Geld verdienen en tegelijkertijd bijdragen aan een betere samenleving: dat kan met duurzaam beleggen. Fijn voor je geweten én je portemonnee, want de rendementen zijn goed en je krijgt ook nog fiscaal voordeel.
Of het nu voor je pensioen is, de aflossing van je hypotheek, de studie van de (klein)kinderen of om eerder te stoppen met werken – beleggen doe je omdat je vermogen wilt opbouwen. Maar het is natuurlijk prachtig als jouw rendement ook winst voor mens en natuur oplevert. Het mooie is dat er steeds meer mogelijkheden zijn om duurzaam te beleggen. Maar hoe maak je een goede keuze?
Duurzame fondsen
Een eenvoudige manier om duurzaam te beleggen is je geld in een fonds te stoppen dat het etiket ‘duurzaam’ draagt. Duurzame banken zoals Triodos en ASN bieden bijvoorbeeld fondsen aan met het thema milieu, microfinanciering en duurzame energie. Maar ook gewone banken zoals ING, Rabobank en BinckBank bieden duurzame fondsen aan. Lastig is wel dat iedere aanbieder een eigen definitie van duurzaam heeft. Sommige duurzame fondsen sluiten sectoren uit die zij slecht achten voor mens en milieu, zoals de olie- en bio-industrie. Dit geldt onder meer voor alle fondsen van Triodos en ASN. Andere banken sluiten geen sectoren uit, maar nemen alleen bedrijven op die uitstekend scoren op duurzaamheid: de beste jongetjes van de klas. En dan zijn er nog de zogeheten impactfondsen. Die richten zich specifiek op het behalen van een aantoonbaar maatschappelijk effect, zoals schoon drinkwater.
Eigen idealen
Als je duurzaam gaat beleggen, moet je dus weten wat je belangrijk vindt. Rudy Verstappen van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO): “Aangezien iedereen zijn eigen idealen heeft, is het ook wel goed dat er niet één definitie van duurzaam is. Onze ideeën veranderen daar in de loop van de tijd ook over. Tien jaar geleden hadden pensioenfondsen er bijvoorbeeld geen moeite mee om te beleggen in de tabaksindustrie. Nu stappen ze daar steeds meer uit.”
Losse aandelen
Je hoeft niet per se voor een fonds te kiezen om duurzaam te beleggen. Verstappen: “Je kunt ook beursgenoteerde bedrijven selecteren op basis van duurzaamheidscriteria en daarin beleggen. Bijvoorbeeld Tesla, de fabrikant van elektrische auto’s. Maar wellicht ook wel Unilever, AkzoNobel of Philips, die binnen hun eigen sector goed scoren op duurzaamheid.” Beleggen in losse aandelen is wel risicovoller dan beleggen in een fonds. Via een fonds beleg je automatisch in verschillende bedrijven, waardoor je de risico’s spreidt. Daar staat tegenover dat aan het beheren van een fonds kosten zijn verbonden.
En het rendement dan?
Aan duurzaam beleggen kleeft het imago van karige rendementen. Rudy Verstappen: “Veel beleggers zijn bang dat ze – door duurzaam te beleggen – goed renderende bedrijven uitsluiten. Maar die angst voor een lagere opbrengst is ongegrond. Er zijn duizenden studies naar gedaan en als je al die studies samenpakt, dan moet je concluderen dat duurzaam beleggen zeker niet minder, en soms zelfs een beetje méér oplevert.
Verschil duurzaam en groen
Goed om te weten: duurzaam beleggen is iets anders dan groen beleggen. Bij groen beleggen (een vorm van duurzaam beleggen) zijn de rendementen inderdaad laag. Wel krijg je voor groen beleggen een fiscale vrijstelling, waardoor het financieel toch aantrekkelijk kan zijn (zie onderstaand kader). Bij groen beleggen steek je je geld in een groenfonds. Zo’n fonds leent geld uit aan milieuprojecten die door de overheid zijn goedgekeurd, zoals windmolenparken, milieuvriendelijke woningbouw en biologische landbouw. Groenfondsen worden onder meer aangeboden door ASN en Triodos. Maar je kunt ook direct in een groenfonds stappen, zoals Meewind voor duurzame energie. Op de website van de Belastingdienst staan alle erkende groenfondsen en de fiscale vrijstellingen.
Belastingvoordeel bij ‘groen’ beleggen
‘Groen’ beleggen levert minder rendement op dan ‘duurzaam’ beleggen. Maar bij groen beleggen profiteer je wél van een fiscale vrijstelling. Een rekenvoorbeeld. Bij het Triodos groenfonds was het rendement de laatste vijf jaar een karige 1,4 procent. Maar… in box 3 wordt voor groene beleggingen geen vermogensrendementsheffing berekend over een bedrag tot €57.845 per persoon. Daarnaast geldt er een extra heffingskorting van 0,7 procent van het bedrag van de vrijstelling. Hoe het vermogen belast wordt, is afhankelijk van de omvang van het vermogen; de tarieven lopen van 0,79 tot 1,61 procent. Als je dat optelt bij het (voorbeeld)rendement van 1,4 procent, kan het rendement oplopen tot iets meer dan 3 procent.
Duurzaam beleggen in 5 stappen
- Bedenk hoeveel je wilt inleggen.
- Formuleer je beleggingsdoel, dus: wanneer verkoop je de aandelen? Het op een goed moment in- en uitstappen is soms moeilijk, want misschien stijgt de koers nog of herstelt deze zich. Vooraf vastleggen wanneer je de winst pakt of het verlies neemt, helpt bij het behalen van rendement.
- Kies je beleggingsvorm. In Nederland zijn beleggingsfondsen en losse aandelen het populairst.
- Definieer wat je zélf onder duurzaamheid verstaat. In wat voor soort bedrijven wil je beleggen?
- Verdiep je in fondsen. Wat doen ze? Waar beleggen ze in? Wat zijn de kosten? Wat zijn de rendementen tot nu toe geweest? Je kunt hiervoor ook naar een financieel adviseur stappen.
U kunt ook gebruik maken van de beleggingsvergelijker op PlusOnline >>
Dit artikel is eerder verschenen in Plus Magazine mei 2018. Nog geen abonnee van Plus Magazine? Abonnee worden doet u in een handomdraai!