Fietsers hebben een andere status in het verkeer dan auto’s. Zo zijn ze minder snel aansprakelijk na een ongeluk. Ook niet als fietsers daar zelf schuldig aan zijn.
1 Wie is aansprakelijk bij een botsing tussen fiets en auto?
De wet beschermt voetgangers en fietsers bij een aanrijding met een motor of auto. Als ze onder de 14 jaar zijn, is de automobilist altijd aansprakelijk. Dat stoort automobilisten weleens als ze rennende of fietsende kinderen zonder te kijken de straat over zien schieten. Maar zelfs als jonge fietsers zonder licht of op de verkeerde weghelft aangereden worden, zijn ze niet voor eventuele schade aansprakelijk. Zo blijkt uit eerdere jurisprudentie. Voor alle kosten draait de verzekering van de automobilist op. Bij fietsers ouder dan 14 jaar wordt wél rekening gehouden met ‘eigen schuld’ bij een ongeval. Maar de aansprakelijkheid gaat nooit verder dan 50 procent. Dat betekent dat de automobilist altijd de helft van de schade die hij aanricht, zal moeten betalen. Een automobilist kan dus aansprakelijk zijn voor een schade waaraan hij geen schuld heeft. Voor sommige automobilisten die alleen WA-verzekerd zijn, is dat zuur omdat ze mogelijke schade aan hun eigen auto zelf moeten betalen en soms ook een stukje van hun no-claimkorting kwijtraken.
2 Hoe wordt het percentage aansprakelijkheid van fietsers van boven de 14 jaar berekend?
De aansprakelijkheid van 50 procent is voor fietsers het maximale risico. Dus als een fietser (bijna) geheel schuldig is aan een ongeval, hoeft deze de schade toch maar voor de helft te vergoeden. Dat is redelijk omdat een fietser bij een ongeval eerder gewond raakt dan een bestuurder van een auto. Denk maar eens aan de kosten van medische hulp, mogelijk de kosten van hulp in de huishouding, verlies van inkomen tot (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid aan toe. Daarbij valt de materiële schade van fiets en auto vaak in het niet. Toch gaan in de politiek inmiddels stemmen op om de aansprakelijkheid volledig te leggen bij degene die schuld heeft. Het CDA wil bijvoorbeeld fietsers aansprakelijk stellen voor de schade als ze een aanrijding veroorzaken doordat ze op de fiets hun telefoon gebruiken.
3 Kan de automobilist geen overmacht aantonen?
In theorie wel, maar in de praktijk is overmacht heel erg moeilijk te bewijzen. Deed het achterlicht op die donkere landweg het wel of niet, gaf de fietser wel of geen richting aan, waren de remmen nou goed of niet… Een beroep op overmacht slaagt zelden, omdat de bestuurder van de motor of auto geen enkel verwijt mag worden gemaakt over zijn manier van rijden. Maar het is niet onmogelijk. Een fietser die na de consumptie van achttien flesjes bier en ongeveer anderhalve liter wijn een weg onverwacht overstak en werd aangereden, moest 80 procent van de schade betalen. Maar zelfs in dit geval was de automobiliste nog voor 20 procent aansprakelijk, omdat ze de fietser wel had gezien. Het ongeluk gebeurde namelijk rond 12 uur ’s middags.
4 Hebben ‘elektrische’ fietsers dezelfde rechten in het verkeer als gewone fietsers?
De wet beschouwt elektrische fietsers als gewone fietsers. Ze genieten dezelfde bescherming in het verkeer als een gewone fietser.Ze hoeven geen helm te dragen en ze moeten op het fietspad rijden. Ze hebben ook geen verzekeringsplicht. Maar bijna iedereen heeft wel een ‘gewone’ aansprakelijkheidsverzekering, die de schade dekt die je bij iemand veroorzaakt. In veruit de meeste gevallen valt onder de dekking ook de schade die je op de fiets of e-bike veroorzaakt. Maar het is altijd goed de polis daarop na te kijken. De ‘high speed’ ¬e-bikes, die meer dan 25 kilo¬meter per uur halen en soms zelf 45 ¬kilometer per uur gaan, zijn geen fietsen in de zin van de wet. Die vallen onder de regels van de snorfiets. Daarvoor moet je 16 jaar zijn, een brommerrijbewijs hebben, evenals een aparte verzekering voor de wettelijke aansprakelijkheid.
5 Waar moet je als ‘elektrische’ fietser op letten om een ongeluk te voorkomen?
Probeer een mogelijk risicovolle ¬situatie te voorzien. Veel ongelukken gebeuren op een helling van een brug of een straat. De fietser is bij een onverwachte situatie niet snel genoeg met een voet aan de grond, verliest de balans en valt. Een moment van afleiding en je rijdt tegen een stoeprand of in de berm. Corrigeren en in je baan blijven is dan moeilijk. Meest voorkomende verwondingen zijn schaafwonden aan armen, benen en gezicht. Concentratie is belangrijk. Laat je niet verrassen door paaltjes in het wegdek, die er staan om autoverkeer tegen te houden. Hou ook op fietspaden waar het stil is, rekening met een tegenligger.
In het aprilnummer van Plus Magazine leest u meer over veilig fietsen op de e-bike.
- Geld & Recht