Fabels over de oorzaken van borstkanker

Veel mensen denken dat borstkanker altijd erfelijk is. Bij de grote meerderheid van de patiëntes is dat echter niet het geval. Bij 5 à 10 procent van de vrouwen die borstkanker krijgen, speelt erfelijkheid wel een rol. De oorzaak is bij hun een foutje in het DNA dat ze geërfd hebben van een van hun ouders.[ITEMADVERTORIAL]

Deodorant

U heeft de waarschuwingen vast wel eens ontvangen in een doorgestuurde mail of gelezen op sociale media: gebruik geen deodorant, want daar zitten kankerverwekkende stoffen in, zoals parabenen en aluminium chloorhydraat.

Dit gerucht ontstond onder andere naar aanleiding van een onderzoek van Philippa Darbre van de University of Reading in 2004. Zij onderzocht borstkankerweefsel en vond daarin sporen van parabenen, stoffen die als conserveringsmiddel worden gebruikt in allerlei cosmetica. Ze bekeek echter niet of er in gezond borstweefsel ook parabenen voorkomen. Ander onderzoek wees op een verband tussen deodorant met aluminium chloorhydraat gebruiken op geschoren oksels en borstkanker, maar ook in deze studie ontbrak een controlegroep bestaande uit gezonde vrouwen. Een studie onder zowel gezonde vrouwen als patiëntes toonde aan dat zij ongeveer dezelfde scheer- en deodorantgewoontes hadden en er dus geen enkel verband was.

Kortom, dat deodorant of anti-transpirants het risico op borstkanker vergroten, is niet wetenschappelijk aangetoond. Het is heel onwaarschijnlijk dat parabenen en aluminiumzouten die u op de huid smeert het borstweefsel kunnen bereiken. 

Borsten en beha

Naast het deodorantfabeltje, doen er nog meer verhalen de ronde die niet kloppen. Dat u borstkanker krijgt als u te strakke beha’s draagt of een beugelbeha bijvoorbeeld. Ook zonnebrandcrème, stress of opgekropte emoties hebben niets met borstkanker te maken. En borstkanker is - net als alle andere vormen van kanker - niet besmettelijk.

Uw cupmaat heeft geen invloed op de kans op het ontwikkelen van borstkanker. Of u nu kleine of juist grote borsten hebt maakt niks uit. Borstkanker komt wel vaker voor bij vrouwen met dicht borstweefsel, dat wil zeggen borsten met veel klier- en bindweefsel en relatief minder vet. De samenstelling van het borstweefsel is erfelijk bepaald. Hoe ouder u wordt, hoe meer de dichtheid van het borstweefsel afneemt.

Hormonen

Hormonen, met name oestrogeen, hebben wel invloed op het ontwikkelen van borstkanker. Langdurige blootstelling aan oestrogenen verhoogt het risico op borstkanker. Hoe korter de oestrogeenproductie, hoe kleiner de kans op borstkanker. Vrouwen die voor hun 12e ongesteld werden en laat in de overgang kwamen, geen kinderen hebben gekregen of na hun 35e kinderen kregen, lopen daardoor een groter risico. Ook de anticonceptiepil en hormoonpreparaten tegen overgangsklachten verhogen uw risico.

Laat beginnen met menstrueren en vroeg in de overgang komen, zwanger zijn op jonge leeftijd, meerdere kinderen krijgen en lang borstvoeding geven, verlaagt het risico op borstkanker juist.

Leefstijl

Naar voeding en kanker wordt veel onderzoek gedaan, maar wat het verband is tussen eten en borstkanker is nog niet duidelijk. Wel is bekend dat alcohol drinken en roken nadelig zijn. Ook overgewicht vergroot het risico op borstkanker, omdat vetweefsel de aanmaak van oestrogeen bevordert. Bewegen, door sport of gewoon lichamelijk actief zijn in het dagelijks leven, verkleint het risico op borstkanker.

Combinatie

Bij het ontstaan van borstkanker spelen meestal meerdere factoren een rol. Als één van de genoemde risicofactoren op jou van toepassing is, hoeft dat helemaal niet te betekenen dat u ooit borstkanker krijgt. Anderzijds zijn er ook vrouwen die wel borstkanker krijgen, terwijl onbekend is welke risicofactor een rol gespeeld heeft.