Voor en tijdens lange wandelingen – tochten van meer dan 15 kilometer – moet u goed eten en drinken. Maar wat is dat eigenlijk: goed eten en drinken? Welke producten kunt u beter mijden en welke juist niet? PlusOnline zoekt het voor u uit.
Als u tijdens een lange inspanning te weinig of niet goed eet en drinkt, gaat u zich flauw voelen. Gevolg is dat u letterlijk minder stevig op de benen staat en dat maakt het risico op vallen groter. Goed eten en drinken is dus heel belangrijk.
Drink voldoende
Drink voldoende, ook als het niet warm is. Te weinig vocht kan hoofdpijn, spierkramp en zelfs duizeligheid en misselijkheid veroorzaken. Wacht niet met drinken tot u dorst krijgt, want dan bent u eigenlijk al te laat. Beter kunt u zichzelf aanwennen elk kwartier een paar flinke slokken te nemen, zo voorkomt u uitdrogingsverschijnselen. Geschikte dranken zijn water, thee, limonade of sportdrank. Vermijd alcohol.
Eet kleine beetjes
Eet regelmatig kleine beetjes om het energieniveau in balans en op peil te houden. Ook vermijdt u zo de beruchte hongerklop. Gebruik dus liever geen zware lunch, want daar kunnen uw darmen flink last van krijgen.
Bananen, krentenbollen…
Vermijd vet voedsel en eet voldoende koolhydraten. Koolhydraten zitten bijvoorbeeld in banaan, ontbijtkoek, boterhammen met jam of appelstroop, mueslirepen en krentenbollen.
Onderweg aanvullen
Doet u mee aan een georganiseerde wandeltocht, vul dan bij de rustpost meteen uw proviand aan met bijvoorbeeld een banaan, ontbijtkoek en vers water. Neem ook altijd wat contant geld mee, voor het geval u onderweg uw voorraadje aan moet vullen.
Bron: Wandel.nl