Lenny blogt: wie zijn je vrienden, als je Alzheimer hebt? 

Getty Images

Toen mijn moeder steeds vergeetachtiger werd, mocht ze niet meer blijven bridgen op de vereniging waar ze tientallen jaren actief lid van was geweest. Altijd bloedfanatiek, nooit een middag overgeslagen en dan toch weggejaagd worden. 

Er waren al andere incidenten aan vooraf gegaan: tijdens een uitstapje met oud-collega’s maakte ze stampij omdat ze dacht iemand haar broche had gestolen. Mijn vader durfde zich daarna niet meer in dat gezelschap te vertonen. Het werd kortom behoorlijk lastig, om een actief sociaal leven te blijven leiden toen er eenmaal Alzheimer in het spel was. 

Eenzaamheid sluipt op kousenvoeten mee naar binnen in het kielzog van Alzheimer. Je kunt tenslotte niet van vrienden en kennissen verlangen dat ze gaan meebewegen in een universum waar verwarring en vergeten het voor het zeggen hebben. “Vrienden en kennissen houden afstand”, schrijft Anne-Mei Thé dan ook in haar nieuwe boek Dagelijks leven met dementie:   “Maak je geen illusies, je houdt geen vrienden meer over”, aldus de partner van iemand met alzheimer. Het is ingewikkeld en confronterend voor vrienden om langs te komen, aldus Thé die weet waar ze het over heeft, omdat ze jarenlang mensen met dementie en hun naasten volgde en sprak met honderden betrokkenen en experts. 

Maar, zo schrijft Thé, bij anderen dienden zich juist onverwachte nieuwe vrienden aan. Vrienden van vrienden, vage kennissen eigenlijk, die zich voluit gaan bekommeren om een vader met dementie. Ook dat is herkenbaar. Toen mijn moeder eenmaal Alzheimer kreeg, was het snel afgelopen met de vriendinnen van vroeger. Ook haar nicht die honderd meter van het verpleeghuis woont, laat zich nooit meer laten zien. Maar uit totaal onverwachte hoek doken er bekenden op die mijn moeder wél trouw bezochten. Al jarenlang, tot op de dag van vandaag. De vrouw van een vroegere collega bijvoorbeeld, gaat eens per week bij mijn moeder langs. Bij mijn moeder, die zo diep in haar dementie is weggezakt dat ze totaal geen weet van de wereld heeft. Een groot cadeau, vooral voor mijn vader. Zo werkt het dus ook! 

Andersom kan trouwens ook: contacten die beter worden dankzij de dementie. Anne-Mei Thé geeft er mooie voorbeelden van. Een van de bekendste voorbeelden is theatermaakster Adelheid Roosen. Zij kreeg dankzij de Alzheimer voor het eerst van haar leven een prima contact met haar moeder. “Door de ziekte kwam een andere moeder naar boven, een vrouw die ik herkende. We hebben samen ontzettend veel plezier gehad: gelachen en gespeeld.” Roosen was in staat om haar oude gewoonten af te leggen en zich te bewegen naar het ‘nieuwe zijn’ van haar moeder. “Ik moest om mijn moeder heen cirkelen en kijken waar ze is en dan achter haar aan vallen zoals Alice in Wonderland dat deed.”

Krampachtig vasthouden aan hoe alles was, heeft geen zin, illustreert Roosen met verve. “In de verandering die dementie bewerkstelligt, kunnen we ook een nieuwe kant van onszelf ontdekken, over grenzen heenstappen en komen bij een fantasierijkere, sensitievere en avontuurlijker kant van onszelf.” Dat zal voor de meesten van ons misschien een stap te ver zijn, maar dat het Roosen wel lukte, vind ik troostend. 

Lezen, dat boek!
Anne-Mei Thé: “Dagelijks leven met dementie; een blik achter de voordeur.”

Meer weten? Of lees hier meer blogs van Lenny.

Auteur