen van de zenuw naar de spier sturen. Overmatig zweten of gebrek aan vocht ligt vaak aan die verandering ten grondslag. Voldoende drinken is dus ook hiervoor van groot belang. Als je lang en intensief traint, kan een sportdrank ook wat elektrolyten aanvullen. Een magnesiumtekort kan ook spiertrillingen veroorzaken.
Overigens kan de oorzaak ook liggen in de efficiëntie waarmee het zenuwstelsel een bepaalde spier aanstuurt. Bij het aanleren van een nieuwe beweging (of bij nieuwe spiervezels) werkt deze aansturing nog niet zo goed. De spieren moeten leren om adequaat te reageren op de signalen uit het zenuwstelsel. Met training kan deze vorm van spiertrillingen dus minder worden.
Een andere mogelijke verklaring voor de trillingen is dat de glycogeenvoorraad in de spier laag is. Snelle suikers (zoals dextrose) kunnen dan uitkomst bieden. Het rekken van de spier of de spier rust geven kan de trilling ook verlichten. Door de spier te rekken, komen de spiervezels op rek te staan en kunnen ze niet samentrekken.
4. Refluxklachten
Boeren, brandend maagzuur, pijn achter het borstbeen: als je bukt, gaat liggen of als de druk in je buik toeneemt, kun je last krijgen van deze klachten. En laten dat nou net bewegingen zijn die je met sporten nog wel eens uitvoert. Bij opdrukken bijvoorbeeld of als je zware gewichten tilt.
Om deze klachten te voorkomen is het belangrijk om niet te snel te gaan trainen na een maaltijd. Wacht zeker één uur, maar liever nog iets langer. Je geeft de maag dan de tijd om rustig zijn werk te doen. Tegen de tijd dat je gaat sporten, is je lichaam nog aan het verteren en wordt er niet meer zoveel maagzuur aangemaakt. Zeker het eten van een grote pittige maaltijd is geen aanrader.
Overigens zorgt overgewicht ook voor extra druk op de maag. Net als te strakke kleding. Als je vaak last hebt van brandend maagzuur is het verstandig om lossere sportkleding te dragen. Door gezond te eten en veel te bewegen, kun je ook wat overgewicht verliezen.
5. Duizeligheid
Een draaierig gevoel tijdens of na het sporten komt relatief veel voor. De oorzaken zijn redelijk divers. Het is vaak een verschijnsel van uitdroging: je hebt te weinig water gedronken. Te weinig eten kan ook tot duizeligheid lijden, zeker als je bijvoorbeeld sport voor het ontbijt. Een lage bloedsuikerspiegel is dan de boosdoener.
Verder kan een onjuiste ademhaling een rol spelen bij duizeligheid. Veel mensen vergeten tijdens krachtinspanningen adem te halen: soms wordt de adem ingehouden of de ademhaling is oppervlakkig en versneld. Ook abrupt stoppen met bewegen heeft weleens draaierigheid tot gevolg. Tijdens het trainen pompt je lichaam namelijk sneller bloed door het lichaam en zijn de bloedvaten verwijd. Zodra je stopt vertraagt het pompen, maar de bloedvaten blijven nog even wijd. Bij plotseling stoppen daalt de bloeddruk en kun je klachten ervaren. Een cooling down of langzaam afbouwen helpt dit voorkomen.
Houden klachten lang aan, komen ze veelvuldig voor of ervaar je ze als zeer pijnlijk of belastend: dan is het verstandig om een bezoekje aan de huisarts te brengen. Niet altijd worden deze klachten veroorzaakt door het sporten.