9x de perfecte hamburger

1. Het beste hamburgergehakt is niet te fijngemalen. Gehakt uit de supermarkt is op industriële wijze verschillende keren gemalen om een gelijkmatige structuur te krijgen. Dat zorgt voor een onaangename, rubberachtige ‘bite’. Bovendien kunnen de burgers samentrekken tijdens het bakken. De beste structuur is die van steak tartaar.
2. Zout je burgers net voor je ze in de hete pan of op de hete grill legt. Zo krijg je een lekker korstje. Meng niet te veel zout door het gehakt zelf, want dit verandert de textuur.
3. Bewerk je gehakt niet te veel. Zodra je een hamburger gevormd hebt, is hij klaar. Hoe meer je het gehakt kneedt of bewerkt, hoe taaier het wordt.
4. Als je er zeker van wilt zijn dat al je hamburgers een gelijke grootte hebben en dus tegelijk klaar zullen zijn, gebruik dan een hamburgerpers.
5. Laat je gevormde hamburgers even rusten in de koelkast. Zo zullen ze zeker niet uit elkaar vallen als je ze bakt.
6. Bak de burgers niet ijskoud, dan drogen ze uit. Laat je vlees minstens een halfuur op temperatuur komen voor je het bakt.
7. Druk tijdens het bakken niet op de hamburgers. Hiermee druk je letterlijk alle heerlijke en natuurlijke sappen uit het vlees en kunnen je hamburgers droog worden.
8. Bak ze niet te lang: maak ze niet veel gaarder dan medium rare (3 minuten per kant). Net als bij biefstuk is te hard bakken niet goed voor de smaak en malsheid van je vlees.
9. Gebruik je duim of de achterkant van een lepel om een kuiltje in het midden van de hamburger te maken, van ongeveer 1/2 cm diep. Wanneer de hamburger gaat schroeien, zet het vlees op en puilt het in het midden uit. Het kuiltje helpt dit te voorkomen en zorgt er ook voor dat de burger minder krimpt.

Lees meer: Keukenklassieker: de hamburger >>