Wat maakt Utrecht zo bijzonder? Schrijver en acteur Arthur Japin onthult zijn favoriete plekjes in de kleinste en dichtstbevolkte provincie van Nederland.
1. Huis: vernieuwend, maar krakkemikkig
“Het meest bijzondere huis van de hele provincie is natuurlijk het Rietveld Schröderhuis in Utrecht. Bij dat huis eindigde, toen ik klein was, de stad en fietste je de weilanden in. Als ik logeerde bij mijn oma, die vlakbij woonde aan het Wilhelminapark, ondernam ik vaak die tocht op weg naar Rhijnauwen. Pas later heb ik het huis bezocht. Het is in feite onbewoonbaar, je hebt geen enkele privacy. Elk jaar moet er van alles worden gerestaureerd, want Rietveld was een heel slechte vakman. Het huis is een idee, een heel vernieuwend idee, meer niet, maar daarom wel de moeite waard.”
2. Water: vluchtweg uit de Randstad
“De mooiste tochten maak je fietsend langs of varend over de Vecht. De stad Utrecht laat je al snel achter je en je verdwijnt in de natuur. Zelfs nu de stad onleefbaar dreigt te worden door de onophoudelijke uitbreidingen, kun je langs het water van de Vecht vergeten dat je in de Randstad bent. Maarssen, Breukelen, Abcoude... elk dorp kent zijn eigen schitterende plekken.”
3. Kasteel: Middeleeuwse aspiraties
“Kasteel de Haar in Haarzuilens is een mooie plek om kinderen te laten dromen. Het dateert uit de negentiende eeuw, maar denkt zelf dat het middeleeuws is. Zo ziet het er ook uit. Mijn schoonfamilie woont daar vlakbij, dus als er wat te vieren is, eten we soms op het bijbehorende dorpsplein. Ook dat is uit de negentiende eeuw, maar gebouwd alsof het er altijd heeft gestaan.”
4. Bossen: speurtochten
“In de Hooge en Lage Vuursche, waar ik al van kleins af aan kom, kun je eindeloze boswandelingen maken. Mijn vader zette vroeger speurtochten voor mij uit, zoektochten langs draadjes blauwe of rode wol die me de weg moesten wijzen naar een schat. Alleendaarom al is het een dierbare plek. Vroeger fietsten we naar kasteel Drakensteyn, omdat prinses Beatrix daar woonde met haar gezin. Nu woont zij daar weer. Alleen.”
5. Dorp: rustig en statig
“Ik vind Baarn een leuk dorp met charmante winkels. Ik had er vrienden wonen en ik houd van de rust, de statigheid die het op veel plaatsen heeft behouden. Ik ging vaak met de trein, een van de leukste ritjes van het land. Die laatste stationnetjes vanaf Soestdijk en het landschap waar je dan doorheen komt, hebben meer iets van Engeland dan van Nederland.”
6. Geschiedenis: onder de Dom
“Mijn huis in Utrecht staat op de oude grens met het Romeinse Rijk. De Rijn liep door mijn straat. Aan de overkant stond het castellum. Je ziet heel duidelijk dat het daar hoger is. Nu staat daar de Dom. Sinds een jaar of twee kun je onder het Domplein een wandeling maken langs en over 2000 jaar geschiedenis.”
7. Museum: keizerlijk verdriet
“Tussen alle voor de hand liggende en bekende musea wordt Huis Doorn vaak vergeten. Daar woonde de Duitse keizer Wilhelm II van 1920 tot 1941. Nadat zijn land onder zijn keizerschap de gruwelijke Eerste Wereldoorlog had verloren, vluchtte hij naar Nederland. Hij was in Doorn een zonderlinge verschijning en mijn oma en mijn oudtantes hebben hem weleens gezien als hij uit rijden ging en zelfs eens gesproken. Het keizerlijke interieur is bewaard gebleven. In het huis is de sfeer te proeven en misschien ook wel het verdriet van iemand die veel op zijn geweten had en daarvoor een prijs betaalde, al had het heel wat slechter met hem kunnen aflopen.”
8. Winkelen: geen straf
“Mijn vader was bepaald geen schipper maar wilde een zomer met ons uit varen. Vrijwel de eerste dag, in de grachten van Utrecht, brak hij van de zenuwen zijn roer. In volle vaart voeren we op de Stadhuisbrug af. Tientallen jaren is de plek waar wij een groot stuk uit de eeuwenoude stenen muur braken, te zien gebleven. De rest van de vakantie hebben wij onder aan de voet van de Dom gelegen, wachtend op reparatie. Er was niets anders te doen dan uit winkelen gaan. En dat is in Utrecht geen straf. Er zijn nog steeds veel leuke, persoonlijke en oorspronkelijke winkels. Het verhaal over die zomervakantie op die kapotte boot vormt het hart van Goed volk, mijn bundel met reisverhalen die nu in de winkel ligt.”
9. Lekkernij: goed kersen eten
“De Kromme Rijn is een charmant, kronkelend riviertje dat vanaf Wijk bij Duurstede tot de grachten in Utrecht loopt. De rivier stroomt langs oude landgoederen, bossen, weilanden en fruitboomgaarden. Al vanaf de Romeinse tijd sierden kersenboomgaarden hier de oeverwallen. Het was ooit het belangrijkste kersengebied van Nederland. Tegenwoordig worden er weer nieuwe kersenboomgaarden aangeplant. In de oogsttijd zie je er overal kraampjes waar kersen, kersenwijn en kersenjam worden verkocht. In de bloesemtijd vormen de boomgaarden een prachtig decor om in te fietsen, wandelen of varen.”
10. Culinair: nostalgie naast de kerk
“Omdat we veel bezigheden buiten Nederland hebben, ontvangen we veel buitenlandse gasten thuis. Dan is een bezoek aan Tante Koosje, schitterend gelegen aan een pleintje naast de kerk van Loenen aan de Vecht, altijd een succes. Er hangt een wonderlijke nostalgisch-Hollandse sfeer, het eten is voortreffelijk met een uitgebreide vegetarische keuze. Een extraatje is dat je erheen kunt varen en ook zo op de Loosdrechtse Plassen bent.”
Arthur Japin
Schrijver en acteur Arthur Japin (60) is geboren in Haarlem en woont sinds 2000 in Utrecht. Zijn boeken zijn in 21 talen verschenen. Meest recent verscheen van hem Goed volk, een bundel reisverhalen.
- Plus Magazine