De koopkracht van ouderen gaat harder achteruit dan eerder gedacht. Dit blijkt uit onderzoek van ouderenorganisatie Unie KBO.
De helft van de ouderen heeft het afgelopen jaar €100 per maand moeten inleveren. De oorzaak ligt voornamelijk bij de lagere pensioenen en de hogere zorgkosten. Verder zijn ook de energiekosten, medicijnen, woonlasten en boodschappen duurder geworden. Ouderen met een huurwoning, hoge zorgkosten en een klein pensioen blijken vaak geen mogelijkheden te hebben om een financiële tegenvaller op te vangen.
Zes op de tien ouderen heeft minder koopkracht dan in 2011
De verminderde koopkracht blijkt voor zes op de tien ouderen uit het onderzoek (in totaal 1150 senioren) reden om te bezuinigen. Ze geven vooral minder uit aan vakanties, kleding, abonnementen, muziek en sport. Op goede doelen wordt echter ook bezuinigd, net als op uitjes, boodschappen, apparatuur en meubels.
Grote verschillen
De verschillen in inkomen en vermogen tussen ouderen zijn groot. Van de ouderen heeft 90 procent een aanvullend pensioen van gemiddeld €1.150. Een kwart heeft echter €400 of minder pensioen per maand en 10 procent juist €2500 of meer. Bovendien blijken niet alle ouderen evenveel vermogen te bezitten. Van de ouderen bezit 40 procent €20.000 of minder, terwijl 10 procent een vermogen bezit tussen de €200.000 en een miljoen euro. Voor de Unie KBO is het zonneklaar: de komende verkiezingen moeten vooral gaan over het herstel van de koopkracht van ouderen.
- Unie KBO