Mantelzorg is belangrijk, maar er zijn grenzen. De meerderheid van de 55-plussers heeft liever hulp van een medewerker van de thuiszorg dan van een mantelzorger als het gaat om bijvoorbeeld douchen, steunkousen aantrekken of aankleden. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Familieleden, vrienden, buren, kinderen en partners die voor elkaar zorgen, heten in Nederland sinds jaar en dag ‘mantelzorgers’. Door het toenemende aantal ouderen zal de vraag naar mantelzorgers alleen maar toenemen, zo is de verwachting. We weten ondertussen vrij goed hoe het is om mantelzorger te zijn, want zo’n 4,4 miljoen Nederlanders zijn het. Maar hoe is het om mantelzorg te krijgen? Om hulp te krijgen van degenen met wie je voorheen vooral bevriend of gezellig getrouwd was?
Mantelzorger niet altijd welkom
55-plussers zijn uiteraard blij met de zorg door bekenden, maar zijn er ook huiverig voor. Het CBS ondervroeg zo’n duizend 55-plussers hierover. Als het gaat om huishoudelijke taken zoals schoonmaken en boodschappen doen, vindt de helft van de ondervraagden het okay om een bekende in te schakelen. Maar bij persoonlijke verzorging? Je kind dat jou gaat aankleden? Daarvoor lopen veel ondervraagden niet warm. Bij persoonlijke verzorging heeft 60 procent van de ondervraagden liever geen bekende in de buurt en bij medische verzorging geeft tweederde van de ondervraagden de voorkeur aan iemand anders. Als het gaat om intieme zaken als douchen, steunkousen aantrekken, wondverzorging of aankleden, kiest merendeel van de ondervraagden dus voor een medewerker van de thuiszorg of een particuliere hulp. Geen bekende.
Waarom geen hulp van bekenden?
Dat neemt niet weg dat de meeste vormen van hulp door een grote meerderheid van 80 tot 90 procent van de 55-plussers als prettig of zeer prettig ervaren. Dat geldt met name voor de hulp in het huishouden. Degenen die het niet prettig vinden om mantelzorg van bekenden te krijgen, geven hiervoor uiteenlopende redenen: ze vinden het bijvoorbeeld niet fijn om afhankelijk te zijn van anderen. Het is makkelijker om hulp te géven, dan om hulp te krijgen. Ongelijkwaardigheid kan in de relatie sluipen. Liever wil je een kop thee met je beste vriendin drinken en als vanouds gezellig bijpraten, dan dat ze je keukenkastjes moet schrobben of je steunkousen aantrekken. Ondervraagden willen anderen niet tot last zijn of vragen niet graag om hulp. En er is zeker ook realiteitszin. Ze beseffen dat professionele zorg soms écht beter is, vooral als het gaat om medische zaken.
Mantelzorg: wie en wat?
Mantelzorgers worden vooral ingezet bij hulp in het huishouden (69 procent), begeleiding en vervoer (60 procent), voor gezelschap, troost of afleiding (51 procent), regelen van de geldzaken (50 procent), klusjes in huis of in de tuin (45 procent) en het klaarmaken van de maaltijden. Van degenen die in de afgelopen vier weken mantelzorg hebben ontvangen, gaf bijna de helft aan dat ze de meeste zorg ontvingen van een eigen zoon of dochter, en 35 procent noemde de partner of echtgenoot. Verder waren vooral schoondochters en schoonzonen actief, op de voet gevolgd door buren, vrienden, kleinkinderen, broers en zussen.
Gemiddeld hadden de ondervraagden twee mantelzorgers over de vloer. Degenen die geen partner of eigen kinderen hebben, willen het liefst door broers, zussen of vrienden verzorgd worden.