Andere pillen bij herhaalrecept

Het heeft te maken met het ‘voorkeursbeleid’ van veel zorgverzekeraars. Ze kiezen het goedkoopste medicijn als voorkeursmiddel. Het gaat om ‘generieke middelen’ die dezelfde werkzame stof bevatten als een (duur) merkmedicijn. Hoe de pillen en de verpakking eruitzien, verschilt vaak per fabrikant.

Kan dat zomaar?

In principe kunnen verschillende ‘merken’ van een bepaald geneesmiddel zonder risico’s worden uitgewisseld. Maar soms zijn er verschillen in de hulpstoffen. Bij dat laatste schuilt een addertje onder het gras. Je kunt bijvoorbeeld ­allergisch zijn voor een bepaalde hulpstof. Verder kan een stof enigszins afwijken bij ‘bio­logicals’ (geneesmiddelen die bestaan uit natuurlijke eiwitten, zoals insuline of afweeronderdrukkende middelen).

Hoe vaak krijgen patiënten een ander middel mee?

Het kan gebeuren dat een verzekeraar meer dan eens per jaar van fabrikant wisselt. De patiënt krijgt dan steeds een ‘ander’ generiek medicijn van de apotheek. Zeker als je dagelijks meerdere medicijnen slikt, kan dit behoorlijk verwarrend zijn; je kunt je daardoor sneller vergissen. De Consumentenbond heeft er bij zorgverzekeraars op aangedrongen hun voorkeursmiddelen maximaal één keer per jaar te veranderen en dit tegelijk met de nieuwe polisvoorwaarden bekend te maken. Consumenten kunnen er dan rekening mee houden als ze een zorgverzekeraar kiezen.

Wat kun je zelf doen?

• Je kunt een zorgverzekeraar kiezen die géén voorkeursbeleid heeft voor goedkopere medicijnen.
• Als je verzekeraar wél een voorkeursbeleid heeft, kan de (huis)arts op het recept aangeven dat het medisch noodzakelijk is dat je de duurdere variant van een medicijn krijgt. Dat mag alleen als de samenstelling, dosering of toedieningsvorm van een geneesmiddel zo bijzonder is dat er maar één bepaald (merk)geneesmiddel in aanmerking komt. Het is dan medisch onverantwoord dat je behandeld wordt met een voorkeursmiddel. Helaas biedt dit geen garantie dat de apotheker het duurdere middel zal meegeven. De apotheker moet namelijk toetsen of er wel echt sprake is van medische noodzaak. Bovendien moet de patiënt altijd eerst het (goedkopere) generieke middel geprobeerd hebben. Het kan daarom gebeuren dat de apotheker afwijkt van het recept en tóch het goedkopere generieke middel meegeeft. Als je wel de duurdere variant krijgt, hangt het af van je verzekering of en hoeveel je hiervoor vergoed krijgt.
• Heb je slikproblemen en krijg je een medicijn in een andere vorm, bijvoorbeeld als grote ­tabletten? Meld dit aan je apo­theker. Deze kan bijvoorbeeld uitleggen hoe je een tablet kunt oplossen, of een variant zoeken die makkelijker in te nemen is. Apothekers maken zelf geen kleine pillen meer van grote.
• Goed om te weten: als je per se een duurder (gelijkwaardig) ­geneesmiddel wilt dan je zorgver­zekeraar heeft aangewezen, maar er is géén medische noodzaak, dan moet je het volledig zelf ­betalen.