De nieuwste medische mogelijkheden

Beter, sneller, veiliger

Getty Images

Technologische vooruitgang in de medische wereld gaat razendsnel. Betere apparatuur, nieuwe therapieën en nauwkeuriger operatietechnieken. Dit kan er al, of kan binnenkort.

Geavanceerde CT-scanner

Het Martini Ziekenhuis in Groningen beschikt sinds maart 2014 over een geavanceerde CT-scanner, die het hele hart in een kwart seconde scherp op de foto kan zetten. "Omdat het hart voortdurend beweegt, konden we de kransslagaders voorheen niet goed vastleggen", zegt radioloog Caroline Janssen. "Met de vorige CT-scanner moesten we een paar keer draaien om het hele hart te zien en vervolgens de verschillende foto’s aan elkaar plakken."

"Er is vier tot vijf keer minder röntgenstraling nodig dan met de vorige CT-scanner. En bij heel slanke patiënten nóg minder", zegt Janssen. "Omdat straling het risico op kanker vergroot, waren we voorheen vooral bij jongere patiënten met pijn op de borst terughoudend met een  CT-scan. Nu kunnen we ook bij deze groep de kransslagaders veilig en goed in kaart brengen." Verder kunnen patiënten na het onderzoek direct naar huis, want een opname en hartkatheterisatie zijn niet meer nodig.

Steeds betere operatierobots

Een chirurg die een operatierobot gebruikt, bedient robotarmen met behulp van een joystick vanuit een soort cockpit. Het operatiegebied is hierin driedimensionaal zichtbaar. Op deze manier kan zelfs vanuit een andere kamer geopereerd worden. "Operatierobots worden steeds verfijnder: de robotarmen en instrumenten kunnen nog subtieler manoeuvreren en de camera’s worden beter", zegt uroloog Geert Smits.

Robotchirurgie is vooral geschikt voor operaties in het kleine bekken en de buik en de borstholte. Zo’n 75 tot 80 procent van alle robot-geassisteerde chirurgie in Nederland gebeurt momenteel door urologen. Andere disciplines zullen de operatierobot ook meer gaan inzetten.

"Eenvoudige operaties kunnen prima via een standaard-kijkoperatie. Maar complexe operaties worden door gebruik van een operatierobot eenvoudiger en veiliger", zegt Smits. "Er zijn minder complicaties en patiënten kunnen sneller naar huis."

Medische tomtom

Een navigatiesysteem dat op een monitor een soort landkaart toont van het inwendige van een patiënt, zodat een chirurg tijdens een operatie precies kan zien waar het mes is ten opzichte van de tumor. Zo’n tomtom heeft chirurg prof. dr. Theo Ruers bedacht en ontwikkeld, samen met onderzoekers van het kankerinstituut Antoni van Leeuwenhoek.

"Voorafgaand aan een operatie hebben we al een goed beeld van een tumor met MRI- en CT-scan. Door deze tomtom hebben we dat nu ook tijdens de operatie." Ruers gebruikt het voor buikoperaties. "De buik is heel beweeglijk, waardoor een tumor zich verplaatst. Met deze techniek zie je dat en kun je de tumor volgen." Lastig te opereren tumoren worden zo beter helemaal verwijderd: er blijven minder vaak tumorcellen achter langs de snijvlakken, waardoor de patiënt vaker volledig ‘schoon’ zal zijn. Verder is er minder schade aan gezond weefsel, omdat het risico dat een zenuwbaan wordt geraakt veel kleiner is. Wel duurt de operatie met deze techniek iets langer.

De nieuwe techniek is geschikt voor ongeveer 20 procent van de patiënten met kanker: zij hebben een tumor die moeilijk te zien en voelen is. "De eerste resultaten zijn zeer bemoedigend. Voordat we de tomtom breed gaan inzetten in andere ziekenhuizen, gaan we eerst verder onderzoek doen en de techniek verbeteren”, zegt Ruers. "Dat kan nog wel vijf jaar duren."

Protonentherapie tegen kanker

Protonentherapie is een voor Nederland nieuwe vorm van bestraling tegen kanker. Bij deze radiotherapie wordt bestraald met positief geladen deeltjes (protonen), gemaakt met een speciale versneller. De protonen komen uitsluitend terecht in de tumor, waardoor er minder bijwerkingen zijn. Protonentherapie is geschikt voor patiënten met hoofdhalstumoren en slokdarm-, long-, prostaat- en borstkanker.

"Protonentherapie draagt vooral bij aan het voorkomen van complicaties", benadrukt Hans Langendijk, hoogleraar radiotherapie. Nu is bestraling met fotonen gangbaar, maar die gaan dwars door het omringende weefsel heen en veroorzaken daar schade. Bij protonentherapie komt de straling nauwelijks terecht in het omliggende weefsel. Dat maakt de methode geschikt voor bestralen dicht bij de hersenen en het hart, en voor kinderen.

Van 3D- naar bioprinter

Met 3D-printers implantaten maken gebeurt sinds enkele jaren. Bijvoorbeeld een onderdeel voor een knieprothese of zelfs een hele schedel. Een volgende stap is levende weefsels fabriceren, ofwel bioprinten. Dit gebeurt met speciale 3D-printers en 'bio-inkt', gemaakt van cellen, eiwitten en groeifactoren. "Daarmee kunnen artsen straks weefselschade bij patiënten repareren", zegt professor Wouter Dhert, hoofd research orthopedie UMC Utrecht.

Bioprinten is geschikt voor bijvoorbeeld herstel van kraakbeen en bot. "We kunnen al redelijk complexe structuren maken, waarbij de dichtheid van het bot en het kraakbeen in het geprinte weefsel varieert. In het lab werken we nu aan een plug in de knie voor mensen met defect kraakbeen", zegt Dhert. "We zullen dit pas over enkele jaren toepassen bij patiënten, als we hebben aangetoond dat het echt werkt."

Op de langere termijn kan de bioprinter ook hartkleppen of stukjes orgaan, zoals lever of long, maken, verwacht hij. "Maar dat duurt eerder nog tien dan vijf jaar. En het printen van hele nieren of ­ledematen is en blijft vooralsnog echt sciencefiction." Een groot voordeel van 3D-printen is dat het maatwerk levert voor een patiënt. Omdat bij bioprinten diens eigen cellen gebruikt worden, is er geen gevaar voor afstoting.

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine