Genen die het risico op alzheimer vergroten
Er zijn veel vormen van dementie, sommige zeldzame vormen zijn erfelijk. Wel zijn er tientallen genen die je risico op de ziekte van Alzheimer vergroten. Hoe groot is de kans jij ook te maken krijgt met dementie als deze ziekte in je familie voorkomt?
Er zijn wel 50 ziektes waarbij dementie een van de symptomen is. De meest voorkomende zijn alzheimer, vasculaire dementie, Lewy Body Dementie en Frontotemporale dementie (FTD).
Risicofactoren
Meestal is dementie niet erfelijk. Er bestaan wel erfelijke vormen van dementie, maar die zijn zeldzaam en beginnen meestal al rond het 50ste of 60ste levensjaar en soms veel eerder. Wel zijn er tientallen genen die het risico op alzheimer kunnen vergroten. Een daarvan is het Apo-E gen – varianten hiervan die de kans op alzheimer verhogen, komen bij 16 procent van de Nederlanders voor.
De grootste risicofactor is leeftijd. Verder verhoogt schade aan hart- en bloedvaten de kans op dementie, dus zijn roken, hoge bloeddruk, overgewicht op middelbare leeftijd en diabetes type 2 ook risicofactoren.
Familie
Hoe groot is de kans jij ook dementie krijgt als het in je familie voorkomt? Ongeveer een kwart van alle alzheimerpatiënten heeft minstens één familielid met alzheimer. Iemand met een ouder, broer of zus die het na het 65ste levensjaar kreeg, heeft een paar procent meer kans op dementie. Bij ongeveer 1 op de 1600 families met alzheimer is er sprake van een erfelijke vorm op jonge leeftijd.
FTD is veel vaker erfelijk, bij wel 25-40 procent van de gevallen. Als een van je ouders erfelijke alzheimer of FTD heeft, is de kans dat jij het ook krijgt 50 procent. Vasculaire dementie is waarschijnlijk minder vaak erfelijk dan alzheimer. Lewy Body Dementie is bijna nooit erfelijk.
Genetische testen
Er zijn commerciële testen voor een aantal genen die de kans op alzheimer een beetje verhogen, zoals Apo-E, en voor drie genen die erfelijke alzheimer veroorzaken, en een test die sommige vormen van erfelijke FTD kan voorspellen.
Als bij één van de ouders, broers of zussen een dominant genetische vorm van dementie is vastgesteld, kom je in aanmerking voor zo’n test. Hetzelfde geldt als iemand zelf jong dement is geworden (voor het 60ste tot 65ste levensjaar) of kind, broer, zus of ouder is van iemand met dementie op jonge leeftijd, én als ten minste drie familieleden in ten minste twee generaties zo jong dement geworden zijn.
Wie drager is van bepaalde genvarianten, heeft een iets verhoogde kans om alzheimer te krijgen. Dat risico kun je omlaag brengen door je leefstijl aan te passen.
- Plus Magazine