De helft van de Nederlanders met psychische klachten ziet hun situatie verergeren door de coronacrisis. Zij hebben meer last van angsten, paniek, depressiviteit en een slechte nachtrust dan normaal en ze weten niet hoe zij de komende periode moeten doorkomen.
Dat blijkt uit een enquête door de stichting MIND, de koepel van cliënten- en familieorganisaties in de geestelijke gezondheidszorg. De enquête werd afgenomen bij 1.000 Nederlanders. 87 procent van de respondenten kampt zelf met psychische problemen, de rest bestaat voornamelijk uit naasten van deze groep.
De helft van de ondervraagden zegt bijvoorbeeld meer last te hebben van depressiviteit of paniek en een derde van hen weet niet hoe zij de periode van isolement moeten doorkomen.
Niet alleen de klachten verslechteren: 60 procent van de ondervraagden geeft aan geen of weinig ggz-hulp meer te ontvangen en voor 80 procent is de dagbesteding geen optie meer. Ook maken naasten van patiënten zich dermate zorgen over de toestand van hun geliefden dat zij zelf mentale klachten ervaren.
Binnen de geestelijke gezondheidszorg worden er alternatieven aangeboden om patiënten van hulp te voorzien. Zo bestaat er de mogelijkheid om te videobellen en zijn er thuiswerkopdrachten beschikbaar. Een kwart van de respondenten treft zelf maatregelen door bijvoorbeeld tijdelijk bij familie in te trekken.
De beperking van sociale contacten en het veel binnen zitten kan voor mensen met psychische problemen leiden tot isolement en verergering van de klachten. Een minderheid ervaart echter ook positieve gevolgen van de situatie: zij ondervinden minder prikkels dan normaal.
- MIND