Met al die veranderingen in de zorg kunnen er knelpunten optreden. Drie knelpunten worden uitgelicht en hiervoor een passende oplossing voor gegeven.
1. Ik weet niet waar ik straks recht op heb
Sommige mensen hebben sinds 2015 minder recht op thuishulp. Dat verschilt per gemeente. Weet u nog niet precies wat u boven het hoofd hangt? Wacht niet af tot de informatie uw kant op komt, maar ga naar het Wmo-loket van uw gemeente. Daar kunnen ze u meer vertellen.
Wat de thuiszorg betreft: heeft u een indicatie, dan loopt deze gewoon door. U krijgt dus niet ineens op 1 januari te maken met andere zorg of een andere aanbieder. Als de indicatie afloopt, komt de wijkverpleegkundige langs om na te gaan welke zorg u (vanaf 2016) nodig hebt.
2. Ik durf niet om hulp te vragen
Veel mensen schromen om hun kinderen, vrienden of buren om (meer) hulp te vragen. Bijvoorbeeld omdat ze bang zijn om iemand voor het blok te zetten of om ‘nee’ te horen. Is hulp vragen moeilijk, dan zou u kunnen vragen: “Wil je me helpen meedenken hoe ik ervoor kan zorgen dat de boel op rolletjes blijft lopen?” Kinderen of buren kúnnen dan hulp aanbieden, maar ze kunnen bijvoorbeeld ook een belangrijke rol spelen bij het regelen van vrijwilligers. Liever hulp van iemand die wat ‘verder weg staat’ en die graag wil helpen? Een vrijwilligersorganisatie in de buurt is te vinden via www.mezzo.nl/adresindebuurt.
3. Ik krijg niet meer genoeg thuishulp (of zelfs helemaal niet meer)
Als u een brief krijgt van uw gemeente waarin staat dat u minder thuishulp krijgt (of dat de thuishulp zelfs helemaal wordt stopgezet), hoeft u zich daar niet bij neer te leggen. Maak een afspraak met het Wmo-loket in uw gemeente en leg uit waarom de beslissing volgens u niet juist is. Er zijn ook Wmo-juristen die een zaak kunnen aanspannen.
Op www.mijnkwaliteitvanleven.nl (een website van patiëntenfederatie NPCF) kunt u vooraf in kaart brengen hoe het met u gaat, wat voor u belangrijk is, wat u zelf nog kunt doen (eventueel met behulp van mantelzorgers) en waarvoor u toch echt ondersteuning nodig hebt van de gemeente (maar bijvoorbeeld ook van eventuele vrijwilligers). Zo bereidt u zich goed voor op het gesprek met de gemeente, de huisarts en/of wijkverpleegkundige. U kunt voor advies ook bellen met de Zorglijn van de NPCF: T 030-291 67 77.
Tip
Hebt u hulp nodig en zegt iemand: “Ik wil graag helpen”, maak het dan concreet. Leg uit wat er moet gebeuren (boodschappen doen, huishouden, koken) en vraag welke taak hij of zij op zich zou willen nemen.
Tip
De overheid heeft een telefoonnummer voor vragen over de veranderingen in de zorg: Informatiepunt Langdurige Zorg en Jeugd, T 0800-0126.
Met dank aan Petra Schout (patiëntenfederatie NPCF) en Fleur Kusters (Mezzo, landelijke vereniging voor mantelzorgers en vrijwilligerszorg).
- Plus Magazine