Een van de eerste levensbehoeften
Water wordt gezien als een van de eerste levensbehoeften. Veel drinken wordt dan ook als ontzettend gezond gezien. Maar hoeveel water hebben we eigenlijk nodig? En kunt u ook te veel drinken? Wij vroegen het Peter Deen, hoogleraar aan het UMC St Radboud in Nijmegen.
1. Wat is er waar over alle kwaliteiten die aan water worden toegedicht (mooie huid, helpen bij afvallen, goed voor stoelgang)?
“Water is essentieel voor ons als mensen. Wij bestaan namelijk voor 60 tot 70 procent uit water. Het is betrokken bij allerlei lichaamsprocessen zoals de ademhaling, de transpiratie(en dus warmteregulatie), de stoelgang, de bloeddruk en het afvoeren van afvalstoffen.
Bij een tekort aan water is er sprake van een lagere bloeddruk. De huid wordt bij een lage bloeddruk meer ingevallen en rimpeliger. Het is echter niet nodig om meer water te drinken voor een mooie huid: water gaat huidveroudering niet tegen. Daar spelen hele andere factoren een rol in. Op afvallen heeft water in principe geen invloed. Wel kan het zorgen voor een vol gevoel, waardoor u minder eet.
Ook de rol van water op de stoelgang is niet heel direct. Het meeste vocht dat wij drinken wordt opgenomen door de darmen en via de urine weer uitgescheiden. De ontlasting houdt slechts een klein gedeelte van het water vast. Bij een lichaamstekort aan water wordt er wel vocht onttrokken aan de darm of huid. Dit kan leiden tot obstipatie. Bij normaal drinken is dit echter niet het geval. Meer drinken dan normaal heeft dan ook geen invloed op de stoelgang.“
2. Hoeveel water hebben we nodig? En wat gebeurt er bij een tekort?
“We hebben 2,8 liter vocht nodig per dag. Ongeveer 300 ml daarvan is afkomstig uit het lichaam zelf en komt vrij bij allerlei lichaamsprocessen. Verder komt 1 liter vocht uit onze voeding. Die laatste 1,5 liter moeten we binnen krijgen met drank. Het maakt niet uit wat, als het maar vocht is.
De hersenen geven heel goed aan wanneer we vocht nodig hebben, dan krijgt u dorst. Deze prikkel is heel gevoelig, wat betekent dat een kleine verandering in het lichaam al snel leidt tot een dorstgevoel. Bij oudere mensen geeft het lichaam dorst minder goed aan. Zij moeten daarom bewuster om gaan met drinken.
Een klein watertekort kan leiden tot duizeligheid, hoofdpijn, vermoeidheid en een verminderde concentratie. Bij een groter tekort is er sprake van dehydratatie (uitdroging): dit kan gepaard gaan met onder andere flauwvallen en ademhalingsproblemen.”
3. Kun je ook te veel water drinken?
“U drinkt niet gauw te veel en veel drinken gespreid over de dag kan geen kwaad. Als u uzelf aanleert om veel te drinken past uw lichaam zich daar op aan. De urine is minder geconcentreerd en u plast meer. U zult ook eerder dorst krijgen, omdat uw lichaam zich afstelt op het meer drinken.
Wel kan het schadelijk zijn als in korte tijd veel water drinkt, bijvoorbeeld twee liter in een half uur. Uw bloed raakt snel verdunt en het lichaam kan dat niet aan. De concentratie zouten in het bloed wordt minder en u heeft een teveel aan water in het lichaam. Er is dan sprake van acute hyponatriëmie, ook wel bekend als watervergiftiging. De lichaamscellen kunnen niet goed met deze situatie omgaan en zwellen op. Als hersencellen opzwellen kunt u in coma raken. Bij hyponatriëmie is het van belang om water drinken te minderen."
4. Kan de waterbalans ook verstoord raken?
“Normaal gesproken is ons lichaam heel goed in staat om de waterbalans op peil te houden. Hier spelen hormonen, de dorstprikkel en de uitscheiding door de nieren een belangrijke rol in. Zoals gezegd kan te veel drinken leiden tot een acute verstoring van de waterbalans, maar bepaalde situaties of aandoeningen kunnen ook leiden tot een chronische verstoring.
Stressvolle situaties of longtumoren hebben bijvoorbeeld invloed op het hormoon vasopressine. Dit hormoon haalt water terug uit de voorurine. Bij aandoeningen als hartfalen, levercirrose en preeclampsie (zwangerschapsvergiftiging) is er sprake van een verstoorde bloeddruk. In beide gevallen houdt het lichaam een te veel aan water vast: chronische hyponatriëmie. Ook bij overgeven en diarree kan er sprake zijn van een verstoorde waterbalans als gevolg van een verstoorde bloeddruk.”
5) Is er een verschil in water? Bijvoorbeeld tussen kraanwater en mineraalwater?
“Er bestaan zeker verschillen tussen soorten water. We drinken eigenlijk nooit puur (gedestilleerd) water zonder zouten, maar meestal mineraalwater of kraanwater.
Mineraalwater is regenwater uit de onbebouwde grond. De zouten waar het water in de grond langs stroomt bepalen de smaak van het water. Aan mineraalwater mag niets worden toegevoegd. Kraanwater is gezuiverd oppervlaktewater. De samenstelling is bij wet vastgelegd. In Nederland is de kwaliteit van het kraanwater best wel goed, misschien zelfs een van de beste ter wereld.
Voor onze gezondheid maakt het niet uit wat u drinkt: de nieren filteren de stoffen uit het water die ze nodig hebben. Er is geen bewijs dat mineraalwater beter is dan kraanwater of andersom. Wel kan de smaak heel anders zijn.“
Peter Deen hield in januari 2011 zijn oratie over water. Het bijbehorende boekje, met daarin meer informatie, vind je hier.