Herfst, tijd om in het bos te dwalen, genietend van al die bomen die daar in de meest fantastische goud- en roodtinten staan te pronken. En natuurlijk de tijd van paddenstoelen zoeken. Sommige paddenstoelen blijken echter behoorlijk verraderlijk.
Aardappelbovist
Deze paddenstoel doet zijn naam eer aan, want ja, hij lijkt echt een beetje op een pieper. Vergis u echter niet: deze paddenstoel is giftig. De aardappelbovist heeft nagenoeg geen steel en een ruw oppervlak. U komt deze paddenstoel vooral tegen op zandige gronden.
Gewoon eekhoorntjesbrood
Alleen vanwege zijn naam al een vermelding waard: u ziet die peuzelende eekhoorn al bijna voor zich. In aanvang is deze paddenstoel nog bol en licht van kleur, maar naarmate hij langer staat wordt hij donkerder en platter. Opvallend kenmerk van eekhoorntjesbrood is de steel: die is bol en loopt naar boven smaller toe. Gewoon eekhoorntjesbrood is een goed eetbare paddenstoel.
Elfenbankjes
Opnieuw een paddenstoel die qua naam meteen een beeld oproept: het elfenbankje. Deze groeit vaak op boomstronken en bijna altijd dakpansgewijs in groepjes bij elkaar. De hoed van het elfenbankje is waaiervormig, dun en vooral heel mooi, met ringen in verschillende kleurschakeringen. Elfenbankjes zijn dan ook bijzonder fotogeniek. Eetbaar zijn ze trouwens ook, maar volgens de kenners niet bijzonder smakelijk.
Fluweelpootje
Een paddenstoel die zijn naam eer aandoet, want het pootje heeft een fluweelachtig oppervlak. De hoed van deze paddenstoel doet een beetje denken aan honing, zowel qua kleur als qua uiterlijk: enigszins glanzend. Hij groeit altijd in groepen, onder meer op loofbomen. Het fluweelpootje is eetbaar en wordt dan ook veelvuldig gekweekt. Bijzonder daarbij is dat het gekweekte fluweelpootje langer, dunner en spierwit van kleur is – een heel andere verschijningsvorm dus dan de wilde variant.
Geschubde inktzwam
Dit is een paddenstoel die liever in het weiland dan in het bos staat. U herkent hem aan zijn hoge hoed met rafeltjes. De geschubde inktzwam is in eerste instantie langgerekt en wit, maar kleurt later zwart en vervloeit uiteindelijk. De inktdruppels bevatten sporen waaruit nieuwe paddenstoelen kunnen ontstaan. Zolang deze inktzwam nog helemaal wit is, is hij eetbaar.
Stobbezwammetje
Deze paddenstoel groeit in dichte groepen bij elkaar en doet dat op stobben en stronken van loofbomen – vandaar zijn naam stobbezwammetje. Zijn hoed heeft een kaneelachtige kleur, maar als het erg droog is, wordt die hoed wat lichter van kleur. De hoed is ook het eetbare deel van het stobbezwammetje en hoewel hij zoetig ruikt, smaakt hij enigszins bitter.
Vliegenzwam
Het prachtige huisje van kabouter Spillebeen en zijn vriendjes is ongetwijfeld een van de mooiste paddenstoelen: de vliegenzwam. De rode hoed van de vliegenzwam is in eerste instantie bol van vorm, naarmate hij langer staat wordt de hoed platter. Hij is vaak te vinden onder berken en sparren. De vliegenzwam is in principe geen eetbare paddenstoel, maar koks in Japan hebben een speciale bereidingswijze die de toxiciteit van de paddenstoel teniet schijnt te doen. In ons land valt de vliegenzwam onder de Opiumwet: de paddenstoel bevat namelijk stoffen die een bedwelmend effect hebben.