Gezondheidsklachten door EHS
De zon, de zendmast, de telefoon, de magnetron en de wifi-router; allemaal zenden ze elektromagnetische straling uit. Met name het telefoon- en wifi-gebruik is de afgelopen twintig jaar drastisch toegenomen. Is al die straling eigenlijk nog wel veilig?
Mensen met elektrohypersensitiviteit (EHS) menen van niet. Zij schrijven allerlei gezondheidsklachten toe aan elektromagnetische straling: oorsuizen, hoofdpijn, duizeligheid en depressies bijvoorbeeld. De enige manier om van deze klachten af te komen is om een stralingsvrij bestaan op te starten, ver weg van telefoons, wifi, magnetrons en hoogspanningsmasten.
Ioniserend en niet-ioniserend
Dat röntgenstraling en uv-licht, allebei ook vormen van elektromagnetische straling, schadelijk kunnen zijn voor het menselijk lichaam is al jarenlang bekend. Deze vormen van straling worden ioniserend genoemd; ze bevatten zoveel energie dat ze op molecuulniveau veranderingen teweeg kunnen brengen. In een te hoge dosis kunnen ze dan ook ziek maken en bijvoorbeeld kanker veroorzaken.
Toch is er om ons heen altijd een kleine hoeveelheid ‘achtergrondstraling’ aanwezig, waar het lichaam prima tegen kan. Deskundig gebruik in lagere doseringen kan daarnaast ook heel nuttig zijn; denk aan bestraling, juist om kanker te bestrijden, en röntgenstraling om bijvoorbeeld botbreuken aan te tonen.
Telefoons, wifi-routers, magnetrons en elektriciteitsmasten zenden allemaal niet-ioniserende straling uit in de vorm van microgolven en radiogolven. Ze bevatten te weinig energie om direct schade toe te brengen zoals ioniserende straling dat kan.
Niet-ioniserend, wel schadelijk?
Is niet-ioniserende straling dan volledig ongevaarlijk voor het lichaam? Over die vraag hebben al vele wetenschappers het hoofd gebroken. Helaas heeft dat tot nu toe veelal tegenstrijdige berichten opgeleverd.
Zo zijn er een aantal wetenschappelijke studies gepubliceerd waarbij een verband werd gevonden tussen regelmatig gebruik van een mobiele telefoon en het krijgen van hersentumoren. Het lastige van dit soort onderzoek is dat het vinden van een verband nog niet betekent dat er ook sprake is van een oorzakelijk verband. Er kunnen heel veel andere (onzichtbare) factoren zijn die verklaren waarom mensen die regelmatig mobiel bellen ook vaker hersentumoren zouden ontwikkelen. Daarnaast zijn er ook onderzoeken die zo’n verband niet gevonden hebben, en is het aantal mensen dat hersentumoren ontwikkelt niet toegenomen, ondanks de opkomst van de mobiele telefoon en wifi. Tot op heden kunnen onderzoekers dus geen uitsluitsel geven of zo’n verband nu wel of niet bestaat.
Ook met laboratoriumonderzoek hebben wetenschappers nog geen eenduidig bewijs gevonden of mobiele telefoons of andere bronnen van niet-ioniserende straling schadelijk zouden zijn voor mensen. Het enige tot nu toe bewezen effect van microgolven en radiostraling is dat ze weefsels kunnen verwarmen. Precies deze eigenschap gebruiken magnetrons om voedsel op te warmen. Hun stralingsvermogen daarvoor ligt maar liefst honderdduizend tot miljoenen malen hoger dan dat van mobiele telefoons en wifi-routers. Een mobiele telefoon is dan ook een slechte verwarmer: tijdens het bellen stijgt je hoofdtemperatuur nog niet eens met één graad. Ondanks het hoge stralingsvermogen is de magnetron zelf ook veilig: de beschermende deur zorgt ervoor dat vrijwel alle straling binnenin blijft.
Onderzoeken naar andere biologische effecten, bijvoorbeeld of niet-ioniserende straling DNA kan beschadigen of eiwitten kan veranderen, hebben ook nog weinig zorgwekkende resultaten opgeleverd. Als wetenschappers al een effect waarnamen, was hier vaak een veel hogere stralingsdosering voor nodig dan de wet momenteel toestaat. Onze dagelijkse blootstelling ligt bovendien nog eens vele malen lager dan die wettelijke limiet, wat de kans op gezondheidseffecten al helemaal minimaal maakt.
Hoe zit dat dan met EHS?
Al sinds de jaren negentig wordt er onderzoek gedaan naar EHS. Zo zijn er meerdere studies waarbij onderzoekers probeerden te achterhalen of mensen met EHS elektromagnetische straling konden ‘voelen’ of niet. Deelnemers kregen bijvoorbeeld een zak met daarin een mobiele telefoon en moesten zonder in de zak te kijken aangeven of de telefoon aanstond of niet. Wat bleek: in ongeveer de helft van de keren hadden ze dit goed, en slechts enkele personen gaven alle keren het juiste antwoord. Toevalstreffers, concluderen de onderzoekers; zulke resultaten zou je ook krijgen als de personen elke keer een muntje op hadden gegooid. Personen zonder EHS-verschijnselen behaalden vergelijkbare resultaten. Of EHS’ers dus echt ziek worden van straling is twijfelachtig.
Toch hebben deze mensen serieuze gezondheidsklachten en kunnen ze soms geen normaal leven leiden. Wetenschappers zagen ook dat mensen met EHS vaker dan niet-EHS’ers aangaven dat ze straling voelden, ook als dat niet het geval was. Dit zou kunnen betekenen dat alleen al denken aan de straling voldoende is om EHS’ers ziek te laten voelen. Het suggereert echter ook dat de klachten zouden kunnen verdwijnen wanneer de mogelijke stralingsbron niet langer in de buurt is.
Behandeling
Doordat er geen duidelijke verklaring is voor de EHS-klachten, bestaat er ook geen standaardbehandeling. Patiënten zouden er baat bij kunnen hebben om de blootstelling aan stralingsbronnen te beperken of om door middel van psychische hulp met de klachten te leren omgaan. Meer informatie over stralingsbronnen en EHS is te vinden op www.kennisplatform.nl.
- World Health Organization (WHO)
- Gezondheidsraad
- NCBI
- EMF-Portal
- Kennisplatform.nl