Een gezinslid dat tijdelijk ergens anders woont, is gewoon meeverzekerd op de inboedelverzekering. Is er op het tijdelijke adres schade, dan moet de inboedelverzekering dat vergoeden.
Dat blijkt uit een bindende uitspraak van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening van het Kifid. Een verzekerde laat de zolderkamer van haar dochter verbouwen. Tijdens die verbouwing woont de dochter tijdelijk elders in een kantoor dat ze heeft ingericht om te wonen, inclusief wasmachine, douche, bed en tv. Als er bij de buren brand uitbreekt, raken al haar spullen volledig doorgerookt en ze zijn niet meer schoon te krijgen. De verzekerde claimt dit op de inboedelverzekering, maar de verzekeraar weigert te betalen omdat de dochter permanent op een ander adres woont. Ook als de tussenpersoon de verzekering schrijft dat de dochter tijdelijk elders woont, blijft de verzekeraar bij de weigering.
Zelfstandig wonen
De Geschillencommissie is het met de verzekerde eens. De dochter heeft haar tijdelijk woonruimte inderdaad zo ingericht dat ze er langer zou kunnen blijven wonen. Maar dat wil niet zeggen dat ze dat ook daadwerkelijk zou gaan doen. Bovendien heeft de eigenaar van de woning verklaard dat hij het kantoor slechts drie maanden zou verhuren. Ook klopt het dat de dochter ooit zelfstandig zou gaan wonnen, maar het is niet gezegd dat dat nu al het geval was. De dochter is dus nog inwonend en dus verzekerd op de inboedelverzekering. De verzekeraar moet de rookschade vergoeden.
- Kifid