Het ‘nieuwe normaal’ bij de dokter

Getty Images

De normale zorg komt weer langzaam op gang, nu de piek aan coronabehandelingen voorbij lijkt te zijn. Maar alles is nog lang niet bij het oude. Dokters moeten een hoop afspraken inhalen.

Huisartsen hebben de afgelopen weken veel minder patiënten verwezen naar de specialist in het ziekenhuis. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bracht de cijfers in kaart. Het waren maar liefst 360.000 minder verwijzingen in deze corona-periode, dan in dezelfde periode vorig jaar. De patiënten die al wel waren verwezen naar de specialist, kregen vaak geen afspraak. De ziekenhuizen had de handen vol aan het coronavirus en patiënten kozen er zelf ook voor om de specialist maar even te mijden.  Het effect was zichtbaar in alle ziekenhuizen, dus niet alleen in Noord Brabant. Gynaecologen en cardiologen hebben minder terugval gehad in verwijzingen en afspraken dan dermatologen en orthopeden. Daar is nu dus een grotere inhaalslag nodig.

Langer wachten

Al die honderdduizend afspraken kunnen niet in een paar weken worden ingehaald. Eerst komt de meest noodzakelijke ziekenhuiszorg aan bod, en dan komen langzaam de andere afspraken. Hoe weet je nu hoe ‘dringend’ je afspraak is? En dus hoe lang je wachttijd zal zijn? De ziekenhuizen gebruiken hiervoor een richtlijn, en die is hier te bekijken. Om een voorbeeld te geven: bij een gebroken pols of schouder kun je binnen 24 uur bij de orthopeed terecht. Heb je een operatie nodig aan de gebroken pols, dan zou dat binnen een week moeten kunnen. Heb je een frozen shoulder (ontsteking aan gewrichtskapsel) dan staan daar 3 maanden voor. Bepaalde kniebandoperaties kunnen langer dan 3 maanden op zich laten wachten.

De NZa gaat komende week met huisartsen, fysiotherapeuten en psychologen in gesprek over het opstarten van de normale zorg.

Minder overbodige zorg

Het kan ook zijn dat van uitstel afstel komt.  Al jaren doen artsen onderzoek naar welke zorg overbodig is, onder de naam ‘verstandige keuzes’. Deze zorg wordt toch gegeven, omdat het nu eenmaal wordt vergoed (uit financiële belangen) of omdat het de gewoonte is. Het is een trend om deze overbodige zorg in kaart te brengen en ter discussie te stellen. Het was hoofdonderwerp op veel medische congressen, maar echt van de grond kwam het nog niet. Mogelijk komt daar nu verandering in. Nu er zo’n groot stuwmeer aan patiënten is, kunnen artsen makkelijker keuzes maken: welke zorg is echt nodig? Dat zal onderdeel zijn van het ‘nieuwe normaal’ in de zorg. Is het meten van vitamine D wel zinvol, als je weet dat iedere 70-plusser toch al pilletjes moet bijslikken? Eigenlijk niet, en in deze drukke tijden zal de dokter er sneller vanaf zien.

Meer digitale zorg

Een ander aspect van het ‘nieuwe normaal’ in de zorg is de digitalisering. Je hebt het internet nodig voor het regelen van bankzaken, het doen van belastingaangiften of het boeken van een reis. Maar de zorg bleef lange tijd achter. Beeldbellen werd maar mondjesmaat gedaan, waardoor patiënten voor elke controle een halve dag kwijt waren aan ziekenhuisbezoek. Dankzij de coronacrisis heeft de digitalisering nu een grote vlucht genomen. Artsen bellen of videobellen nu veel meer met patiënten. De techniek is in korte tijd ingeburgerd geraakt in de zorg. Dat zal de komende tijd zo blijven, nu er nog steeds lock down-maatregelen van kracht zijn. Een bezoekje aan de dokter zal minder vanzelfsprekend zijn, als het ook digitaal kan.

Bron: Volkskrant, Nederlandse Zorgautoriteit

Verder lezen? Lees hier meer over beeldbellen met de huisarts.

Auteur