Het eerste deel van een schade komt altijd voor rekening van de verzekerde. Het doet er daarbij niet toe hoe hoog de totale schade is.
Dat blijkt uit een bindend advies van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening van het Kifid. Een verzekerde verloor tijdens zijn vakantie zijn bril en vond deze later beschadigd terug. De schade bedroeg 369,50 euro. Hij claimde de schade op zijn reisverzekering, die voor brillen/contactlenzen een maximum vergoeding van 250 euro kent. Daarnaast is er een eigen risico van 100 euro per gebeurtenis. De verzekeraar keerde daarom 150 euro uit: de maximale vergoeding minus het eigen risico.
Onder- en bovenkant
De verzekerde was het met die berekening niet eens. Op die manier is de maximale vergoeding slechts 150 euro. Het vindt het correcter om het eigen risico van het totale schadebedrag van 369,50 euro af te trekken en vervolgens 250 euro uit te keren.
De Geschillencommissie kiest voor de berekening van de verzekeraar. De maximum vergoeding is een beperking aan de bovenkant, het eigen risico is een beperking aan de onderkant. Dat betekent dat de verzekerde het eerste deel van de schade, 100 euro, altijd voor zijn rekening neemt. De rest komt voor vergoeding in aanmerking tot het maximum van 250 euro. Dat is dus 150 euro, die al is uitgekeerd.
- Kifid