Ook een brief gekregen van het Donorregister?

Getty Images

Meer dan zes miljoen Nederlanders krijgen de komende maanden een brief over het nieuwe Donorregister, met het verzoek vandaag de keuze door te geven. Wat moet je weten en doen?

1. Wat staat er in de brief?

De brief roept op om vandaag de keuze door te geven in het Donorregister. Doe het dus meteen, is de oproep. Wat wil je dat er gebeurt met je weefsels en organen, na je overlijden? Je hebt 4 keuzes. 1. Ja, ik wil donor worden, 2. Ik wijs een persoon aan die beslist na mijn overlijden, 3. Nee, ik wil geen donor worden en 4. Mijn partner of familie beslist na mijn overlijden.

Voor wie al een keuze heeft doorgegeven vóór of tegen donatie na overlijden, verandert er niets.

2. Ik ben er nog niet uit. Wat gebeurt er als ik geen keuze doorgeef?

Als je na deze brief geen keuze maakt, krijg je nog een herinneringsbrief. Reageer je daar niet op, dan ontvang je later dit jaar nog een brief met de mededeling dat je ‘geen bezwaar’ hebt tegen donatie en als zodanig geregistreerd staat. Dit betekent dat je automatisch alle organen en weefsels na overlijden beschikbaar stelt voor transplantatie. Als dat toch al je wens is, kun je het zo laten, maar toch pleit het Donorregister om het vast te leggen in het Donorregister. Reden is dat een registratie meer duidelijkheid geeft over je wens aan nabestaanden. Wil je geen donor zijn na overlijden? Of wil je de keuze overlaten aan je partner, familie of een zelfgekozen persoon? Leg dan zeker je keuze vast.

3. Wat heb ik nodig om mijn keuze vast te leggen?

Log in met je DigiD bij het Donorregister en geef je voorkeuren aan. Je kunt ook aankruisen welke organen en weefsels wel en niet gebruikt mogen worden. Je kunt deze keuze altijd veranderen. Geen internet? Een papieren formulier is verkrijgbaar via het Gemeentehuis en de Donorinfolijn: T 0900-821 21 66 (gebruikelijke belkosten).

4. Welke organen worden uitgenomen en welke weefsels?

Bij het doneren van organen gaat het om het hart, de alvleesklier, lever, longen, nieren en dunne darm. Bij het doneren van weefsels gaat het om de huid, hartkleppen en grote lichaamsslagader, het botweefsel en hoornvlies. Je kunt zelf aankruizen wat je wil doneren, zie ook vraag 3.

5. Komen er door de nieuwe wet straks duizenden donororganen bij?

Nee. De kans dat organen worden uitgenomen en gedoneerd nadat iemand overlijdt, is en blijft erg klein. Organen kunnen alleen worden getransplanteerd als de donor aan een beademingsmachine ligt. Dit zorgt ervoor dat de organen van de nodige zuurstof en voeding worden voorzien. Iemand kan alleen orgaandonor zijn als hij of zij op het moment van sterven aan de beademing ligt in een ziekenhuis. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een ernstige beroerte of hersenbloeding, en soms ook na een verkeersongeval. Dit komt niet vaak voor. Weefsels (zoals huid of hartkleppen) kunnen wel langere tijd zonder zuurstof. Beademing is daardoor bij weefseldonatie niet nodig. Weefseldonatie is mogelijk nadat iemand thuis, in een ziekenhuis of instelling overlijdt.

6. Stel: iemand krijgt een hersenbloeding, de toestand is kritiek. Zijn of haar keuze is niet vastgelegd in het Donorregister en de familie wil geen donatie. Wat dan?

Familieleden kunnen donatie tegenhouden, als ze weten dat de naaste dit niet had gewild. Zij moeten dan aannemelijk maken dat orgaan- en/of weefseldonatie niet overeenkomt met de wens van de betrokkene. Als de familie dit niet aannemelijk kan maken, volgt donatie. Het is dus belangrijk dat je partner en familie weten wat je keuze is, en dat je jouw keuze invult in het Donorregister.

7. Kan iemand donor zijn na euthanasie?

Ja, dat kan. De huisarts moet dan wel bepaalde voorbereidingen treffen en moet daarom ruim op tijd op de hoogte zijn. Euthanasie gebeurt meestal thuis. Als iemand orgaandonor wil zijn, moet de euthanasie plaatsvinden in het ziekenhuis, zodat binnen korte tijd na het overlijden de organen kunnen worden uitgenomen in de operatiekamer. Bij weefseldonatie is euthanasie thuis wel mogelijk.

8. Is mijn dementerende moeder straks automatisch donor?

Iemand die wilsonbekwaam is, bijvoorbeeld door gevorderde dementie, kan niet beslissen over orgaandonatie. Ben je hierdoor automatisch géén donor als je dement wordt? Dat ook weer niet. Mensen die wilsonbekwaam zijn, hebben een wettelijk vertegenwoordiger. Die kan de keuze doorgeven aan het Donorregister. Als niemand iets heeft geregistreerd in het Donorregister bij overlijden, staat moeder daar automatisch geregistreerd met ‘geen bezwaar tegen donatie'. Wanneer na overlijden blijkt dat moeder wilsonbekwaam was bij het ontvangen van de brieven van het Donorregister, wordt na het overlijden aan de naasten gevraagd wat de wens was.

9. Kun je te oud zijn om orgaandonor te worden?

Voor sommige organen is er geen maximumleeftijd, maar het hart van een 74-jarige is bijvoorbeeld niet meer geschikt voor donatie. Oogweefsels kunnen tot 85 jaar worden gedoneerd.

10. Wat als je ernstig ziek bent geweest, medicijnen slikt of je hele leven hebt gerookt?

Een arts bepaalt of iemand geschikt is als donor. Als de overledene kanker heeft, is orgaandonatie meestal niet mogelijk. Maar bij bepaalde soorten kanker kan het wel, net als bij een goed behandelde kanker in het verleden. Actieve infecties met tuberculose, hiv of herpes zoster kunnen je ongeschikt maken voor weefseldonatie. De criteria bij orgaandonatie zijn soepeler dan bij weefseldonatie. Artsen moeten wel, vanwege de schaarste aan organen en het overlijdensrisico van mensen die op de wachtlijst staan

11. Ik wil dat mijn naasten erbij zijn, wanneer ik overlijd. Kan ik dan toch orgaandonor zijn?

Familie kan afscheid nemen. Wel is het zo dat er bij orgaandonatie in het ziekenhuis beperkt tijd is voor afscheid, omdat de uitname snel na het overlijden plaats moet vinden. Dit heeft te maken met de kwaliteit van de organen. Er is een speciale ziekenhuismedewerker die de familie begeleidt. Als iemand overleden is en orgaandonor is, ligt het lichaam nog aan de beademing. Het hart klopt dus nog, maar de hersenen zijn dood. Na het afscheid wordt het lichaam naar de operatiekamer gebracht. Als de organen en weefsels zijn uitgenomen, wordt het lichaam overgedragen aan de naasten. De overledene kan dan worden opgebaard op gebruikelijke wijze. De donatie heeft geen invloed op de uitvaart.

12. Ik ben bang dat ik nog niet echt dood ben, wanneer mijn organen worden uitgehaald. Is die angst terecht?

Nee, zegt de Transplantatie Stichting. Je wordt alleen donateur van organen en weefsels als verschillende artsen je hersendood hebben verklaard. Iemand is pas hersendood als uit-gebreid onderzoek duidelijk heeft gemaakt dat hij of zij niet meer reageert op prikkels, en de hersenen ook geen elektrische activiteit en doorbloeding meer vertonen. Met andere woorden: de donor kan geen pijn meer voelen en heeft geen bewustzijn meer. Artsen moeten speciale protocollen volgen om erachter te komen of iemand daadwerkelijk hersendood is. Hier zijn tal van checks ingebouwd, zoals het uitblijven van een reactie op pijn. Bij hersendood is er geen enkele kans dat iemand weer bijkomt.

13. Graag wil ik zelf bepalen aan wie ik na mijn dood doneer. Kan dat?

Nee. Dit is bij wet zo geregeld. Een reden daarvoor is dat in Nederland iedereen dezelfde gezondheidszorg moet kunnen krijgen. Een orgaan gaat naar de patiënt op de wachtlijst die dit orgaan het dringendst nodig heeft en bij wie het orgaan het beste past.

Meer informatie over doneren is te vinden op www.donorregister.nl en op www.transplantatiestichting.nl.

Dit artikel verscheen in bewerkte vorm eerder in Plus Magazine juni 2020. Abonnee worden van het blad? Dat doet u in een handomdraai!

Bron 
  • Plus Magazine