Ziekenhuizen zitten bomvol met senioren die nergens terecht kunnen. Waarom is de noodopvang voor ouderen zo slecht geregeld?
Recentelijk trokken ziekenhuizen maar weer eens aan de bel. En dat was niet voor het eerst. Ouderen die niet naar huis kunnen, houden dure ziekenhuisbedden bezet. En zorgen ervoor dat de eerste hulp-afdelingen verstopt raken. Ook huisartsen klagen steen en been. Ze zijn veel tijd kwijt aan het bellen om een plekje voor iemand te regelen en buiten kantooruren of in het weekend kun je al helemaal nergens terecht.
Weeffout in de zorg
De kans op ongelukken stijgt nu ouderen langer thuis wonen, maar de instellingen waar je voor lichtere zorg terecht kon, zijn opgeheven. Er is geen vangnet voor noodsituaties, terwijl het aantal valpartijen (vaak met grote gevolgen) toeneemt. Jos Schols, hoogleraar ouderengeneeskunde: “Er is een gapend gat tussen de zorg thuis en de zorg in een instelling.” Een weeffout in de zorg, noem Schols het.
Noodsituaties in ouderenzorg
Ouderen blijven zo lang mogelijk thuis wonen, maar in noodsituaties loopt dat spaak. Bijvoorbeeld als iemand valt en daardoor tijdelijk niet voor zichzelf kan zorgen. Of als iemand moet herstellen van een ziekenhuisopname. En wat te doen als de mantelzorger tijdelijk niet beschikbaar is? Eigenlijk zijn dat allemaal situaties waarin de huidige wetten niet (goed) voorzien.
Er zijn wel bedden, maar niet genoeg
Er zijn wel logeerbedden of opvangbedden. Maar er zijn er niet genoeg en ze zijn onvoldoende accuut beschikbaar en bereikbaar in noodsituaties. Er zijn trouwens ook voorbeelden waar het wél goed geregeld is. Amsterdam organiseert sinds een paar maanden noodopvang voor zwakke ouderen die tijdelijk niet thuis kunnen wonen. Huisartsen kunnen 24 uur per dag en zeven dagen per week patiënten uit Amsterdam laten opnemen. Dat is een uitkomst; de meeste verpleeghuizen met logeerbedden nemen buiten kantoortijden de telefoon niet eens op.
We weigeren niemand
Zorgorganisatie Amsta startte deze noodopvang in Amsterdam terwijl de betaling ongewis was. Zorgcoördinator Floor Vonk in actualiteitenprogramma Nieuwsuur: “We nemen iedereen op die direct zorg nodig heeft en hier wordt aangemeld door de huisarts, we weigeren niemand. Dan kijken we later wel of we de financiering rond krijgen.” Eerst zorgen en dan pas een indicatie regelen is het devies.
Wat is er nodig?
Wie naar de deskundigen luistert, kan de volgende actiepunten beluisteren: Eén centraal telefoonnummer (per stad of regio). Artsen en ziekenhuizen bellen dit nummer als er een noodgeval is. Een wijkziekenboeg met logeerbedden, liefst in een bestaand verpleeghuis. Meer bedden en kamers. Betere samenwerking en een centrale aanpak, zodat je in één klap ziet, waar er in de regio een plek beschikbaar is. En geld om dit soort opnames te betalen.
En gaat dit er ook komen?
Minister Schippers erkende vorig jaar het probleem al, en richtte een praktijkteam in. Dat heeft tot nu toe geen effect gehad. Staatssecretaris van Rijn stelde 20 miljoen euro beschikbaar, ook dat heeft het probleem niet opgelost. Nu ligt de bal wéér bij minister Schippers. Er was al een besluit genomen dat zal helpen: De zorg en opvang voor patiënten die vanwege medische redenen tijdelijk niet thuis kunnen wonen, wordt per 1 januari 2017 betaald vanuit de basisverzekering van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Dat betekent niet dat er méér plaatsen zijn of dat de organisatie verbetert, maar wel dat de betaling beter geregeld is.