Partner overleden binnen zes maanden na opmaken samenlevingsovereenkomst; geen hoge partnervrijstelling en geen laag tarief voor de erfbelasting

Getty Images


Voordat mijn partner overleed, hebben wij vier en een half jaar samen gewoond. Wij hadden geen samenlevingsovereenkomst. Nadat bij hem een ernstige ziekte was geconstateerd hebben wij deze overeenkomst alsnog opgesteld bij de notaris. Dit werd ons geadviseerd door een bevriende belastingadviseur. Op deze manier zouden we veel erfbelasting kunnen besparen. Helaas is mijn partner binnen twee weken daarna overleden.

Mijn partner had mij als enige erfgenaam benoemd in zijn testament. Aangezien hij nogal vermogend was, heb ik een groot bedrag geërfd. Volgens de fiscus moet ik hierover erg veel belasting betalen omdat ik niet officieel zijn partner was en dus niet aanmerking kom voor de hoge partnervrijstelling en de lagere tarieven. Dit is toch niet eerlijk. Als hij een paar maanden langer zou hebben geleefd, zouden dus compleet andere regels gelden?

Voor de erfbelasting worden twee mensen als partner van elkaar aangemerkt als zij minimaal vijf jaar hebben samengewoond of in elk geval minimaal zes maanden voor het overlijden van een van beiden een notarieel samenlevingscontract met wederzijdse zorgverplichting is  opgesteld.  Slechts in dat geval kunnen samenwoners gebruik maken van de hoge partnervrijstelling en het lagere tarief voor de erfbelasting. Aangezien – hoe verdrietig ook – u door omstandigheden aan geen van beide vereisten heeft kunnen voldoen, bent u voor de erfbelasting geen partner en geldt voor u de lage vrijstelling 2016 en het hogere erfbelasting tarief 2016:  

Nog niet zo lang geleden is een soortgelijke kwestie voorgelegd aan de rechter. In die procedure was vanwege een zeer kort ziekbed geen samenlevingsovereenkomst meer opgesteld. Belastingplichtige had daarom gesteld dat de zesmaandstermijn in strijd zou zijn met het gelijkheidsbeginsel. Argument hiervoor was dat mensen die vanwege een medische diagnose een kortere overlevingstijd hebben, gediscrimineerd zouden worden.

De rechtbank oordeelde echter in dit geval: “Dat de wetgever met de zesmaandstermijn binnen de door hem toekomende ruime beoordelingsmarge was gebleven. De termijn van zes maanden was terecht ingesteld om misbruik van de gunstige tarieven en vrijstellingen te voorkomen. Dat de samenwoners in deze zaak door de korte overlevingstijd na de diagnose geen zes maanden meer hadden om alsnog een samenlevingscontract op te laten stellen, was hierbij niet relevant.”

Hoewel in uw geval nog wel een samenlevingsovereenkomst (met wederzijdse zorgplicht ) is opgesteld, heeft u niet kunnen voldoen aan de wettelijke zesmaandstermijn. Hoe onredelijk dit in uw ogen ook zal zijn, het is niet waarschijnlijk dat de fiscus voor u een uitzondering zal maken. Voor de erfbelasting zult u dus inderdaad niet aangemerkt worden als partners.

Nicole Goud is fiscalist en jurist met jarenlange ervaring in m.n. de belastingadvieswereld (sinds 1987). Tot voor kort was zij werkzaam bij een opleidingsbedrijf voor financiële dienstverlening waar zij lesmateriaal schreef  en ontwikkelde voor o.a. banken, verzekeringsmaatschappijen, accountants en financiële planners op juridisch en fiscaal gebied. Sinds kort is zij eigenaar van Akto, uw erfcoach en meer.

Auteur