Je kan de beste sloten hebben, maar als je de deur open laat staan komen ze alsnog binnen. Ook al is dit voorbeeld een open deur; er zijn wel degelijk dingen waar niet iedereen aan denkt als het om inbraakpreventie gaat.
1. Wek een bewoonde indruk
Hoewel je in werkelijkheid echt van huis bent, hoef je dit natuurlijk niet te laten merken. Sterker nog, als een huis er bewoond uitziet, loopt een inbreker liever door om geen risico te nemen. En dat gaat echt om details, van koffiekopjes op tafel tot een krant die over de stoelleuning hangt. Een bewoond huis is nooit helemaal opgeruimd. Zorg er dus ook voor dat de tuin door een familielid of buurman wordt onderhouden. Een verwaarloosde tuin is het ultieme teken dat de bewoners al dagen weg zijn.
2. In de spotlights
Een hoge heg of een schutting om de tuin geeft privacy, maar ook beschutting aan inbrekers. Ze kunnen zo eerst een hoop spullen kwijt in de tuin voordat ze alles in de auto laden. Zorg ervoor dat de tuin niet volledig beschut is en maak zowel de voor- als achterdeur goed zichtbaar, bijvoorbeeld met een grote buitenlamp.
3. Denk aan social media
Niemand is nog zo naïef om een briefje op het raam te plakken met de tekst: ‘Wij zijn tot 1 augustus met vakantie’. Maar tegenwoordig hebben inbrekers zo'n briefje niet meer nodig, ze hebben immers internet. Veel mensen zetten op social media dat ze op vakantie gaan of ze houden een reisverslag bij. Wees daar voorzichtig in; er zijn online groepen waarin inbrekers elkaar wijzen op adressen die onbewoond zijn.
4. Ook handig: tijdschakelaars
Zet de verlichting op tijdschakelaars en doe dat op verschillende plekken in huis, zoals de woonkamer, de keuken en de slaapkamer. Laat het licht op verschillende momenten uit en aan gaan. Een inbreker die twee keer langs loopt, ziet dan het licht op verschillende plekken branden en denkt dat er mensen thuis zijn. Let op: de gordijnen moeten natuurlijk wel dicht zijn.
5. Pas op voor babbeltruc
Ook al heb je soms snel door of iemand te vertrouwen is, nog steeds worden veel mensen het slachtoffer van babbeltrucs. Oplichters gaan steeds slimmer te werk. Ze doen zich bijvoorbeeld voor als een medewerker van de thuiszorg.