Werkloos na je vijftigste: wat nu?

Getty Images

Wie na zijn vijftigste nog werkloos wordt, heeft het helaas moeilijk bij het vinden van een nieuwe baan. Zestigplusser hebben het helemaal moeilijk. Voor deze groepen bestaan aparte werkloosheidsuitkeringen.

Wie na zijn vijftigste nog werkloos wordt, heeft het helaas moeilijk bij het vinden van een nieuwe baan. Daarom is er een aparte uitkering voor werkloze vijftigplussers: Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze werknemers (IOAW). De uitkering gaat in nadat de werknemer zijn WW-uitkering heeft opgemaakt.

De uitkering is bedoeld om het sociale minimum te garanderen. Hoe hoog dit is, hangt af van verschillende factoren (bijvoorbeeld de aanwezigheid van kinderen). De uitkering zal lager zijn dan de WW-uitkering.

IOW: nieuw voor zestigplussers

Er komt echter ook een nieuwe uitkering, speciaal voor werknemers van zestig jaar of ouder die tussen 1 oktober 2006 en 1 juli 2011 werkloos worden. Dit wordt de IOW (Inkomensvoorziening Oudere Werklozen). Het verschil met de IOAW is dat uitkeringsgerechtigen bij de IOW niet gekort worden voor het inkomen van de partner.

De IOW is een tijdelijke regeling, omdat er door de vergrijzing waarschijnlijk ook voor ouderen meer werkgelegenheid zal komen. De wet moet nog wel goedgekeurd worden door Eerste en Tweede Kamer. Als die instemmen met het voorstel, zal de wet van kracht worden in 2009 en met terugwerkende kracht worden uitgevoerd. In de tussentijd krijgen betrokkenen voorlopig IOAW.

Zestigplussers die vóór 1 oktober 2006 werkloos werden, blijven in de IAOW. Degenen die ná 1 juli 2011 werkloos worden, krijgen ook weer IAOW. Daarnaast blijven werknemers die bij aanvang van hun werkloosheid tussen de 50 en 60 jaar oud zijn, instromen in de IOAW.

Sollicitatieplicht

De IOW en IOAW kennen geen van beide een vermogenstoets.

Bij beide uitkeringen geldt wel, net als bij de WW, een sollicitatieplicht. U moet passend werk aannemen en eventueel deelnemen aan cursussen voor de arbeidsmarkt. Naarmate u ouder bent, worden de eisen die aan u gesteld worden wel wat minder streng.

Hierover beslist het UWV. De hoogte van de uitkering wordt vastgesteld bij het ministerie van Sociale Zaken.