Getty Images
Jarenlang vroeg Jan Peter van Seters (69) zich af of zijn overleden moeder van hem had gehouden. Totdat er een koffer werd gevonden. In honderden door haar geschreven brieven vond hij het antwoord.
We treffen elkaar in het Biesbosch Museum, dat met zijn hoekige, met gras bedekte dak mooi in het landschap opgaat. Geen wonder dat het in juli 2016 na een renovatie heropende gebouw architectuurprijzen heeft gewonnen. De achterkant is geheel van glas en de zon zet Jan Peter van Seters binnen met een op tafel uitgestalde koffer vol in het licht. De inhoud ervan houdt hem al jaren in de greep en gaf antwoord op veel vragen. “Via 350 brieven weet ik nu meer van mijn moeder dan ik ooit heb geweten tijdens haar leven.” De brieven zijn in een mooi handschrift geschreven; ze maken me nieuwsgierig naar het verhaal achter de koffer en het leven van Jan Peter. We hebben een wandeling lang om erover te praten. Jan Peter kent dit gebied, maar dan vooral vanuit een roeiboot. “Ik wilde mijn hele leven al roeien en nu doe ik dat twee keer per week”, glundert hij. Hij wijst naar de meanderende kreek: “Je kunt hier bevers treffen, die zwemmen soms naast de boot; ze zijn al aan mensen gewend.”
Toen Jan Peter 6 jaar was, overleed zijn vader. Omdat zijn moeder plotseling de kost moest verdienen, werden zijn oudere broer, zus en hij in een kindertehuis ondergebracht. “Ik herinner me alleen nog dat er een keer een haan werd geslacht en dat we lauwe andijviestamppot aten. Dat vind ik nog altijd niet lekker.” Na twee jaar haalde zijn moeder de kinderen weer naar huis en groeiden ze op in een eenoudergezin. “Ik herinner me praktisch niets van mijn eerste twaalf levensjaren. Vooral niet dat mijn moeder lief voor me was, terwijl ik dat zo graag wilde voelen.” Op 25-jarige leeftijd trouwde Jan Peter. Zijn vrouw en hij kregen twee kinderen. Van het ontbreken van een vader en het gat in zijn jeugdherinnering hield hij zijn hele leven last. Hij vroeg zijn moeder er veel over, maar tot zijn grote verdriet vertelde die er nauwelijks over. Jan Peter kreeg last van gordelroos en kreeg, net als zijn vader, een hartaanval. Toen hij via zijn werk een cursus zelfontwikkeling volgde, kwamen alle emoties naar buiten. “Ik moest daar mijn levensloop tekenen en alle belangrijke momenten aangeven. Nou, toen ging er een kraan open…”
Het verleden bleef hem bezighouden, tot in 1992 zijn moeder op 82-jarige leeftijd overleed en zijn broer bij het opruimen van haar woning een bruine koffer in de berging ontdekte. “Er bleken honderden door haar geschreven brieven in te zitten!” Jan Peter is opnieuw stil van dat magische moment. De ontdekking gaf Jan Peter nieuwe hoop. Zou hij dan toch vinden wat hij al die jaren had gezocht? “Van de dagboeken waren de blaadjes uitgescheurd, maar de brieven had ze niet vernietigd. Bewust?” Jan Peter schiet vol. Hoe weinig wist hij van zijn eigen moeder en hoe graag wilde hij meer weten! We stappen goed door. Ook al is het lekker wandelweer voor de tijd van het jaar, een muts is geen overbodige luxe met de wind die hier vaak waait. Jan Peters verhaal over het raadselachtige leven van zijn moeder past in het mysterieuze landschap van dit unieke zoetwatergetijdengebied. We zien groene paadjes, veel water en riet, kleine geknotte wilgen en gele spindotter, een bloem die typisch voor de Biesbosch en het Hollandse polderlandschap is.
De brieven waren ongedateerd en niet gesorteerd. Hij begon te lezen, probeerde te snappen over wie en wat het ging. Zijn vrouw Ria zei dat hij er bijna in verdween. Het bleek te gaan om een intensieve briefwisseling tussen zijn moeder (in 1938 27 jaar), haar zus Mies (30 jaar) en hun moeder Antje (62 jaar). Tussen 1938 en 1951 schreven ze elkaar over alledaagse zaken, deels tegen de achtergrond van de oorlog. Over het huis van Jan Peters oma Antje en over de glaszaak van zijn vader die werd gebombardeerd. Over het doodgeboren kindje van zijn moeder. Over tante Mies die ook graag kinderen wilde, wat niet lukte. Over de geboorte van zijn zus en broer. En dan volgen er vele brieven over Jan Peters eigen geboorte in 1948. “Uitentreuren heeft mijn moeder beschreven wat voor baby ik was en hoe ontzettend blij ze met me waren. Mijn bijnaam was Peppie. Dat ik was gekomen, was een groot feest voor mijn ouders.” En wat voor feest het voor Jan Peter was om deze brieven te lezen, straalt nog altijd van zijn gezicht. Doordat kort na elkaar tante Mies, oma Antje en de vader van Jan Peter zijn overleden, stopte de briefwisseling. Jan Peter: “Ik weet nog goed dat toen moeder het bericht kreeg dat vader was gestorven, wij naar de speeltuin werden gestuurd.” Zijn vader stierf aan een hartstilstand. Aan de periode die volgde, heeft Jan Peter geen herinneringen. “Dat was een vorm van zelfbescherming, denk ik.” Pas als hij op de hbs zit, maakt hij weer nieuwe herinneringen.
Voor wat zijn moeder heeft moeten doorstaan kreeg hij steeds meer begrip, met hulp van de brieven. “Haar zus Mies had zichzelf van het leven beroofd, haar moeder was overleden en haar man ook, op zo’n jonge leeftijd. Ze bleef achter met drie kleine kinderen, die door toedoen van kerk en regenten in een tehuis werden gestopt.” Als langstlevende bewaarde zijn moeder de brieven die de drie vrouwen al die jaren aan elkaar hadden geschreven. Ze bewaarde ook familiefoto’s uit die tijd. Om niets van de inhoud verloren te laten gaan, zijn alle brieven uitgetypt. Nog steeds gaat Jan Peter langs bij mensen die erin worden genoemd en die zijn oma of moeder hebben gekend. Dat zijn mooie ontmoetingen. “Mijn vrouw wordt er soms tureluurs van. Ze zal blij zijn wanneer ik er klaar mee ben omdat ik er veel tijd in stop. Maar de brieven leveren mij zoveel op.” Als een geschiedkundige heeft hij alles in kaart gebracht. Zo geven de ooggetuigenverslagen van zijn moeder, tante en oma een schat aan informatie over de oorlogsjaren. Ze schrijven in hun brieven bijvoorbeeld over de enorme brand van het Carlton Hotel in Amsterdam. De koffer met brieven gaf antwoord op veel vragen waar Jan Peter al zijn hele leven mee rondliep. Het belangrijkst was misschien wel dat hij in de brieven voor het eerst voelde hoeveel zijn moeder van hem heeft gehouden. “Ik kan me nog altijd niet herinneren dat mijn moeder mij knuffelde. Maar ik kan in ieder geval lezen dat ze dat deed en hoe dat geweest moet zijn.” De koffer had een therapeutische werking voor Jan Peter. Hij heeft hem zijn vergeten jeugd laten herbeleven en gaf antwoord op veel vragen. Maar één belangrijke vraag zal onbeantwoord blijven: waarom bewaarde moeder de brieven? Aarzelend zegt Jan Peter: “Ze heeft ons nooit kunnen tonen hoeveel ze van ons hield. Misschien heeft ze daarom haar liefde achtergelaten in een koffer.”
Dit artikel is eerder verschenen in Plus Magazine mei 2017. Nog geen abonnee van Plus Magazine? Abonnee worden doet u in een handomdraai!
Bron
- Plus Magazine