Er zijn forse verschillen in de tarieven in de vier grote steden voor het opladen van een elektrische auto aan een openbare laadpaal. De verschillen zijn zelfs zo groot dat het voor Utrechters goedkoper is om heen en weer naar Rotterdam te rijden om daar de auto op te laden.
Dat blijkt uit een analyse van vergelijkingssite Pricewise. Niet alleen de tarieven tussen de steden lopen uiteen, ook binnen de gemeenten zelf worden verschillende prijzen gehanteerd. In Amsterdam zijn er acht verschillende laadtarieven, in Rotterdam twee.
Met een gemiddeld oplaadtarief van 79 cent per kWh is Utrecht het duurst. Amsterdam volgt met gemiddeld 56 cent, in Den Haag kost het 33 cent per kWh en in Rotterdam 31 cent. Een stekkerauto opladen in Utrecht is dus 2,5 keer zo duur als in Den Haag of Rotterdam.
In Amsterdam zijn er verschillende aanbieders van openbare laadpalen die ieder hun eigen tarief hanteren. De snelladers zijn het goedkoopst, gemiddeld 30 cent per kWh. Vattenfall en TotalEnergies zijn het duurst. Beide aanbieders hanteren een tarief van 56 cent per kWh. Amsterdammers die nu bij Vattenfall of TotalEnergies laden en 20.000 km per jaar rijden, kunnen zo'n achthonderd euro per jaar besparen door bij een laadpaal van de gemeente te laden.
In zijn algemeenheid adviseert Pricewise om na te denken waar en wanneer je de auto oplaadt. Wie naar een andere stad gaat, kan vooraf kijken welke laadpaalaanbieders er zijn en waar deze staan. Zo is eenvoudig geld te besparen.
Bron: Pricewise
