Als iets spontaan kapot gaat en er geen aanwijsbare oorzaak voor de schade is, moet een verzekering toch de schade vergoeden als later een deskundige vaststelt dat wel een aanwijsbare oorzaak moet zijn geweest.
Dat blijkt uit een bindende uitspraak van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening van het Kifid. In december vorig jaar breekt bij een verzekerde de glazen schuifdeur voor de open haard nadat hij deze schuifdeur naar beneden heeft geschoven. In het telefoongesprek met de verzekeringsmaatschappij om de zaak toe te lichten, vertelt de verzekerde dat de ruit spontaan is gebroken. De verzekeraar weigert daarop de schade te vergoeden en een klacht daarover wordt afgewezen.
Verklaring
Bij de Geschillencommissie verwijt de verzekerde dat het woord 'spontaan' hem in de mond was gelegd. Hij heeft niet gezien of er een steentje of blok hout tegen de ruit was gekomen, maar dat wil niet zeggen dat het niet gebeurd is. Bovendien heeft het bedrijf dat de ruit verving in een verklaring gezegd dat een ruit niet zomaar kan breken. De expert van het bedrijf denkt dat de sponning geblokkeerd is geweest of dat er een houtblok tegen gestoten heeft.
De Geschillencommissie is het met de verzekerde eens. De verklaring van het bedrijf wijst op een gebeurtenis die van buiten kwam. De verzekering heeft dat niet tegengesproken, dus gaat de Geschillencommissie ervan uit dat het klopt. Dat de verzekerde het niet zelf heeft gezien, doet daar niets aan af. Die eis staat namelijk niet in de polisvoorwaarde. De schade is dus gedekt.
- Kifid
