Bijna alle huisartsen hebben tegenwoordig hulp van een of meer praktijkondersteuners. Dat laat een nieuw onderzoek zien van het kennisinstituut Nivel. Een onderzoek van Plus Magazine laat zien dat de praktijkondersteuner goed gewaardeerd wordt door patiënten.
De praktijkondersteuner (POH) is al sinds 1999 actief in de huisartsenpraktijk, aldus het Nivel onderzoek. Het begon met de POH somatiek, die de huisarts hielp met bijvoorbeeld controles bij diabetes, COPD of hart- en vaatziekten. Anno nu werken de meeste huisartsenpraktijken met een POH somatiek (81 procent). De meeste huisartsenpraktijken hebben meerdere praktijkondersteuners in dienst. Bijna evenveel praktijken hebben een praktijkondersteuner GGZ, voor behandeling van psychische klachten zoals angst of depressie. De relatief nieuwe POH ouderen en de POH jeugdzorg zijn in opmars met 44 procent, respectievelijk 33 procent van de praktijken.
Meer POH ouderen
Veel huisartsen willen de komende jaren nog meer gaan werken met een POH ouderen en een POH ggz. De huisarts krijgt het namelijk steeds drukker, omdat er door de vergrijzing meer patiënten komen met meerder kwalen en klachten tegelijk. Daarnaast neemt de huisarts steeds meer taken over van het ziekenhuis.
Lezersonderzoek
Plus Magazine deed onlangs ook een onderzoek naar de praktijkondersteuner, maar dan niet onder huisartsen, zoals het Nivel, maar onder de lezers. Hieruit bleek dat de praktijkondersteuner goed gewaardeerd wordt. Meer dan 80 procent van de bijna 900 lezers -die onlangs nog een afspraak hadden- waardeert de praktijkondersteuner met ‘goed’ tot ‘zeer goed’. Meest genoemde voordelen: de praktijkondersteuner heeft meer tijd dan de huisarts en legt zaken goed uit.
In Plus Magazine van juli staat een artikel met de verdere resultaten van dit onderzoek naar de praktijkondersteuner.