Interview met huisarts Tamara de Weijer
Mensen met diabetes type 2, hoge bloeddruk en/of hoog cholesterol kunnen goed geholpen worden door anders te eten. Helaas doen (huis)artsen hier te weinig mee, vindt Tamara de Weijer. “De helft van mijn patiënten moet naar de groenteboer, niet naar de apotheek.”
Na de geboorte van haar oudste dochter woog ze 88 kilo, bij een lengte van 1.66 meter. Ze was moe en had veel buikklachten. Totdat ze – getipt door een vriendin – haar voedingspatroon omgooide, veel meer verse en onbewerkte producten ging eten, geen pakjes en zakjes meer gebruikte en de suiker liet staan. Tamara de Weijer: “Ik had al vijftien jaar last van een prikkelbare darm, met vaak buikpijn en een opgeblazen gevoel. Al snel nadat ik anders ging eten, verdwenen de klachten. Binnen vier maanden raakte ik 23 kilo kwijt. Ik had me nog nooit zo fit gevoeld. Terwijl ik met die prikkelbare darm echt wel bij de dokter was geweest. Maar niemand had me verteld dat deze klachten met mijn voeding te maken konden hebben.”
Komt daar uw passie voor voeding vandaan?
“Zeker. Toen ik zelf eenmaal had ontdekt wat anders eten voor je kan doen, ben ik het in mijn huisartsenpraktijk gaan toepassen. Ik kreeg een patiënt van 56 jaar met ouderdomssuiker op het spreekuur. Eigenlijk moest hij aan de medicij- nen, maar dat wilde hij niet. Hij heeft zijn voedingspatroon aangepast en viel in drie maanden 12 kilo af. Zijn buikomvang slonk aanzienlijk en zijn bloedwaarden waren uitstekend. Zonder medicijnen. Hij was ontzettend blij, zo leuk! Hier ben ik ooit dokter voor geworden, om mensen te helpen, beter te maken.
Dat was met medicijnen niet gelukt. Diabetes type 2 keer je niet om met medicatie, je houdt het hooguit in bedwang. Waarmee ik niet wil zeggen dat je door anders te eten álle ziekten kunt genezen. Iemand met een longontsteking ga ik niet met een wortel behandelen. Maar ik ben ervan overtuigd dat je leefstijl-gerelateerde aandoeningen zoals diabetes type 2, hoge bloeddruk en hoog cholesterol in eerste instantie moet aanpakken met leefstijl-gerelateerde adviezen. Ongeveer de helft van de patiënten die ik elke dag in mijn spreekkamer zie, zou ik niet naar de apotheek moeten sturen, maar naar de groenteboer.”
Waarom geeft niet iedere arts dit soort adviezen?
“Vaak zijn ze er niet mee bekend. De kennis bestaat wel, maar bereikt de artsen niet. Je krijgt bijvoorbeeld tijdens de opleiding tot huisarts, die negen jaar duurt, slechts vijf
uur les over voeding. Terwijl je wekenlang onderwijs krijgt over medicatie. In 2016 heb ik samen met mijn studiegenoot Iris de Vries de Vereniging Arts en Voeding opgericht. We willen de kennis en kunde van geneeskundestudenten en artsen over voeding vergroten. Binnenkort zit ik namens deze vereniging aan tafel met het ministerie van Volksgezondheid. Onder andere om te kijken hoe we meer aandacht voor voeding in de opleiding kunnen krijgen.”
U eet weinig koolhydraten: brood, pasta en aardappelen. Dat is niet wat het Voedingscentrum aanraadt. Voldoet hun Schijf van Vijf niet?
“Over het algemeen denk ik dat de Schijf prima is voor gezonde mensen. Maar voor zieken of mensen met een aandoening is deze minder geschikt. En er zijn miljoenen mensen in Nederland met diabetes, hoge bloeddruk, hoog cholesterol of een darmaandoening, zoals ik. Die kunnen baat hebben bij aangepaste adviezen. Ik krijg bijvoorbeeld last van mijn darmen als ik te veel brood en andere koolhydraten eet.”
U geeft ook voedingsadviezen aan mensen met darmziekten als crohn en colitis ulcerosa, maar er is nog niks wetenschappelijk bewezen op dit gebied...
“Dat klopt. Dat vind ik ook lastig. Ik zie namelijk veel positieve resultaten in mijn praktijk. Zo is een vrouw met de ziekte van Crohn van haar klachten én medicatie afgekomen door haar voedingspatroon aan te passen. Maar het verschilt per persoon wat werkt en niet. Met veel groente en fruit, minder suiker en meer verse producten is iedereen beter af. Alleen: de één krijgt klachten als hij veel brood eet en de ander heeft juist last van melk. Ik ga in mijn praktijk samen met de patiënt op zoek naar wat voor hem of haar persoonlijk het best werkt.
Goed onderzoek doen naar de effecten van voeding op je gezondheid is ook moeilijk. We willen zo graag dat ene stofje in broccoli vinden dat kankerwerend zou zijn, maar zo werkt het niet. Hoe is de broccoli klaargemaakt, hoe vers is-ie, wat eet je erbij, ging je ook meer bewegen? Allemaal factoren die van invloed kunnen zijn op de onderzoeksresultaten.”
Deze onzekerheden zijn voor u geen reden om af te zien van voedingsadvies?
“Nee. Ik ben groot voorstander van wetenschappelijk onderzoek. De richtlijnen die wij als huisartsen gebruiken om patiënten te behandelen zijn hier ook op gebaseerd. Maar ik kijk ook naar wat ik in mijn praktijk zie gebeuren. Iets wat (nog) niet wetenschappelijk bewezen is, kan wel wáár zijn. De mensen die ik begeleid, gaan gezonder leven. Hoe kan dat fout zijn?”
Beginnen met anders eten is misschien nog leuk, het volhouden lijkt moeilijker...
“Mensen die gezonder gaan eten, voelen zich binnen vijf tot zes weken fitter. Ze slapen beter en/of hun bloedwaarden verbeteren zodat ze met bepaalde medicijnen mogen stoppen. De eerste weken zijn ze eufoor, maar inderdaad: na een maand of twee/drie zie ik vaak een dipje ontstaan. De kunst is om ze dan als arts te blijven ondersteunen. Daarom spreek ik eens in de zes weken met ze af. Zakt het sporten weg of gaan ze toch weer ongezonder eten, dan ga ik daarover in gesprek.”
Heeft u tips?
“Eet een salade als lunch, of neem zeven cherrytomaatjes bij je boterham, dat is toch weer 100 gram groente. Zelfgemaakte groentesoepen zijn ook geweldig, heb je zo weer een flinke hoeveelheid binnen. Haal je vlees bij de slager. In de supermarkt is er vaak suiker aan toegevoegd. Maak zelf je pastasaus, het liefst een dubbele portie zodat je er een kunt invriezen voor later. Ook belangrijk: zondig af en toe. Ik ben een echte bourgondiër. De hele week let ik op, maar soms borrelen we op zondagmiddag uitgebreid. Met een kaasje, toast en een bakje chips. Dat is echt een sociaal moment. En afgekaderd. O ja, als je zondigt, geniet dan ook echt, met aandacht. Kies voor kwaliteit – met een bonbon van de beste chocolaterie bijvoorbeeld – niet voor kwantiteit.”
Wat kun je doen als je anders wilt gaan eten en je huisarts weet er niet genoeg van af?
“Zoek contact met een diëtist die de focus legt op verse, onbewerkte voeding. Die kijkt naar de kwaliteit van voeding, in plaats van alleen naar de hoeveelheden. Zo’n diëtist vind je door rond te vragen, op iemands site te kijken en wellicht kun je vrijblijvend een eerste consult krijgen.”
Tamara de Weijer (36) is huisarts en promovenda aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Haar promotieonderwerp was voeding en leefstijl bij diabetes mellitus type 2. Daarnaast is zij oprichter en voorzitter van de landelijke Vereniging Arts en Voeding, ontstaan in samenwerking met stichting Voeding Leeft. Ze geeft lezingen over dit onderwerp op medische congressen en voor geneeskundestudenten. Verder is ze ambassadeur van het Nationaal Actieplan Groenten en Fruit, met als doel om groente- en fruitconsumptie te vergroten bij bedrijven, op scholen en op kinderdagverblijven. Ook is ze als huisarts betrokken bij het groepsprogramma Keer Diabetes2 Om (www.keerdiabetesom.nl). De Weijer is getrouwd en heeft twee jonge dochters.