Duizenden mensen doen met de kerst gewoon hun werk. Dat kan heel bijzonder zijn.
De verloskundige
Jacqueline Gasse (58) is verloskundige in Nijmegen.
Als ik in de kerstnacht op weg ben naar een bevalling, geeft dat altijd een apart gevoel. In mijn warme autootje denk ik aan Maria. Hoe zou zij het gedaan hebben? Heeft Jozef haar geholpen? Dat ze haar kind in een kribbe heeft gelegd, heb ik nooit geloofd. Je houdt je pasgeborene toch lekker bij je?
Dan kom je thuis bij mensen, en de huizen zijn warm en gezellig en mooi versierd. Maar de donkere dagen en lange nachten stemmen ook een beetje melancholiek. Ik merk wel dat de betekenis van een kerstbevalling in de loop der tijd‚ ik werk sinds 1974 in deze branche‚ is veranderd. In mijn beginjaren vonden ouders het heel bijzonder als ze een kerstkindje kregen. Ze beschouwden het als een bijzonder cadeau. Hun kindje zou tegelijk jarig zijn met Jezus. Dat had voor hen religieuze betekenis. Maar dat kom ik niet vaak meer tegen. De meeste mensen zijn niet gelovig meer. Ze vinden het nu juist akelig voor het kind als het op kerst jarig is. Voor mijzelf blijft de geboorte van een kerstkind altijd bijzonder, maar die gevoelens hou ik tegenwoordig voor mezelf.
De allereerste keer dat ik met kerst een bevalling moest doen, werkte ik nog maar pas als verloskundige. Het was een moeilijke bevalling en het kindje deed het niet goed. Dat is zo spannend dat je totaal vergeet dat het kerst is. De baby bleek het syndroom van Down te hebben. Het was heel dramatisch, want de vader riep: Ik wil dat kind niet hebben. Stop het maar in een inrichting. Zoiets vergeet je natuurlijk nooit meer. Achteraf was ik boos. Dat er nou juist in de kerstnacht zoiets verdrietigs gebeurde, kon ik moeilijk verkroppen.
Later maakte ik ook een heel mooie kerstbevalling mee, van een Joodse vrouw. Zij had erg gehoopt dat haar kindje met kerst geboren zou worden. Dat betekende veel voor haar. We deelden dat bijzondere gevoel. Alles had een extra lading. Buiten viel lichte sneeuw en binnen kwam in het holst van de nacht heel rustig dat kerstkindje ter wereld. Ik stond zelf ook met tranen in mijn ogen. Door de verse sneeuw reed ik later naar huis en zag in mijn achteruitkijkspiegel de sporen van mijn banden. Ik dacht: zie je, deze nacht laat sporen na.
De dominee
Julia van Rijn (51) is dominee in de Muiderkerk in Amsterdam.
Op kerstochtend heb ik een veel vollere kerk dan anders. Dat is geweldig om te zien. Ik laat mijn ogen langs de rijen gaan en zie mensen die anders nooit komen. Voor sommige bezoekers is het pure nostalgie. Ze zoeken het kerstgevoel van vroeger en willen de kerstliederen uit hun kindertijd zingen. Ik wil dat juist die mensen zich thuis voelen. Ik vind het fijn dat ze gekomen zijn, al is het maar voor die ene keer in het jaar.
Kerst is een universeel feest, dat overal gevierd wordt. Het gaat om de beweging van het donker naar het licht. Je kunt het een cliche noemen, maar het is wel een archetypisch beeld dat veel mensen aanspreekt. Daarom branden we kaarsen met kerst. In mijn kerstpreek probeer ik uit te leggen dat God onvoorwaardelijk van de mensen houdt. Dat betekent dat je jezelf als mens niet hoeft te bewijzen. Je mag er zijn. Je bent waardevol om wie je bent. Ik vertel het zo eenvoudig mogelijk en zonder hoogdravende taal. Een kerstpreek moet heel toegankelijk zijn. Je zou willen dat mensen achteraf zeggen: ik ga maar een keer per jaar naar de kerk, maar dan heb je ook wat.
Met kerst gebeurt er vaak iets onverwachts. De deuren van onze kerk staan altijd open en dan kan er opeens een zwerver of een alcoholist binnenwandelen die wil huilen en bidden. Vorig jaar was er een man die een zelfgemaakt kerstgedicht wilde voorlezen. Ik aarzelde. Hij had overduidelijk een paar flinke borrels op. Het gedicht was een juweeltje. Onbeholpen regels over zijn worsteling met de alcohol en zijn liefde voor Jezus. Zoiets maakt mijn kerst echt bijzonder.
Ik werk altijd met kerst, al 22 jaar. Dat ervaar ik niet als een opgave. Vaak doe ik eerst de kerstnachtdienst en de volgende morgen de dienst op kerst-ochtend. Daarna ben ik moe, maar ook tevreden. Ik droom weleens over mijn eerste kerst als ik met pensioen ben. Dan ben ik op Vlieland. Het heeft gesneeuwd. In de kerstnacht ga ik naar dat prachtige oude kerkje. Maar op kerstochtend slaap ik uit en daarna ga ik brunchen met champagne.
De politieman
Joep de Groot (63) was wijkagent op de Wallen in Amsterdam.
Met kerst heerst er een andere geest in de stad. Als het even kan maakt de politie geen arrestanten. Met kerst wil je de cellen schoonhouden; een soort vrede-op-aarde-gevoel. Ik vond het nooit vervelend om met kerst te werken. Eerste kerstdag was de rustigste dag van het jaar. We hadden het gezellig met elkaar op het bureau. Het Leger des Heils marcheerde even binnen om een lied voor ons te zingen. Ze hadden voor elk van ons een kerstpakket. Daar zaten groene sokken in, een sinaasappel en een reep chocola.
Ik werkte dertig jaar lang op bureau Warmoesstraat en zeker in mijn beginjaren kende iedereen in de buurt elkaar. Met kerst kwamen buurtbewoners en middenstanders langs met schalen kerstkransen en oliebollen. We zaten de hele dag te eten. Er was ook weleens een fles jenever bij en die ging ook open. Dat gebeurt vandaag de dag niet meer. De afstand tussen burger en politie is veel groter geworden. Het is allemaal veel zakelijker en dat merk je uiteraard ook tijdens de kerst.
De rust op straat is ook verdwenen. Amsterdam trekt tegenwoordig drommen toeristen met kerst. Vroeger namen de prostituees met kerst een dagje vrij, zeker de dames uit Latijns-Amerika. Voor hen was kerst heilig. Ik kende die dames allemaal en stopte ze weleens een kerstcadeautje toe.
Nu zitten er voornamelijk meisjes uit Oost-Europa achter de ramen en die mijden elk contact met de politie. Zij kunnen het zich absoluut niet permitteren om met kerst een dag vrij te nemen.
Een kerstmiddag vergeet ik echt nooit. Er was een verkeersopstopping doordat een auto hardnekkig stil bleef staan. Ik maande de bestuurder om door te rijden. Die man kwam woedend achter het stuur vandaan en begon met mij te vechten. We grepen hem in zijn nek: hup, de cel in. Toen hij gekalmeerd was, kwam het verhaal eruit: hij moest naar het familiekerstdiner, maar zijn vrouw wilde niet mee. Hij wilde niet wegrijden zonder haar. Ik wist wel waar dat vrouwtje woonde en ging met haar praten. Huilen natuurlijk. Uiteindelijk wilde ze het wel bijleggen. In overleg met de wachtcommandant hebben we die man toen toch maar vrijgelaten, zodat hij nog kerst kon vieren met zijn vrouw. Op een andere dag van het jaar was hij daar niet mee weggekomen. Wie vecht met de politie, gaat de cel in. Maar met kerst strijken we met de hand over het hart.
De restauranthouder
Johan Agricola (48) is eigenaar van hotel-restaurant Kasteel Engelenburg in Brummen.
De avond van eerste kerst-dag is het mooiste moment. Het kasteel is met zevenduizend lampjes versierd en ziet er sprookjesachtig uit. De tafels in de serre zijn feestelijk gedekt en overal flonkeren kaarsen. Samen met mijn vrouw begroet ik de gasten. Met sommige gasten is het een vrolijk weerzien. We hebben veel vaste gasten die altijd met de kerstdagen bij ons zijn. Dat geeft een gevoel van verbondenheid die je op gewone avonden niet zo snel hebt. Drie echtparen hebben elkaar hier met kerst ontmoet en zijn bevriend geraakt. Nu delen ze altijd met z’n zessen een tafel.
Kerst is het hoogtepunt van het jaar. In de horeca rekenen we in kersten. Als iemand vraagt hoe lang je ergens gewerkt hebt, zeg je: ik heb er zoveel kersten gedaan. De voorbereidingen vergen veel; we beginnen al in augustus. We maken er echt ons eigen feest van, met een thema dat we helemaal uitwerken.
Het is bij mij een beetje een haat-liefdeverhouding. Ik hou van kerst en ik vind het heerlijk om de gasten te zien aankomen met koffers die uitpuilen van de avondjurken en smokings. Maar ik ben ook altijd blij als het 27 december is. De verwachtingen zijn altijd hooggespannen. Onze gasten zijn best kritisch. Het zijn vaak oudere echtparen die de kerstdagen niet met hun familie kunnen of willen doorbrengen. Dan moet je iets compenseren. Met kerst weegt het allemaal net iets zwaarder. De tafelindeling is een hele puzzel. Meestal hebben we naast echtparen ook een paar families te logeren. Die heb je nodig om een beetje schwung te krijgen. Het gaat om de juiste balans.
Ook de gasten voelen zich meer bij elkaar betrokken. Soms is er verdriet. Een van onze vaste gasten werd ongeneeslijk ziek en had niet lang meer te leven. Nog een keer kerst vieren op Kasteel Engelenburg, was zijn grote wens. Daar doe je je uiterste best voor.