'Laat het virus gecontroleerd rondwaren, dan krijgen we het langzaam allemaal en beschermen we de mensen die het nog niet hebben gehad'. Deze strategie van 'groepsimmuniteit' blijkt niet te werken bij het coronavirus. Amper 5 a 6 procent van de mensen heeft weerstand tegen het coronavirus, zo blijkt uit onderzoek van Sanquin onder bloeddonoren. We zijn dus niet en masse immuun geworden, helaas. Is de strategie van de groepsimmuniteit daarmee verlaten? 6 vragen.
Hoeveel Nederlanders zijn immuun tegen corona?
Sanquin heeft een onderzoek gedaan onder 7000 bloeddonoren die in april bloed kwamen geven. Van deze mensen hadden maar 5 - 6 % antistoffen tegen het coronavirus, zij hebben dus immuniteit opgebouwd. Dat zijn krap 1 miljoen Nederlanders als je het doorvertaalt naar de hele bevolking. De rest heeft dus geen antistoffen tegen het coronavirus. Ook in andere Europese landen schommelt de immuniteit rond de 5 procent, schrijft de Volkskrant. In zwaarder getroffen gebieden is de immuniteit nauwelijks hoger: 17 procent in Londen en 10-14 procent in Madrid. De Zweden die weinig maatregelen namen tegen het virus in de hoop op groepsimmuniteit, zijn ook maar voor 7% immuun. Allemaal te weinig voor de bescherming door groepsimmuniteit.
Waarom willen we 'groepsimmuniteit'?
Experts stellen dat pas wanneer 50 tot 80 procent van de bevolking immuun is voor corona, mensen beschermd worden door 'groepsimmuniteit'. ‘Als de groep die het virus heeft gehad groot genoeg is, zal die de kwetsbaren beschermen tegen het virus’, sprak Jaap van Dissel nog hoopvol. Maar dat blijkt niet zo te zijn. Het is maar 5 procent en dat is te weinig.
Deze term hoorde je voor de corona-uitbraak vooral in nieuwsberichten over de opkomst bij het rijksvaccinatieprogramma. Als er genoeg kinderen zijn ingeënt tegen een ziekte als de mazelen, of als genoeg kinderen die de ziekte hebben gehad, dan genieten de kinderen die niet gevaccineerd zijn, bescherming, De hoop was dat deze groepsimmuniteit ook bij het coronavirus zou ontstaan, zo liet premier Mark Rutte nog weten in de persconferentie van 16 maart. Dat blijkt helaas tegen te vallen.
Tweede probleem: wie antistoffen heeft, is niet levenslang immuun, zoals bij de mazelen. Deskundigen vrezen dat de immuniteit voor het coronavirus niet zo stevig en langdurig is. Luchtweginfecties staan erom bekend dat je ze zo nog een keer kan krijgen.
Ik heb bloed gegeven als donor. Ben ik immuun?
Helaas kun je de uitslag niet zien. Sanquin schrijft: ‘De test is niet betrouwbaar genoeg om individuele donors de uitslag te geven. De kans dat iemand een foute uitslag krijgt is dan te groot. Wel is de test geschikt om een betrouwbaar beeld te krijgen onder de bevolking.’
Hoe kan ik er dan achter komen of ik corona heb gehad?
Dat kan niet via het nieuwe nationale telefoonnummer voor de coronatest voor iedereen. De eerste dagen dat het telefoonnummer voor de coronatest geopend was, belden er veel mensen die wilden weten of ze het virus hebben gehad. De aangeboden test kijkt alleen naar het virus. Hij is bedoeld voor mensen die klachten hebben, zodat helder wordt of zij besmet zijn. Zo ja, dan moeten ze in quarantaine en wordt de verspreiding ingedamd.
Het Nederlands Huisartsengenootschap geeft aan dat huisartsen bloed naar het lab kunnen sturen voor een test op antistoffen. Dan zie je of je het virus hebt gehad en of je immuniteit hebt opgebouwd. De uitslag is pas 1,5 week na de eerste ziektedag zichtbaar. Deze test is vooral bedoeld voor mensen die na ziekte nog klachten blijven houden, zodat de huisarts kan zien of het een restverschijnsel is van het coronavirus.
Er is dus weinig groepsimmuniteit ontstaan. Wat nu?
Dan is het wachten op een vaccin of een medicijn. Op beide gebieden zijn we er voorlopig nog niet. Medicijnen doen weinig tot niets en de vaccins zijn nog in een vroeg stadium van onderzoek. Lees hier hoe ver het staat met het vaccin, en hier met de medicijnen.
Bronnen: Volkskrant, Sanquin, RIVM, NHG