Had tante Riet wel of geen verhouding met John, de Surinamer die bij haar in de kost was?
U leest een gratis artikel uit Plus Magazine.
Op Plusonline.nl bieden we iedereen de kans gratis kennis te maken met Plus Magazine. Hét maandblad bomvol informatie en inspiratie. Maar deze artikelen, dossiers en columns maken kost veel tijd en geld. Wilt u meer? Overweeg dan ook een abonnement op Plus Magazine.
Tot op de dag van vandaag weet ik het niet. In mijn geheugen liggen vergeelde plaatjes opgeslagen, foto’s van het woonhuis aan de Riouwstraat in Den Haag en van zijn inwoners. Een groot pand met tien kamers op drie verdiepingen en een stadstuin die in juni gedomineerd werd door de goudenregen. Ik kwam als 13-jarige in dat huis van tante Riet en oom Ton, nadat ik van Curaçao verhuisd was naar een kostschool in Nederland en in de vakanties geplaatst werd in gastgezinnen.
Na de middelbare school trok ik per-manent bij hen in. Meer mensen vonden daar onderdak. Leeftijdgenoten uit Suriname en het Caraïbisch gebied, een gezin uit India, vrijgezellen uit Ierland en Japan en twee weeskinderen uit de Achterhoek. Het was een pension zoals Willem Elsschot beschreef in zijn Villa des Roses. Dat was dankzij tante Riet, die wat aan het grote huis wilde verdienen en graag mensen om zich heen had. Haar man was daar niet gelukkig mee en uitte vaak zijn ongenoegen over al die ‘zwartjes’ in huis. Hij had het vooral gemunt op John, een knappe Surinamer die twintig jaar jonger was dan zijn vrouw.
Met mijn tienerogen verheerlijkte ik John. Ik vond dat hij beter bij mij paste dan bij de veel oudere tante Riet. Onder-tussen zag ik wel hoe de genegenheid tussen hen groeide. Ook oom Ton vermoedde dat er iets broedde tussen tante Riet en John. Hij besloot zijn gram te halen. Op een dag meldde hij luidkeels dat hij een lief had gevonden in Hazerswoude. En hij ging niet het huis uit. Dat moest zij maar doen en dan kon ze al het buitenlands addergebroed meenemen.
Natuurlijk gebeurde dat niet.
Want wie moest dan zorgen voor ome Willem, de man met het savantsyndroom die elke dag klokke tien Für Elise met flinke dreunen liet neerdalen op zijn piano. De man ook die mijn ogen opende voor afwijkingen in ons menselijk gedrag. Het grootste plezier had ik als hij ingewikkelde rekensommen kreeg voorgelegd. Dan kneep hij zijn ogen achter de jampotbrillenglazen dicht. Zijn hand ging omhoog en kwam na een paar tellen naar beneden met een uitgestoken wijsvinger. De uitkomst klopte altijd. Ome Willem was het enig kind van een gefortuneerd echtpaar dat zich geen raad wist met het gedrag van hun inmiddels volwassen zoon. Via de kerk kwamen ze terecht bij tante Riet. Ze schonken haar het huis aan de Riouwstraat in ruil voor permanente zorg voor ome Willem. Niet wetende dat hij en al de inwoners van het huis met zijn goudenregen in mijn herinnering zouden uitgroeien tot een Haagse Villa des Roses.
Noraly Beyer (77) was meer dan twintig jaar nieuwslezeres van het NOS Journaal.
Reactie toevoegen