Wat gaat de zorg me kosten?

Getty Images

Enig idee wat hulp in huis kost? Of intensieve verpleging? Aan de hand van deze vier voorbeelden krijg je een beter beeld van wat zorg kost.

De basispolis van de zorgverzekeraar vergoedt huishoudelijke hulp niet. Die betaalt alleen intensievere vormen van langdurige thuishulp, zoals ­verpleging, persoonlijke verzorging, 24-uurszorg of nachtzorg.

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bestaat sinds 2015 en wordt uitgevoerd door de gemeente. Zij moet er van het Rijk voor zorgen dat ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Dus worden er eisen gesteld aan zo’n hulpverzoek. Er komt eerst een zogenaamd keukentafel­gesprek, waarbij wordt onderzocht of de hulp echt noodzakelijk is en of hij zelf de kosten ervan kan dragen.

Als AOW’er met een klein pensioen komt hij volgens zijn gemeente in aanmerking voor zorg thuis. Hij krijgt deze hulp ‘in natura’, dus zonder dat hij hiervoor financiële steun ontvangt. Hiervoor moet hij wel een eigen bijdrage betalen aan de gemeente. De hoogte hangt af van de hoeveelheid geleverde zorg, zijn inkomen, zijn ­vermogen en het soort huishouden,
in dit geval een alleenstaande.

De maximum eigen bijdrage voor thuishulp kan per gemeente flink verschillen. In sommige plaatsen betaalt een huishouden met een inkomen van anderhalf keer modaal (€55.000) zo’n €2100 per jaar. In andere gemeenten ligt dit soms €500 hoger. Alleenstaanden met een inkomen onder modaal (€30.000) betalen gemiddeld €600 eigen bijdrage per jaar.

Het kabinet wil in 2019 voor huis­houdens die gebruikmaken van de Wmo-voorzieningen een standaard abonnementstarief invoeren dat €17,50 per vier weken gaat kosten.

Voorbeeld
Een man van 71 jaar kwakkelt met zijn benen. Als ­alleenstaande komt hij niet zo gemakkelijk meer toe aan huishoudelijke klusjes als stofzuigen, opruimen, de was doen en de bedden opmaken. Daarom wil hij gebruik gaan maken van de thuiszorg in zijn gemeente. Hij wil graag één keer in de week een helpende hand in het huishouden. Daarvoor doet hij bij de gemeente een beroep op de Wet maatschappelijke ­ondersteuning (Wmo).

24-uurs toezicht kost haar €110 per dag. Sommige zorgbedrijven zijn duurder. De prijs per dag kan oplopen tot €160, afhankelijk van de omvang van het dienstenpakket. De verzorgers verblijven om beurten zeven uur per dag bij haar en wonen deels bij haar in. Ze helpen met aankleden en douchen. Daarnaast doen zij de was en houden zij de woning van mevrouw proper. Zij zijn er ook voor de gezelligheid en doen spelletjes. En ’s nachts geven zij een veilig gevoel. Voor de medicijnen en het prikken van insuline springt de thuiszorg bij.

Steeds meer mensen zijn aangewezen op betaalde 24-uurszorg, want door ­bezuinigingen is er minder plaats in verpleeghuizen. Sinds enkele jaren kunnen alleen de zwaarste gevallen nog een beroep doen op een verzorgingshuis. Veel anderen moeten het doen met mantelzorgers of thuishulpen. De dag- en nachtzorg wordt vrijwel helemaal vergoed via een persoonsgebonden budget (pgb), dat betaald wordt door de Wet langdurige zorg (Wlz). De kosten zijn enorm en ­kunnen bij 24-uurs persoonlijke ­verzorging oplopen tot €40.000 per jaar, ­afhankelijk van de omvang van de zorg.

Een pgb vergoedt doorgaans deze kosten. Net als bij andere zorgvormen betalen gebruikers een eigen bijdrage, die na zes maanden kan oplopen tot maximaal €2332,60 per maand.

Met een pgb mag je zelf hulpen uit­zoeken. Daarnaast kun je kiezen voor zorg in natura: de hulp wordt voor je geregeld zonder dat je naar de kosten hoeft om te kijken. Je hoeft niets te regelen; het zorgkantoor, de zorg­verzekeraar of de gemeente wijst een zorgbedrijf aan.

Voorbeeld
Een vrouw van 81 jaar redt het steeds minder makkelijk thuis. Als gevolg van haar suikerziekte kan zij ­bijna niet meer lopen. ­Parkinson heeft haar ­spieren aangetast. Zij kan insulineprikken niet meer zelf toedienen. Voor
een verpleeghuis is haar ­conditie te goed. Zelf wil zij ook liever in haar vertrouwde omgeving blijven wonen. Daarom haalt zij 24-uurstoezicht in huis.


De zorg van het mpt kan uiteenlopen van persoonlijke verzorging, huishoudelijke hulp, logeeropvang om haar mantelzorgende kinderen te ontlasten, tot en met verpleegzorg. Alleen haar maaltijden zal zij zelf moeten regelen; die zitten niet in dit pakket.

Een combinatie kan ook: je kunt kiezen voor een modulair pakket thuis voor verzorging én verpleging. Daarnaast kun je zelf iemand inhuren voor andere vormen van begeleiding. Dit laatste betaalt zij dan uit haar persoonsgebonden budget. In beide gevallen betaalt zij in 2018 een eigen bijdrage van minimaal €23 per maand, die kan oplopen tot maximaal €711,20 per maand.

Bij dit modulaire pakket thuis heb je recht op dezelfde intensieve zorg als in een instelling, maar dan aan huis. Je moet wel eerst toestemming vragen voor deze vorm van langdurige zorg bij het zorgkantoor. De kosten van het modulaire zorgpakket worden betaald door de Wet langdurige zorg (Wlz).

Voorbeeld
Een vrouw van 79 jaar heeft te horen gekregen dat zij vanwege haar reuma recht heeft op een plaats in het verzorgingshuis. Maar ze blijft liever thuis wonen. Zij heeft ontdekt dat dit kan: sinds 2017 kan zij allerlei soorten langdurige zorg regelen via het zogenoemde modulair pakket thuis (mpt). Zij spreekt met het plaatselijke zorgkantoor af ­welke vormen van zorg zij thuis wil ontvangen. En ook welke ­organisatie die zorg levert.

Er zijn twee soorten eigen ­bijdrage: een lage en een hoge. De ­eerste zes maanden na verhuizing naar een zorginstelling betaalt iedereen de lage bijdrage, die in 2018 minimaal €161,80 per maand bedraagt, maar afhankelijk van de hoogte van het inkomen kan oplopen tot maximaal €850 per maand.

Omdat de echtgenoot van deze mevrouw nog thuis woont en zij samen gehuwden-AOW ontvangen, blijft zij ook na dit eerste half jaar de lage bijdrage betalen. Na de eerste zes maanden betalen de meeste mensen in een zorginstelling de hoge eigen bijdrage. Het minimumbedrag is weliswaar beperkt tot nul euro per maand, maar de heffing kan bij hogere inkomens in 2018 oplopen tot maximaal €2332,60 per maand. Het CAK berekent de bijdrage en int ook het geld bij de patiënten. Bij het berekenen van de hoge bijdrage spelen vier factoren mee: inkomen, vermogen (spaargeld), de situatie thuis (samen of alleen) en de leeftijd (AOW of niet).

Het CAK gaat altijd uit van het fiscale verzamelinkomen van twee jaar geleden. Vervolgens telt het CAK 8 procent van het belaste ­vermogen in box 3 op bij het inkomen. Dit heet in fiscaal jargon de ‘vermogensinkomensbijtelling’. Overigens wil het kabinet-Rutte III deze bijtelling vanaf 1 januari 2019 halveren tot 4 procent. Daar staat tegenover dat het kabinet de hoge eigen bijdrage straks al na vier maanden wil laten starten, in plaats van de huidige zes maanden.

Het inkomen dat het CAK gebruikt bij de berekening van de eigen ­bijdrage, wordt nog wel verlaagd met een aantal posten, onder ­andere de betaalde inkomsten­belasting, de premies voor de zorgpolis en een vast bedrag voor zakgeld en kleedgeld.

Vooral mensen die goed gespaard hebben, zullen tot hun schrik merken dat zij misschien hun spaarpot moeten aanspreken om de hoge ­eigen bijdrage te bekostigen. Uit hun maandinkomen, bijvoorbeeld AOW plus een mager pensioen, kunnen zij soms de eigen bijdrage voor het verpleeghuis niet meer ­betalen. Overigens ben je in een particulier zorghotel veel meer kwijt. Daar betaal je maandelijks tussen de €4000 en €6000, afhankelijk van de hoeveelheid zorg.

Voorbeeld
Een vrouw van 87 jaar heeft te horen gekregen dat zij naar een verpleeghuis kan, waar zij vanwege haar toenemende lichamelijke beperkingen dag en nacht intensieve zorg krijgt. Haar man blijft thuis wonen. Haar zorgkosten worden betaald door de Wet langdurige zorg (Wlz), maar een deel van die kosten moet zij zelf betalen via de eigen bijdrage.

Een lagere eigen bijdrage?

Door je vermogen te verminderen, kun je de eigen bijdrage verlagen. Dat kan bijvoorbeeld door een deel van het spaargeld te schenken aan familie. Jaarlijks mag je belastingvrij €5320 aan kinderen schenken en €2129 aan anderen, zoals kleinkinderen. Maar onthoud dat de peildatum voor de eigen bijdrage twee jaar geleden ligt. Wie nu schenkt, heeft daar pas over twee jaar profijt van bij het vaststellen van de eigen bijdrage. Ondertussen is het vermogen wel verdwenen. Je kunt ook het testament aanpassen, zodat het erfdeel van de kinderen direct naar hen gaat. Dit vermindert het vermogen van de langstlevende.

Een andere mogelijkheid is ‘schenken op papier’. Daarvoor moet je naar de notaris. Veel mensen vinden het echter belangrijk zelf hun zorgkosten te kunnen betalen. Ze hebben geen zin in gedoe of extra kosten om het vermogen weg te sluizen.
 

Wie doet wat in de zorg?

CAK: berekent de hoogte van de eigen bijdrage en int het geld. Bereken zelf de bijdrage op: www.hetcak.nl/zelf-regelen/eigen-bijdrage-rekenhulpCentrum Indicatiestelling Zorg (CIZ): onderzoekt of je in aanmerking komt voor langdurige zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz).
www.ciz.nl
Zorgkantoor: zorgt er in de regio voor dat mensen de juiste langdurige zorg krijgen. Het Zorgkantoor werkt samen met de zorgverzekeraar. www.zn.nl/zorg­kantorenDe gemeente: stelt vast of je ­ondersteuning krijgt vanuit de Wet maatschappelijke onder­steuning (Wmo). Zij is ook ver­antwoordelijk voor de levering van deze hulp. De gemeente
kan je echter ook een persoonsgebonden budget (pgb) toekennen, waarmee je zelf deze ondersteuning kunt inkopen.






 

 

Auteur