Tienduizenden Nederlanders zijn gestrand op hun vakantiebestemming omdat er nauwelijks vluchten zijn vanwege de coronacrisis. Reisbedrijven, de overheid en verzekeraars werken keihard om iedereen terug te halen. Felice (65) en Arnold (67) Nieuwpoort uit Zeewolde zijn kortgeleden gerepatrieerd uit Turkije. “De sfeer was heel gespannen. We zijn dolblij om weer thuis te zijn!”
Toen ze in februari plannen maakten om naar hun vakantiehuis vlakbij Fethiye aan de Turkse zuidkust te gaan, was corona nog ver weg. Maar al snel nadat ze hun vlucht hadden geboekt, arriveerde het virus in Noord-Italië en ontstonden daar binnen no time enorme problemen. “Toch maakten we ons nog geen zorgen”, vertelt Felice. “De eerste week in Turkije was heel relaxt.” Maar al snel werd de situatie serieuzer. “We zagen de eerste mensen met mondkapjes op straat en iemand droeg een bivakmuts. Het was een beetje eng om te zien.” Ook kregen ze een mailtje van de vliegmaatschappij dat hun terugvlucht was vervroegd. En een week later zelfs dat alle vluchten richting Turkije waren gestopt. “De sfeer op straat was inmiddels omgeslagen. Het voelde duister en schimmig. Mensen keken ons opeens anders aan. Bovendien werd het voor 65-plussers verboden om naar buiten te gaan. Dat was een groot probleem, want we kennen niemand die boodschappen voor ons kan doen.” Daarom zijn ze een paar keer hun huis uit geslopen om naar de winkel te gaan, met mondkapjes op in de hoop dat ze niet als 65-plussers zouden worden herkend.
Felice vertelt: “Het waren allemaal doodenge ervaringen. Toen we weer ons vakantiepark op wilden, werd onze temperatuur gemeten. Als we ook maar een klein beetje verhoging hadden gehad, en dat kan ook door iets onschuldigs komen, zouden ze ons meteen naar een lokaal ziekenhuis slepen en in quarantaine plaatsen. We moesten er niet aan denken.”
Het leek er op dat hun vakantie in Turkije weleens zou kunnen uitlopen op een misschien wel maandenlange verbanning. “We hebben ons leven in Nederland met onze kinderen en kleinkinderen en onze hond. Bovendien liepen we in Turkije het risico om ziek te worden, iets waar we best bang voor waren.”
Toen hoorden dat het ministerie van buitenlandse zaken in samenwerking met de reisbedrijven en verzekeraars een actie was gestart om gestrande Nederlanders terug te halen. “We schreven ons online in en na vijf dagen kregen we een belletje met de vraag of we naar huis wilden.” Die vlucht vertrok niet vanuit de dichtstbijzijnde luchthaven in Dalaman maar vanuit Antalya, wat zo’n drie uur rijden is. “Murat, de man bij wie we altijd een autootje huren, was bereid om ons voor een schappelijk prijsje naar de luchthaven te brengen. Zo lief van hem!”
Maar toen doemde het volgende obstakel weer op. Iedereen boven de 65 kreeg een reisverbod. Felice en Arnold moesten naar het lokale politiebureau voor een speciale vergunning om naar Antalya te mogen rijden, maar daar hoorden ze dat die niet nodig was. “We vertrouwden het niet helemaal. Stel dat de politie ons onderweg zou aanhouden en zou verlangen dat we een reisvergunning lieten zien?”
Gelukkig kwamen de twee zonder incidenten aan op de nagenoeg uitgestorven luchthaven van Antalya. Hun vlucht met vliegmaatschappij Corendon maakte een tussenstop in Istanbul om nieuwe passagiers op te halen. “De sfeer was heel gespannen. Iedereen was bang, en iemand riep: “Houd anderhalve meter afstand!” Het toestel was helemaal vol, dus dat kon gewoon niet. Mensen stonden in het gangpad, het was een chaos. Een van de stewards riep om: “Ga alsjeblieft allemaal zitten, want ik wil ook naar huis!”
Om contact te voorkomen kregen ze onderweg geen maaltijd, maar wel een overlevingspakketje met stroopwafels en water. “Toen we waren geland op Schiphol werd de sluis gelukkig snel aangekoppeld en rende iedereen naar buiten. Onze dochter Tessa kwam ons ophalen en bracht ons naar huis. We waren dolblij om daar weer te zijn!”